Blad 96
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
De heer Roekiman: Ik wil eerst even ingaan op de motie van
de D66-fractie. Wij kunnen in ieder geval stellen dat wij
de motie niet zullen steunen. Het gaat hier slechts om een
voorbereidingsbesluit en snelheid is geboden. Bovendien
heeft de wethouder aangegeven in de commissievergadering
dat er een procedure in gang wordt gezet waarmee inspraak
mogelijk wordt gemaakt. Ik vind de motie wat dat betreft
overbodig
Wij zijn gebeld door bezorgde bewoners, zo kan het dus ook,
ook bezorgde bewoners kunnen de telefoon pakken en ons van
hun bezorgdheid op de hoogte stellen. Ons is gevraagd om
het college te vragen aandacht te schenken aan de bomen
rondom de gebouwen. Wat ons betreft is die vraagstelling
zeer gegrond. Wij willen dan ook gebruik maken van deze ge
legenheid om die vraagstelling aan het college voor te leg
gen. Mijn fractie gaat er in ieder geval vanuit dat er her
beplanting zal plaatsvinden, maar wij willen er zeker op
wijzen dat er extra aandacht voor moet komen, omdat bepaal
de bomen slechts in een bepaalde periode hergeplant kunnen
worden en in een zeer korte periode is dat mogelijk. Graag
ziet mijn fractie dat er een zorgvuldig plan komt voor her
beplanting van bomen.
De heer BoorsmaWij zullen de motie van de D66-fractie
niet steunen. Wij gaan akkoord met het voorstel.
Mevrouw De Haan: Ik sluit mij aan bij de heer Boorsma.
De Voorzitter: Aangezien de motie van de D66-fractie in
feite een ordemotie is, wil ik die na deze eerste termijn
meteen in stemming brengen, zodat wij helderheid hebben
over de noodzaak van inhoudelijke tweede termijnen.
Aan de orde is de stemming over de motie ingediend door me
vrouw Inberg namens de D66-fractie.
De motie van mevrouw Inberg namens de D66-fractie, mede-
ondertekend door de heer De Jong van de D66-fractie wordt
verworpen met 2 tegen 2 6 stemmen. Voor stemden de leden van
de D66-fractie.
De heer Den Oudsten (weth.)Ik denk dat het veel te vroeg
is om te spreken over de inhoud van wat daar precies gaat
komen en hoe dat er exact uit gaat zien. In die zin heeft
de heer Ten Hoeve gelijk als hij zegt dat zij wel ja zeggen
maar het een voorwaardelijk ja is. Dat geldt denk ik voor
ons allemaal. Het is natuurlijk niet zo dat wij hier een
onderneming hebben waarvan wij zeggen, het kan niks schelen
Blad 97
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
wat je er neer zet, kom maar op en wij keuren het allemaal
wel goed. In tegendeel, wij hebben een buitengewoon kriti
sche houding naar wat daar moet plaatsvinden. Wij vinden
ook dat wij al de procedures, die nog moeten komen, zorg
vuldig moeten afwerken, dat wij heel goed moeten kijken wat
wij daar precies wel en wat wij daar niet willen. Dat is
niet alleen een kwestie van de gemeente, daar hebben ook
andere partijen mee te maken, laat ik alleen maar noemen de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Het is midden in het
beschermd stadsgezicht. Daar wordt ook al overleg mee ge
voerd. Het is absoluut niet zo dat wij nu hier een staaltje
van onbehoorlijk bestuur geven. Mevrouw Inberg heeft al
eerder gezegd dat zij het niet eens is met de gang van za
ken, dat respecteren wij, alleen zij gebruikt nu wel hele
zware woorden voor iets wat in feite allemaal nog moet ko
men. Het kan op geen enkele manier worden waargemaakt om te
zeggen dat wij hier inspraakmogelijkheden aan bewoners ont
nemen. Als je kijkt naar welke procedures nu in de planning
staan, ik heb u toegezegd dat wij in september daarop terug
komen met de planning in de commissie, dat gebeurt ook, dan
zult u ook zien dat er ter visie leggingen zijn, dat er in
spraakzittingen georganiseerd worden en dat op alle moge
lijke manieren aan belanghebbenden/omwonenden wordt getoond
wat wij daar willen en hun mening ook wordt gevraagd en zij
ook in de gelegenheid zijn om formeel en informeel die me
ning te geven. Dit is niet iets wat je er morgen neer zet,
er gaat meer dan een jaar aan voorbereiding overheen. Wij
vinden wel dat wij aan het bedrijf moeten tonen dat wij
snel kunnen. Ik denk dat wij dit voorbereidingsbesluit op
zo'n korte termijn ook moeten beschouwen als een signaal
aan de onderneming dat het ons ook ernst is om die voorbe
reidingen op een snelle manier op te zetten. Maar niemand
zal ons kunnen vergen op een manier van werken die niet al
le nodige zorgvuldigheid in zich draagt, die een overheid
ook behoort uit te oefenen. Dat betekent dus dat wij al die
stappen heel zorgvuldig zullen nemen voor alle betrokkenen,
ook voor de onderneming. Daar heeft iedereen baat bij.
Dat het de mooiste toren van Nederland moet worden, daar
ben ik het onmiddellijk mee eens. Wij denken ook dat het
alle kans heeft om in ieder geval een hele mooie toren te
worden. Het wordt dan de tweede, of er een derde achter aan
komt weten wij niet zeker, maar het is ook niet zo dat wij
de indruk hebben dat het een soort lokkertje is. Het is
buitengewoon serieus dat de onderneming, natuurlijk afhan
kelijk van de groei die men kan realiseren voor de komende
jaren - dat is niet alleen een kwestie van ondernemingsbe
leid zelf maar heeft ook te maken allerlei conjuncturele
omstandigheden - mogelijk aanleiding geeft tot opnieuw de
noodzaak om extra vierkante meters kantooroppervlak te rea
liseren. Als die situatie zich voordoet - men zal toch bin
nen twee en een half jaar een besluit nemen om ja of nee te