Blad 46 Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998 delijk hoe deze er uit komen te zien. Betekent marktdenken bijvoorbeeld het verhuren van sportvoorzieningen aan de hoogste bieder? Komen dit soort zaken in de overeenkomst te staan? Wij zouden dit eerst wel eens helder op papier wil len zien. Net zoals voor een aantal fracties de optelsom van de voor delen de doorslag geeft, geeft voor ons de optelsom van de onzekerheden de doorslag. Wij betwijfelen of het voordeel van de toekomstige verzelfstandiging opweegt tegen de hui dige onzekerheden. Wij spreken ons daarom uit tegen dit voorstel De heer Feenstra: De laatste jaren is er in de commissie vergaderingen al veel gesproken over de verzelfstandiging van de sport. Diverse onderzoeken zijn er geweest en geluk kig kunnen wij vanavond een besluit nemen over de rapporta ge deelonderzoeken en het voor cf tegen zijn van de ver zelfstandiging van de afdeling Sport. In het Collegepro gramma wordt ook al iets gezegd over deze verzelfstandiging en wij zien hierin dan ook een uitwerking van het bestuurs akkoord. Om marktgericht te kunnen werken moet men hoog waardige sport aan kunnen bieden. De gemeente kan dit niet alleen doen en zal hierbij andere marktpartijen moeten be trekken. Naar de heer Boorsma, ook die partijen zijn dan aansprakelijk voor eventuele tekorten en niet alleen de ge meente De CDA-fractie gaat dan ook duidelijk akkoord met de inhoud neergelegd in de drie rapporten, overeenkomstig de vastge legde afspraken. In de punten 2. en 3. worden wij op de hoogte gehouden van de vervolgprocedure Uitwerking externe verzelfstandiging dus akkoord en dat komt ook weer aan de orde in het volgende punt wat wij nu in één keer behandelen. Ook hierin kan de CDA-fractie zich vinden. Wij gaan dan ook akkoord met de externe verzelfstandiging van de integrale afdeling Sport per l-l-'99. Ook gaan wij akkoord met de bestuurlijke voordracht in een nieuwe Sport BV in een constructie CV ter realisering van een sportboulevard op het KalverdijkjeDe haalbaarheid hebben wij dan even aangehaald in de punten 2. en 3van punt 21. Tevens vertrouwen wij er op dat het negatieve advies van de Ondernemingsraad kan omslaan in een positieve reactie en dat de Ondernemingskamer niet in actie behoeft te komen, daar dit alleen maar vertragend kan werken. De heer De Vries: Het mag bekend zijn dat ik directeur van FC Contract/Udenoord BV, dat is het commerciële opleidings- bedrijf van het Friesland College. Wij zijn dus partij in Blad 47 Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998 deze twee agendapunten. Ik vraag uw goedkeuring om over dit punt niet mee te mogen stemmen. Mevrouw Hafkamp: Wij hebben in de commissie ook al aangege ven dat wij een groot voorstander zijn van de externe ver zelfstandiging van Sport. Het beleidsplan Sportvelden zal in de inspraak gaan. Wat betreft de sportboulevard Kalverdijkje is natuurlijk door niemand te zeggen hoe dit zich verder zal ontwikkelen. Wij hebben er echter geen enkel bezwaar tegen dat er nu een start wordt gemaakt en zoals in de notitie ook al staat vermeld dat er nog een definitief document zal komen waar de voorwaarden beschreven worden, dus zal er nog wel een vervolg aan gegeven worden. Dat wachten wij dan af. Maar wat ons betreft los ermee. Mevrouw WaandersIn de commissievergadering heb ik al aan gekondigd dat de PvdA-fractie verdeeld zal stemmen over het voorstel tot externe verzelfstandiging van de sector Sport. De uitgebreide motivering van beide standpunten laat ik vanavond achterwege. Ik volsta met een korte samenvatting van de verschillende opvattingen. Cruciaal voor de discussie is de vraag of een gemeentelijke overheid, in dit geval de gemeente Leeuwarden, via een op afstand gezette uitvoeringsorganisatie en in samenwerking met andere partijen, zich moet bezig houden met taken die tot nu toe uitsluitend door private marktpartijen zijn uit gevoerd. Een meerderheid van de PvdA-fractie beantwoordt die vraag bevestigend. In hun opvatting is externe verzelf standiging gewenst om tegenwicht te bieden tegen de toene mende vooral financiële druk die op de gemeentelijke over heid wordt uitgeoefend om de bestaande gemeentelijke voor zieningen overeind te houden, terwijl die voorzieningen steeds minder corresponderen met de behoefte vanuit de be volking. De voorstanders van externe verzelfstandiging ver wachten beslist niet en zeker niet op korte termijn dat de BV Sport over toonaangevende marktaandelen zal beschikken. Wel is de verwachting dat de BV Sport in samenwerking met andere partijen zich een sterkere positie kan veroveren op een markt die snel en sterk verandert. Participatie op de sportmarkt vraagt een meer doelmatige marktgerichte en be drijfsmatige manier van werken. Voorstanders van externe verzelfstandiging zijn daarom van mening dat een externe verzelfstandiging betere voorwaarden schept voor de door voering van die gewenste veranderingen dan met interne ver zelfstandiging. Bovendien zou in de optiek van de voorstan ders een interne verzelfstandiging een overgangsfase impli ceren en daarmee een uitzicht op een nieuwe reorganisatie van de sector op afzienbare termijn en dat is voor hen geen wenkend perspectief.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 24