Blad 10 Verslag van de raadsvergadering van maandag 28 september 1998 Ten aanzien van studenten hebben wij gezegd, dat studenten die gewoon zelf een huis bewonen en belastingplichtig zijn, gewoon f 100,- krijgen. Studenten op kamers hebben wij in die regeling niet voor gekozen. Die hele problematiek zul len we nog een keer in de Commissie Bestuur en Middelen aan de orde stellen, met een stuk daarbij hoe het precies zit en dan is er van een sfeer van geheimzinnigheid, wat mij betreft, geen sprake. Daarnaast zullen we evalueren hoe we er volgend jaar mee omgaan. Mocht blijken dat we nu geld over zouden houden, waarvan ik overigens u nu al kan mede delen dat dat niet in die zin het geval is dat je bijvoor beeld 5000 studenten op kamers er bij zou kunnen nemen, al thans niet binnen het budget wat wij van het Rijk krijgen, zullen we dan in die evaluatie aan u voorleggen, hoe we daar mee om moeten gaan. Als u dan vervolgens zegt: wij vinden dat toch alle studenten ook mee moeten delen, dan moeten wij tegelijkertijd ook als gemeente daar extra mid delen voor vrij maken. Daar zal u dan een besluit over moe ten nemen. Tot nu toe hebben wij de weg gekozen om binnen het budget te blijven. Als u vervolgens zegt: handel je dan niet in strijd met wat het Rijk wil, dan heb ik daar maar één antwoord op. Het Rijk heeft gezegd: wij willen dat alle mensen f 100,- krijgen en wij geven u dat en dat budget en dat budget is gebaseerd op het aantal wooneenheden. Wij hebben aangesloten bij hun eigen systematiek en zeggen dat wij daarmee niet alle studenten, om maar iets te noemen, vanuit diezelfde regeling f 100,- kunnen betalen. Dus ik vind het dan dubbel als wie dan ook van de kant van het Rijk gaat roepen, dat wij niet in de geest van de wet zou den handelen. Als het Rijk had gewild dat wij dat hadden gedaan, dan had zij haar eigen systematiek voor de overhe veling van het budget daaraan moeten aanpassen. Dat is niet gebeurd. Ik voel mij volstrekt uitvoerder van de wet. Ik denk dat daar absoluut niks op tegen is, wat politieke men sen daar ook van vinden. Als ze vinden dat dat breder moet zijn dan nu het geval is, dan zal het Rijk daar ook de mid delen daarbij moeten leveren. Verder zal het hele probleem in de Commissie Bestuur en Middelen nog eens uitvoerig uit de doeken gedaan worden. Mevrouw Mol: Naar aanleiding van een artikel in de krant over de Turkse vrouw Aisse in het Blijf van mijn Lijf huis willen wij graag de volgende vragen stellen. Om hoeveel personen gaat het in onze gemeente, die gedu peerd worden door de Koppelingswet en hun uitkering kwijt raken. Daaraan volgend, wat kunnen we doen om deze mensen te helpen om hun toch een menswaardig bestaan te geven. Uit informatie is mij gebleken, dat de problemen van Aisse in werkelijkheid nog ernstiger zijn, dan in het artikel naar voren komt. Het mag toch niet zo zijn dat wij geen oplos sing kunnen vinden om deze mensen uit humanitaire over- Blad 11 Verslag van de raadsvergadering van maandag 28 september 1998 wegingen een minimaal bestaan te geven in de nood waarin zij verkeren. Wij maken ons zorgen over deze ontwikkelingen en willen vragen of de wethouder zich in wil zetten hier iets aan te doen. De heer Brinks (weth.): Ik heb het artikel ook gelezen en de situatie van deze mevrouw was mij al bekend. Het gaat in totaal om 10 mensen die eventueel, dat zeg ik er nog heel uitdrukkelijk bij, getroffen zouden kunnen worden door de Koppelingswet. Die naar aanleiding van de invoering van de Koppelingswet hun uitkering kwijt zouden kunnen raken. Ik zeg dat echt met zoveel slagen om de arm, omdat op dit mo ment de VNG in overleg is gegaan met het Ministerie van Justitie om te kijken of er een soortement overgangsrege ling geboden kan worden voor mensen die in eerste instantie wel een uitkering hadden, maar nu opeens als gevolg van de invoering van de Koppelingswet die uitkering niet meer zou den kunnen krijgen. Bij de stukken van de Commissie Welzijn, waarin aangekon digd is dat de vergadering van 1 oktober a.s. niet door gaat, vindt u een stand van zaken Koppelingswet. Daarin staat dit ook vermeld dat wij als college op dit moment die 10 mensen nog steeds een uitkering verstrekken, omdat er nog niet met alle zorgvuldigheid omkleed overgegaan kan worden tot beëindiging van de uitkering. Mochten we dat straks wel moeten doen, dan komt het college in ieder geval met een voorstel in uw richting en wij zullen dat ook be spreken in de commissie om te kijken wat de andere moge lijkheden zijn van de gemeente. Dan zou je kunnen denken aan een omweg, zoals in Eindhoven gekozen is, maar je zou ook aan andere dingen eventueel kunnen denken. Maar daar komen we in de commissie op terug. De informatie ligt in ieder geval in die stand van zaken Koppelingswet van 8 sep tember jl. Mevrouw Dikken: Dit gaat over de experimenten met vrije verstrekking van heroïne. Onze stad heeft 500 a 600 hard drugs verslaafden. Dat is een enorm aantal, vooral als je het gaat vergelijken met andere middelgrote steden. Op dit moment lopen er in de vier grote steden experimenten wat betreft vrije heroïneverstrekking. Nu heb ik berichten ge lezen in de krant, maar ook voor de radio gehoord, dat ook andere steden zich kunnen aanmelden als experimentstadIk wil graag weten van de wethouder of dat klopt, of hij ervan weet dat je opnieuw experimenten kunt gaan starten. Voordat wij ons zouden gaan aanmelden voor zo'n experiment, denk ik dat het handig is om eerst een discussie te gaan voeren in de Commissie Welzijn, waarin we de voor- en nadelen, maar met name ook de ethische aspecten van deze experimenten eens tegen het licht kunnen houden. Op grond van de uit-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 7