Blad 42 Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998 De Voorzitter: De vergadering is geopend en zal duren tot uiterlijk kwart voor negen morgenavond. Punt 9 (bijlage nr. 104) De Voorzitter: Aan de orde is Onderhandelaarsakkoord over dracht onderhoudsmiddelen voortgezet onderwijs per 1 augus tus 1993 De heer Wijmenga: Ik wil het college bedanken dat wij toch goed geïnformeerd zijn na de vorige raadsvergadering. Het enige, maar dat heb ik ook al in de commissie gezegd, is de zorg die wij hebben uitgesproken over het risico dat aan dit besluit kleeft. De heer Van Olffen: Ook wij zijn blij dat wij dit toch nog even in de commissie hebben kunnen bespreken, dat zal de zuiverheid van de besluitvorming ten goede komen. Wij zijn tevreden met het onderhandelingsakkoord, het is een vrij moeizaam proces geweest, zo blijkt uit de stukken, maar ik denk dat er voor beide partijen een bevredigend re sultaat uit voort is gekomen. Wij gaan er wel vanuit dat de buitengemeenten, die nu bui ten dit akkoord zijn gebleven, evenredig zullen bijdragen voor de instandhouding van die scholen en zeker ook met be trekking tot het achterstallig groot cyclisch onderhoud. De heer BoorsmaWij hebben, voor de duidelijkheid van ons verdere standpunt betreffende de fusie van de scholen, ons zelf voorgenomen om de punten 9 en 10 en het voorstel voor het bestuur van de nieuwe scholengemeenschap in eens te ne men. Zoals wij zo meteen ook zullen uitleggen, zullen wij ons uitspreken tegen de fusie. Daarbij hebben wij ons afge vraagd of wij dan wel of niet tegen het onderhandelaarsak koord moeten stemmen. Wij hebben de drie zaken in zijn ge heel genomen en spreken ons ook uit tegen dit onderhande laarsakkoord Mevrouw De Haan (weth.)Ten aanzien van de zorg die de CDA-fractie uitspreekt voor het risico van doorbetaling hebben wij in de commissie vrij uitvoerig gesproken. Wij delen die zorg natuurlijk. Het enige wat wij er aan kunnen doen is in ieder geval u heel regelmatig op de hoogte hou den hoe zowel landelijk de discussie loopt als hier plaat selijk. Dat wil ik ook graag richting commissie nog eens toezeggen, dat het dus niet blijft liggen. Blad 43 Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998 Ten aanzien van de buitengemeenten ben ik het eens met de PvdA-fractie dat de buitengemeenten hun eigen verantwoorde lijkheid moeten nemen. Tot nu toe zijn ze in het bedrag nog niet volledig tegemoet gekomen aan de noodzaak die er ei genlijk vanuit het rapport ligt bij het onderhoud van hun gebouwen. Om die reden hebben wij ook afgesproken met de bestuurscommissie (nu nog) dat wij als gemeente het in ie der geval tot onze verantwoordelijkheid voelen om gesprek ken aan te gaan met de buitengemeenten om ze er op te wij - zen alsnog ook het aandeel dat de buitengemeenten zouden moeten leveren in die voorziening voor elkaar te krijgen. Tegen de heer Boorsma zou ik willen zeggen, dat ook als hij tegen de fusie is, dan houden wij een bestuurscommissie, dan nog is het onze wens om de verantwoordelijkheid voor het onderhoud bij de bestuurscommissie neer te leggen en ook - dat vonden wij in 1993 al - dan zullen wij met de be stuurscommissie de discussie aan moeten hoe wij dat doen. Dan is die voorziening evengoed nodig. Zelfs al zou de fu sie niet doorgaan, dan nog zal je wel hetzelfde geld, maar dan anders verdeeld, als gemeente vrij moeten maken om dat onderhoud voor elkaar te krijgen. Ik heb de neiging om te gen hem te zeggen, hoe je het ook wendt of keert, dat geld zal er toch moeten komen, wil je in ieder geval dat het voortgezet onderwijs in gebouwen kan lesgeven die op een verantwoorde manier onderhouden zijn. De heer Boorsma: Het gaat ons om het volgende. Het onder handelaarsakkoord betreffende onderhoudsmiddelen was eigen lijk raadsbreed de voorwaarde voor de fusie. Dat even ter verduidelijking van onze stellingname Mevrouw De Haan (weth.) Het klopt wel dat op dit moment de dingen aan elkaar gekoppeld zijn. Als de fusie helemaal niet doorgaat, zal je ook wellicht andere afspraken moeten maken over de voorzieningen onderhoud. Maar als je kijkt naar de hoeveelheid geld die in ieder geval nodig is, dan zeg ik hem dat wij dat als gemeente in ieder geval zullen moeten vrij maken. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de heer Boorsma van de SP-fractie geacht wil worden te hebben te gengestemd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 2