Blad 94
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op maandag 6 juli 1998;
behandelende het voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van
de Wet op de ruimtelijke ordening voor het plangebied
Lange Marktstraat-Noord;
overwegende
- dat het voorbereidingsbesluit geen openbare behande
ling in de Raadsadviescommissie Stadsontwikkeling
heeft gehad;
- dat belanghebbenden daardoor geen gelegenheid hebben
gehad in te spreken;
- dat in het voorbereidingsbesluit zelf geen enkele ver
woording van bedenkingen en opvattingen van belangheb
benden is opgenomen;
- dat de raad hier dientengevolge geen kennis van heeft
kunnen nemen;
besluit
de behandeling van het voorbereidingsbesluit uit te stel
len totdat belanghebbenden zijn gehoord en een openbare
behandeling in de raadsadviescommissie Stadsontwikkeling
heeft plaatsgevonden;
en gaat over tot de orde van de dag
De motie is ondertekend door de heer De Jong en mijzelf na
mens de D66-fractie. (De VoorzitterDe motie maakt onder
deel uit van de beraadslagingen.
Mevrouw Van ulzen: wij vinden dit een erg goed plan. Wij
hopen echter dat de wethouder voor elkaar zal kunnen krij
gen dat, wat de heer Ten Hoeve noemt, de derde toren er
komt, want dat maakt dit plan extra aantrekkelijk. Ook de
werkgelegenheid is voor ons belangrijk. Ik wil er nog aan
toevoegen dat wij het volste vertrouwen hebben in deze ar
chitect
De heer De Vries: Er zijn voor de CDA-fractie met betrek
king tot dit onderwerp een aantal invalshoeken.
1. Leeuwarden heeft de knooppuntstatus zwaar bevochten en is
nu dus centrumstad van de provincie Friesland;
2daarboven en overheen wil Leeuwarden binnen de drie noor
delijke provincies na Groningen de tweede centrumstad
zijn;
3daarbij behoort een stadsallure en wij moeten van ons
afschudden dat Leeuwarden slechts een provinciehoofdstad
is
Tot nu toe zijn voorgestelde hoogbouwprojecten altijd afge
topt en verworden tot gedrochten. De maquette, door de ar
chitect getoond, heeft de CDA-fractie ervan overtuigd dat
het voorstel past in de allure van het Manhattan van Leeu-
Blad 95
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
warden. Waarom mag Rotterdam wel 150 meter omhoog en Leeu
warden niet?
De CDA-fractie wil ten slotte niet verhelen dat het hebben
van een grote werkgever in onze stad zoals de Achmea-groep
die bovendien de werkgelegenheid niet onbelangrijk verder
uit laat dijen, ook veel waard is.
Derhalve stemt de CDA-fractie in met het voorgestelde voor
bereidingsbesluit onder het motto 'het moet nu maar eens
wezen'Er is nog genoeg gelegenheid om er op te sturen.
Aansluitend op mijnheer Ten Hoeve en de poort naar de bin
nenstad, misschien een idee naar de wethouder dat hij daar
over een deal kan maken met de Achmea-groep.
Wat de motie van de D66-fractie betreft, het is nu wat an
ders gegaan dan anders, het is wat sneller gegaan. Wij kla
gen er altijd over dat het te traag gaat, nu gaat een keer
iets sneller, wat heel belangrijk voor ons is, en is het
ook niet goed.
Wij zullen als CDA-fractie de D66-motie niet ondersteunen.
De heer Stoker: Dit voorstel is wel via een heel snelle
procedure tot ons gekomen en dat is jammer, maar gelukkig
betreft het slechts een voorbereidingsbesluit en is er voor
burgers nog alle gelegenheid om in te spreken. Derhalve
vind ik de motie van de D66-fractie overbodig.
Over de inhoud van de plannen ben ik zeer te spreken. Ik
vind hetgeen gepresenteerd is er schitterend uitzien en na
tuurlijk is het fantastisch dat er weer heel wat nieuwe ba
nen worden gecreëerd, dat is goed voor Leeuwarden.
De architectonische visie, die de heer Bonnema bij de pre
sentatie ten beste gaf, spreekt mij zeer aan.
De hear De Jong: In definityf ja foar dizze heechbou sil
ofhingje fan in tal saken dy't noch ündersocht wurde moat-
te. Op dit stuit fine wy mooglike heechbou, mei yn it
ljocht fan de wurkgelegenheid, de hjoeddeiske bebouwing en
ütstrieling fan Ljouwert, in akseptabele gedachte. Der is
krityk op it feit dat no by in flinke ündernimming prosedu-
eres wol wat yn in streamfersnelling komme en oan de kant
set wurde, wylst as je bygelyks as lytse partikulier wat
wolle, je somtiden tiden wachtsje moatte. Sa fiele wy dat
ek wol in bytsje, allinnich de belangen binne no fan sa'n
omfang dat je wolris in stap hurder rinne moatte. Oan de
ynspraak sil yn elts gefal net toarne wurde, in definityf
ja is ommers noch net jün en oan de ütwurking moat noch be-
gün wurde en eltsenien kin syn of har miening noch jaan.
Wy kinne akkoard gean.