Blad 26 Verslag van de begrotingsvergadering van 2 november 1998 het overigens van harte eens met de opmerking van Van Mou- rik. Ik denk het Noorden zijn handen dicht mag knijpen met het resultaat. Maar daar zullen forse investeringen nodig zijn, ook in de herstructurering en een aantal andere zaken. Dankzij de aandelenverkoop van de Frigem staan we er, wat dat betreft, redelijk voor. Maar ook mijn fractie vraagt meer duidelijkheid over de criteria die daarvoor gehanteerd worden. We kunnen een heel eind meegaan in de opmerkingen die de heer Krol in zijn eerste termijn daaromtrent gemaakt heeft Het achterstallige onderhoud. Wij constateren met vreugde dat het college f 1,3 miljoen extra uitgetrokken heeft voor de aanpak van het groen. Met name Bilgaard is daarbij in beeld, maar ook Aldlan en in de binnenstad. Wij vinden dat verheugend. We complimenteren het college voor het feit dat ze dit gerealiseerd heeft. Maar tegelijkertijd wil ik daar wel aan vast knopen dat wat ons betreft bij de volgende Perspectiefnota, en dat is ruim voor de volgende Perspectiefnota, er een concreet plan moet lig gen voor de aanpak van de rest van het achterstallig onder houd. We hebben een aantal jaren nu het verhaal gehoord: we zijn er mee bezig (dat woord is straks ook al een keer ge vallen) We lezen zelfs in de begroting dat als de dienst goede plannen heeft, dat dit dan ter bespreking in het col lege kan komen. Ik vind dat een uitermate vreemde uitdruk king, omdat ik denk dat die plannen al lang klaar liggen. Met andere woorden, het is nu wat mij betreft, één minuut voor twaalf. En dat betekent dat bij de volgende Perspec tiefnota er echt een verhaal moet liggen. Het college kan niet aankomen de volgende keer met: ja, we hebben er nog eens over nagedacht en we zijn er nog niet en we moeten nog verder studeren. Wat mij betreft, volgende keer klare wijn. Dan wil ik nog ingaan op twee moties, die wij hebben inge diend bij de behandeling van de PerspectiefnotaOver de kwalitatieve analyse ten aanzien van de overschrijdingen bij de afvalstoffeninzameling zullen wij bij de behandeling van de heffingen en tarieven straks terug komen. Maar ik wil vooral ingaan vanmiddag op de motie die wij hebben ingediend bij de Perspectiefnota omtrent een rapportage die wij wilden van Afvalsturing Friesland met betrekking tot de opslag van vervuild bagger op De Wierde. We hebben daar een motie over ingediend. Die motie is ook aangenomen en we waren toch ei genlijk wel verbaasd te horen, dat er al lang een rapport lag. We wisten dat niet, dat is nu ter inzage gelegd. We hebben dat gelezen en onze conclusie uit dat rapport is dat het er wat betreft De Wierde, voor 1999 heel positief voor staat. We hebben geprobeerd dat hele stuk te doorgronden, dat valt niet mee, want er is verder geen enkele aanbie dingsbrief bij. Onze conclusie is dat binnen de Afvalsturing gedacht wordt aan de locatie De Wierde, omdat het strate Blad 27 Verslag van de begrotingsvergadering van 2 november 1998 gisch gelegen is voor weg, voor water zou een kleine aanpas sing noodzakelijk moeten zijn, maar ook railverbinding daar heel goed mogelijk is, dat er nog gekeken wordt naar de aan passing van de milieueffectrapportage uit eerdere jaren. We constateren ook dat de provincie al in haar beleid heeft aangegeven te willen gaan naar één of twee grotere bagger- slibdepots voor de categorie 3-4, dus voor zwaar vervuild bagger, en dat er meerdere kleine dicht bij de bron zouden moeten komen. Als we nu kijken ook naar de evaluatie van het MUP, wat laatst nog op de agenda staat, maar waar ik, met uw welnemen voorzitter, nu alvast op zal ingaan, dan consta teren we dat ook Leeuwarden een flinke categorie 3 en 4 bag ger heeft. Ik denk dat het verstandig is dat wij anticiperen op die toekomst, anticiperen op de positieve ontwikkelingen die wij gelezen hebben in het rapport van Afvalsturing Friesland. We lezen in de risicoparagraaf van de gemeente dat grote risico's worden voorspeld met betrekking tot de milieuvervuiling ten aanzien van waterbodems. Er wordt ge constateerd dat het baggerbeleidsplan op dit ogenblik stag natie ondervindt, omdat er geen locaties zijn. Als het nu zo is dat uit dit verhaal, wat wij gelezen hebben van Afvalsturing Friesland boven de rivieren, blijkt dat men daar inschat dat in 1999 begonnen kan worden met de verwer king van zwaar vervuild bagger, dan denken wij dat het heel verstandig is, en dat het van wijs beleid van het college zou getuigen, als u anticiperend daarop met het plan van aanpak komt en zegt: wij hebben die en die baggerstromen voor De Wierde in ieder geval beschikbaar. Ik heb een aantal woordvoerders horen zeggen, wij hebben een motie klaar in tweede termijn. Ik wou daar maar niet aan meedoen. Ik wou gewoon de eerste termijn maar de motie in dienen, dat maakt het allemaal wat helderder. Die motie luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 2 november 1998; behandelend de begroting 1999; overwegend dat er een rapportage is van Afvalsturing Friesland met betrekking tot de mogelijkheden tot verwerking van baggerslib of De Wierde; dat in deze rapportage deze mogelijkheden van 1999 als positief worden ingeschat; dat op dit moment de uitvoering van het baggerbeleids plan stagneert vanwege gebrek aan bewerkingslocaties; besluit het College van Burgemeester en Wethouders op te dragen op de kortst mogelijke termijn een plan van aanpak aan de raad voor te leggen, waaruit blijkt welke Leeuwarder bag gerstromen in aanmerking komen voor verwerking op De Wier de; en gaat over tot de orde van de dag."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 14