Blad 50
Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998
nog besluiten om daarvan af te wijken, dan doen wij dat ab
soluut gemotiveerd en dan kan de raad op dat moment ook
zeggen dat er toch iets anders was voorgesteld of de raad
wilde eigenlijk iets anders. Ik denk dat wij rekening zul
len houden met die vraag vanuit de raad. Ik neem de motie
niet over, ik zeg alleen maar dat wij rekening zullen hou
den bij de uitwerking van het beslisdocument met dit, naar
mijn idee toch, breed gevoelde verlangen van de raad. Als
men dan zegt dat de motie wordt overgenomen, dan laat ik
graag aan de heer Jacobse over om een formulering daarvoor
te vinden, maar de toezegging die ik gedaan heb, heb ik ge
daan
Een laatste opmerking van mijn kant gaat over de vraag
waarom niet eerst intern wordt gegaan en dan extern.
Ik denk dat als wij aan het begin van het hele proces zou
den staan, dat je misschien zou moeten besluiten om eerst
intern te gaan en dan na verloop van een vastgestelde peri
ode extern. Maar om nu nog, terwijl wij heel nadrukkelijk
naar die externe verzelfstandiging hebben toegewerkt, weer
opnieuw te gaan vragen van onze medewerkers om eerst intern
te verzelfstandigen en te laten zien dat je het kunt, dan
komen wij op termijn wel naar een externe verzelfstandi
ging, dat lijkt mij eerlijk gezegd op dit moment echt niet
meer opportuun. Het is duidelijk dat er na een interne ver
zelfstandiging opnieuw een reorganisatie plaats zal vinden.
De heer De Jong van de D66-fractie heeft gevraagd waarom er
niet meer van is gemaakt als er nu al intern verzelfstan
digd is. Ik mag u er aan herinneren dat de interne verzelf
standiging ongeveer negen maanden oud is, dus kun je van de
organisatie verwachten dat die interne verzelfstandiging
wel voldragen is. Maar vanuit die voldragenheid ook al in
de voorgaande periode laten zien hoe er dan gewerkt wordt
- wij hebben daar trouwens wel voorbeelden van - men kan
niet verwachten dat dat al helemaal uitgekristalliseerd is.
Nogmaals, het college acht het op dit moment niet opportuun
om nu nog intern verder te gaan verzelfstandigen. Wij den
ken dat een externe verzelfstandiging meer kansen heeft.
Verschillende sprekers hebben ook gewezen op de brief van
de WOR-bestuurder in antwoord op de Ondernemingsraad, ik
denk dat dat de beste argumenten zijn geweest om het voor
stel op deze manier aan de raad te presenteren.
Extern verzelfstandigen boven intern verzelfstandigen, wat
heeft dat voor voordelen voor de inwoners van Leeuwarden,
vraagt de heer Boorsma. Dat heeft een aantal voordelen, hij
heeft dat kunnen lezen in de rapporten die verschenen zijn.
Ik kan mij voorstellen dat men ze niet allemaal door heeft
kunnen worstelen. Onder andere de marketingvisie, die is
opgesteld en op basis daarvan ook een aantal van de andere
rapporten waarin heel nadrukkelijk gesteld wordt, de WOR-
bestuurder doet dat ook nog een keertje, dat als er intern
Blad 51
Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998
verzelfstandigd wordt, je dan minder slagvaardig bent. Maar
de voorstellen voor externe verzelfstandiging zoals wij die
voorleggen betekenen ook dat de BV bezig kan gaan met even
tueel voor hetzelfde geld extra aan te bieden, sneller aan
te bieden. Dat zijn allemaal zaken die van voordeel zijn
voor de inwoners van Leeuwarden. Als het alleen maar nade
len zou hebben, dan zouden wij niet met dit voorstel geko
men zijn.
(De heer P. de Jong: Ik heb een concrete vraag aan de wet
houder gesteld omtrent de bemoeienis van de raad bij de be
noeming van het management van de BV. Daar is dacht ik geen
antwoord op gekomen.) Ik denk dat wij net als de benoeming
van collegeleden in de Raad van Commissarissen dit ook mee
nemen bij het oprichtingsdocument.
De Voorzitter: Ik wil eerst nog even tegen de heer De Vries
zeggen dat hij uiteraard toestemming krijgt om niet te
stemmen, als hij de zaal maar verlaat. Ik zal hem daartoe
de gelegenheid geven als het zover is.
De heer Stoker: Uit de beantwoording van wethouder Brinks
op hetgeen door de NLP-fractie is ingebracht over een lid
in de Raad van Commissarissen afkomstig uit het college be
grijp ik dat hij, waarschijnlijk op grond van wat in de
commissie is opgemerkt, ervan uitgaat dat heel veel partij
en delen wat hier in de motie ligt. Maar hij vraagt om niet
nu een uitspraak te doen. Het lijkt mij verstandig om dat
wel te doen, want er zijn ook partijen - dat geldt in elk
geval voor die van mij - die dit voorstel halfslachtig vin
den of het hinken op twee gedachten. Ik heb dus geen be
hoefte aan hetgeen gesteld is in het voorstel van de NLP-
fractie. Misschien geldt dat ook voor andere fracties. Het
lijkt mij dan wel verstandig om de motie maar in stemming
te brengen.
De heer Van Mourik: Ik heb eigenlijk niet ondubbelzinnig
gehoord van de portefeuillehouder dat de plannen van het
Kalverdijkje met alle ins en outs terugkomen in de Commis
sie Bestuur en Middelen of in de gemeenteraad. Hij heeft
het woord 'planologie' wel in de mond genomen. Aan de ande
re kant hebben wij er begrip voor dat het proces van plan
vorming door moet gaan. Ik zou eigenlijk willen zeggen,
gaat u vooral door met de uitwerking van de plannen. Op het
moment dat wij het gevoel krijgen dat wij niet in een vroeg
genoeg stadium nog een beter gefundeerd oordeel over de
plannen voor het Kalverdijkje hebben kunnen geven, houden
wij ons het recht voor om bij het oprichtingsdocument een
clausule op te nemen dat de op te richten BV Sport niet
deel mag nemen in andere juridische constructies of samen-