Blad 36
Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998
le' is. Mag ik ervan uitgaan dat in de manier waarop het
artikel is verwoord inderdaad een voorafgaande toestemming
van de burgemeester of de waarnemend burgemeester nodig is
voordat er van dit artikel gebruik wordt gemaakt, zodat een
vorm van willekeur is uitgesloten?
Artikel 4.5.4 heb ik in de commissiebehandeling van gezegd
dat ik dat niet zo'n fraai artikel vind, omdat ik het een
beetje *een premie' vind op luie ambtenaren. Als ze geen
antwoord geven, dan betekent dit dus dat het verzoek is ge
honoreerd. Dat zij zo, fraai vind ik het niet, maar het is
geen reden om de wijziging daardoor niet aanvaardbaar te
vinden.
Mevrouw T. de Haan: Wij hebben het een en ander ook bekeken
en wij vinden dat 6.3, de huidige bevoegdheden van de daar
toe aangestelde opsporingsambtenaren, voldoende zijn en te
respecteren zijn. In dit artikel wordt overigens voldoende
in de Grondwet, Gemeentewet en Bestuurswet gegarandeerd en
wordt ook de stadswacht vermoeaelijk bedoeld. Ik denk toch
niet dat dat de bedoeling is. Ik vind het een aantasting
van een aantal gegarandeerde rechten dat thans met de nieu
we voorgestelde wijziging van de APV ook de stadswachtrech
ten op het genoemde vlak verkrijgen. Mij lijkt dat dat niet
de bedoeling is.
Dan had ik nog iets over artikel 4.1.7a, geluidshinder in
de open lucht. Wat wij nergens terug vinden is dat bijvoor
beeld na tien uur 'a avonds het laden en lossen van de toe
leveringsbedrijven binnen de bebouwde kom van de gemeente
Leeuwarden aan banden wordt gelegd, want erg veel mensen
hebben hier last van.
De heer Van Mourik: Wij kunnen ons prima vinden in de voor
stellen zoals die ter tafel liggen.
Ten aanzien van het amendement van de heer Jacobse wil ik
opmerken dat wij begrip hebben voor de manier waarop hij de
rechtszekerheid van de bewoners van een woning wil waarbor
gen, wij kunnen op dit moment niet goed inschatten of dat
eventueel opsporingswerk zal bemoeilijken, of dit het werk
van de opsporingsambtenaren ineffectief zal maken, omdat ze
bijvoorbeeld eerst naar de burgemeester moeten om een mach
tiging op te halen. (De heer Jacobse: Zelfs in het straf
recht, waar het gaat om misdrijven die wij over het alge
meen een zwaarder kaliber geven dan de overtredingenis
het zo dat voor binnentreding van een woning vooraf toe
stemming nodig is van de Officier van JustitieDat heeft
wellicht wel eens belemmerend gewerkt, maar uiteindelijk is
de afweging van de wetgever wel geweest dat het zo belang
rijk was dat hij het in die volgorde wou hebben.) Ik kan
mij voorstellen dat er ook een hulpofficier van justitie
bij betrokken is die aanwezig is bij het onderzoek. (De
Blad 37
Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998
heer Jacobse: Dat is helder, er staat de burgemeester of
diens plaatsvervanger en dat is hetzelfde met de Officier
van JustitieIk zou graag van de verantwoordelijke porte
feuillehouder een inschatting willen horen of hij vindt dat
het amendement zoals de heer Jacobse dat heeft ingediend,
het opsporingswerk feitelijk bemoeilijkt. Daarna nemen wij
een standpunt in.
De Voorzitter: Er liggen hier nu drie onderwerpen ter ta
fel. Het kleinste onderwerp, in die zin dat het het minst
te maken heeft met de andere twee, heeft mevrouw De Haan
ingebracht. Dat gaat over artikel 4.1.7a, over de geluids
hinder. Zij zegt dat je daar wat meer in zou moeten regelen
dan alleen maar datgene wat er nu in staat. Er zijn twee
dingen die hierop geantwoord kunnen worden. Ten eerste dat
dit een technische wijziging, er zit geen inhoudelijke ach
tergrond achter. Ten tweede, datgene wat zij vindt dat er
geregeld moet worden, is in het algemeen in de vergunning,
die daadwerkelijk verstrekt wordt, geregeld. Dat betekent
dus dat al dat soort detailsituaties echt puur gebonden
zijn aan het moment waarop een bepaalde activiteit plaats
vindt en dat die in de vergunning zelf in bepalingen zijn
opgenomen. Mocht dat niet het geval zijn en vindt men dat
er hier en daar geluidsoverlast optreedt, die eigenlijk
niet zou moeten optreden, dan is het denk ik zaak om bij
die vergunningaanvraag dit type zaken ook op het moment dat
de vergunning wordt verleend te regelen.
Door een aantal van u is aangegeven dat als je dingen re
gelt die je kunt vervolgen, dan ook voor voldoende mens
kracht te zorgen om ook daadwerkelijk voldoende controle
uit te oefenen. Dit is natuurlijk altijd een spanningsveld,
het proberen voldoende instrumenten te hebben om ook daad
werkelijk te kunnen optreden als dat nodig is en tegelij
kertijd ook niet voldoende menskracht beschikbaar te hebben
om al die artikelen in de APV en allerlei andere situaties
die in andere verordeningen geregeld zijn, ook daadwerke
lijk zo te controleren dat de vervolgbaarheid ook werkelijk
groot is. De heer Jacobse heeft gelijk als hij zegt dat er
steeds meer artikelen insluipen die als het ware een basis
vormen voor een mogelijk optreden in plaats van een basis
vormen voor een situaties die je eigenlijk dagelijks of re
gelmatig controleert. Dat is inderdaad het geval. Toch me
nen wij dat wij die verbreding van het aantal artikelen no
dig hebben om ook in incidentele gevallen te kunnen optre
den. Dat heeft ook zijn positieve kanten. Als het gaat om
bijvoorbeeld de mogelijkheid van het sluiten van drugspan
den en ook woonhuizen, waarin je vermoedt dat er drugs ver
handeld worden, dan is het natuurlijk niet zo dat je voort
durend in de hele stad controleert, dan is het wel zo dat