Blad 54
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
er één van - gezegd is dat dit systeem het mooiste is wat
wij op dit moment kennen. Wij gaan veel beter de kinderen
selecteren, ze komen niet meer in de slechte dakpancon
structie terecht, maar ze komen heel goed terecht waar ze
horen. Dan vraag ik de wethouder hoe het dan kan - het is
niet alleen Slauerhoff, het is ook de Delta - dat met zo
veel extra zorgvuldigheid, met zoveel rimram er omheen, dat
er dan gezegd wordt dat misschien het toelatingsbeleid wel
te soepel is geweest. Dat snap ik dan niet.
Natuurlijk mag ik vinden wat ik wil en dat blijf ik vinden
ook, mevrouw De Haan, tot mijn laatste snik.
De heer Van olffen: Nog even kort, ik doe het in iets ande
re bewoordingen dan mevrouw Van Ulzen. Het is overigens
voor de startpositie van de nieuw te vormen stichting mis
schien wel prettig dat mevrouw Van Ulzen geen kinderen meer
op school heeft.
Maar ik wil toch nog even op de oudervertegenwoordiging te
rug komen. Het ging er in de commissie om dat er in de
stichtingsbestuur een ouder opgenomen zou moeten worden.
Daarvan hebben wij gezegd dat je dat in zo'n groot collec
tief geen ouderparticipatie kunt noemen. Daar is de sugges
tie uit voort gekomen om per locatie een soort van ouder
raad oude stijl eventueel te formeren, juist om die parti
cipatie te waarborgen.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik het antwoord van de wethouder
een beetje onbevredigend vind.
Ik wil gelijk even reageren op de motie van de CDA-fractie.
U zult begrijpen uit mijn eerste termijn dat wij geen be
hoefte hebben aan deze motie.
Mevrouw Inberg: Ik kan kort zijn. Wij kiezen toch voor de
stichtingsvorm, omdat die wat ons betreft meer duidelijk
heid biedt. Dus wij zullen deze motie niet steunen.
Verder denk ik dat dit nieuwe mogelijkheden biedt voor me
vrouw Van Ulzen om als leesoma toch weer een voet binnen de
deur bij de scholen te krijgen.
De heer Stoker: De verantwoordelijkheid van de gemeente
komt bij een stichtingsvorm veel minder duidelijk over dan
bij een bestuurscommissie. Wanneer men het openbaar onder
wijs zo graag wil laten lijken op het bijzonder onderwijs,
gaat men in mijn ogen een brug te ver.
De heer Wijmenga: Als ik de wethouder goed begrijp, dan is
het enige kenmerkende verschil tussen de commissie ex arti
kel 82 en de stichtingsvorm het feit dat er sprake is van
Blad 55
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 5 juli 1998
een financiële ontvlechting,
verantwoordelijkheden die er
lijkheden die blijven liggen
dan voor duidelijkheid en ga
82
Als wij dan kijken naar de
liggen en ook de verantwoorde
voor het gemeentebestuur, kies
voor een commissie ex artikel
Mevrouw De Haan (weth.)Ik twijfel even of ik een poging
moet wagen om mevrouw Van Ulzen op andere gedachten te
brengen. Ik heb eerlijk gezegd het gevoel dat mij dat niet
lukt. Het enige wat ik zou willen zeggen, omdat zij zo'n
zware relatie legt op kijk nu eens hoe slecht het allemaal
in het verleden is geregeld, dat als zij het onderzoek
heeft gelezen, zal blijken dat er in het land veel meer he
le grote scholengemeenschappen zijn, misschien nog wel gro
ter dan deze, die het in verhouding beter gedaan hebben als
je naar de resultaten kijkt. Dus je kunt het absoluut niet
alleen maar wijten aan het feit dat er fusies hebben
plaatsgevonden, schaalvergroting, enz. Ik wil niet meer op
de hele discussie uit het verleden ingaan. De mening van
mevrouw Van Ulzen laat ik voor wat het is, maar ik zeg
daarbij dat ik het er niet mee eens ben, zeker niet op de
manier waarop het gebracht wordt
Ten aanzien van ouderparticipatie heb ik een beetje dezelf
de neiging, omdat ik vind dat deze fusie en de bestuurscom
missie als zodanig niet een manier is waarop je ouderparti
cipatie regelt. De manier waarop je ouderparticipatie re
gelt is een apart hoofdstuk en moet nu niet bij de fusie
aangegrepen worden, alsof de fusie ineens een verbetering
zou moeten brengen. (De heer Van Olffen: Het is bedoeld als
een goed bedoeld aandachtspunt.) Ik wil niet over het feno
meen ouderparticipatie als zodanig een hele discussie, om
dat ik denk dat je dat moet doen aan de hand van jaarver
slagen en in de discussie met het stichtingsbestuur apart.
Het gaat nu om de fusie, schaalvergroting en de bijbehoren
de stichtingsvorm en de discussie over ouderparticipatie
moet je een keer op een ander moment voeren. (Mevrouw Van
Ulzen: Wij willen gewoon antwoord op een vraag die gesteld
is in de commissie.) Dat staat er in, de manier waarop het
gaat heeft u helemaal kunnen lezen.
Wij blijven van mening verschillen over een principiële
discussie over het verschil tussen een stichtingsbestuur en
een commissie ex artikel 82Ik vind een artikel 82 abso
luut niet helderder. Het is niet zo dat de verantwoorde
lijkheden daarbij helderder zijn. In mijn ogen is het zelfs
omgekeerd, in een stichtingsbestuur zijn de verantwoorde
lijkheden helderder geregeld dan in een commissie ex arti
kel 82. Wat ik er onder voel zitten bij de heer Stoker is
dat hij vindt dat het er dan op gaat lijken dat je eenzelf
de soort constructie als bij het bijzonder onderwijs krijgt