Blad 12 Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998 veel waardering heb voor de procedure zoals die op dit mo ment in ons land geldt en gaat. Ik heb geen behoefte aan een klein koninkje of een klein koninginnetje, ik wil ge woon een goede burgemeester. Mevrouw Hafkamp: Ik heb toch even de behoefte om toe te lichten waarom ik deze motie namens mijn fractie wel heb ondertekend. Belangrijk is dat mijn fractie een voorstander is van een gekozen burgemeester. Wij willen niet dat dit tot een vertraging leidt in de hele procedure. Maar waar deze motie voor staat is dat er een moment wordt opgenomen in de procedure om te kijken hoe de stand van zaken is. Voor mijn fractie geldt nog steeds dat dit niet tot een vertraging mag leiden. Dit ter verduidelijking. Mevrouw T. de Haan: Ook mijn fractie staat niet achter de motie. Dit werkt volgens ons inderdaad vertragend. Ik denk dat wij voor alles moeten gaan voor een goede burgemeester. De Voorzitter: Dit is een voorstel dat u wel via het Colle ge van Burgemeester en Wethouders nu formeel aangeboden krijgt, maar eigenlijk is dit een voorstel van uzelf. Ik wil eigenlijk ook niet namens het College ven Burgemeester en Wethouders antwoorden en daarom het verhaal weer terug in de ring gooien, om maar zo te zeggen. Er is wel één ding wat ik in mijn kwaliteiten als kersverse voorzitter van de vertrouwenscommissie kan zeggen tegen de heer Boorsma. Hij zegt dat hij hoopt dat het echt geen farce is, dat die ver trouwenscommissie echt invloed heeft. Er is maar één ding dat wij kunnen realiseren om die invloed zo groot mogelijk te doen zijn en dat is maximale eensgezindheid. De heer P. de Jong: Bij mij gaat toch een beetje het licht uit. De motie die wij hebben geformuleerd is niks anders - en het is een heel reëel verhaal - dan om tijdens de pro cedure nog één keer met de raad (ik ben met de heer Krol eens dat het dan de raad moet zijn, daar zou je nog nadere afspraken over kunnen maken, dat hoef ik hier en nu niet dicht te timmeren) een moment te nemen, omdat het landelij ke wetgevingstraject nog lang niet zover is, een definitief besluit te nemen over het wel of niet doen. Daar is niets mis mee. Men zegt hier dat wij vooraf procedures vaststel len. Ik heb sommige collega's wat cynisch horen spreken over het feit hoe dat afgedwongen is bij de kabinetsforma tie, ik laat dat maar even buiten beschouwing. Maar de mo gelijkheid wordt nu geopend, laten wij nu met elkaar als raad die theoretische kans, want zo moet je hem inschatten, goed onder ogen zien en als de landelijke wetgeving op dat Blad 13 Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998 ogenblik nog niet zover is, dan is het over en uit. Dat is wat ik ermee zeg, daar graag een moment voor nemen in de procedure. Als er gezegd wordt dat je vooraf die procedure helder moet maken aan kandidaten, dank je de koekoek. Kan didaten die op dit ogenblik solliciteren kijken natuurlijk ook naar wat er gebeurt in den lande. Overal waar burge meestersbenoemingen aan de orde zijn, speelt de discussie die wij vanavond in dit huis met elkaar voeren, kandidaten zijn zich daarvan bewust. Dit lijkt mij een uitstekende taak voor een vertrouwenscommissie, gesteld als de raad de ze motie zou aannemen, om dan vooraf heel duidelijk te com municeren met de kandidaat met wie zij in gesprek komt. Dat is wat ik ervan zou willen zeggen. Het vertragingsaspect dat er in zit, wij hebben de referendumverordening, het hoeft aan de techniek niet te liggen, het heeft alleen te maken met het feit of er op dat ogenblik duidelijkheid is over het landelijke wetgevingstraject. Daar zou ik op dat ogenblik graag een definitieve uitspraak over willen nemen. Ik betreur het dat de de Partij van de Arbeid in Leeuwar den, waarvan landelijk iedereen zegt en de Minister van Binnenlandse Zaken (een Partij van de Arbeid-minister juist zoveel haast hier achter zetten, nu niet zegt te wil len deelnemen aan een experiment met wat mevrouw Waanders dan noemt een gekozen burgemeester. Ik vind dat erg spij tig, maar ik stel het vast. De heer Jacobse: Ik denk dat het betoog van de heer De Jong helder is, hij kan ook niet anders dan dat betoog houden. Van mijn kant, op het moment dat je nu al weet dat je het niet wilt en ik heb het idee dat de meerderheid van het se niorenconvent geconstateerd heeft dat zij dat niet wil, dan zou het toch van de zotte zijn dat wij dat een aantal maan den nog in de lucht laten hangen. Dat zou ten opzichte van iedereen, zelfs ten opzichte van de heer De Jong, zeer on behoorlijk zijn. De heer Van Mourik: Wij hebben respect voor de manier waar op de D66-fractie probeert staatskundige wijzigingen door te voeren. Het regeerakkoord laat de VVD ook absoluut niet koud, daar staan wij voor, maar op dit moment is dit voor stel een brug te ver, het komt te vroeg en ten opzichte van toekomstige sollicitanten is het in de uitvoering onzorg vuldig. Daarom zullen wij de motie niet steunen. Mevrouw Waanders: Ik wil ook nog even reageren op het feit dat de heer De Jong er op wijst dat wij als lokale PvdA- fractie toch eigenlijk verplicht zouden zijn om mee te gaan met deze motie, omdat de PvdA landelijk zich ook sterk maakt voor een gekozen burgemeester. Laat ik op de eerste

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 7