Blad 32 Verslag van de raadsvergadering van 23 november 1998 maar die zullen zij dan ook naar die stedelijke jeugdraad hun adviezen moeten geven, daar zullen dan bij betrokken moeten worden of op individueel niveau in de wijk. Ik denk dat ik het eens ben met de heer Stoker dat één van de voorwaarden voor de jeugd is een veilig gezinsverband. Daar zal iedereen het over eens zijn. Gezinsbeleid is een term die wij hier nog niet hebben inge voerd, moet ik eerlijk zeggen. Dat neemt niet weg dat wij wel kunnen zoeken naar mogelijkheden om ouders de verant woordelijkheid over hun kinderen weer terug te geven en ze vervolgens behulpzaam te zijn bij wat ze daar dan bij nodig hebben Het zakgeldproject heb ik in de commissie van gezegd dat dat bij ons nog even is blijven liggen vanwege het signaal dat wij uit Zwolle kregen. Ik heb gezegd dat dat nog in on derzoek is, dus dat komt terug in de commissie. Wij zullen terugkoppelen of wij dat wel of niet een zinvolle zaak vin den (De heer Stoker: De wachtlijstproblematiek bij de provin cie Ik heb daar naar aanleiding van een vraag in de commissie over gerapporteerd naar de commissie, de heer Stoker heeft dat wellicht gezien, daar is een memo over gekomen. Daarvan hebben wij heel nadrukkelijk gezegd dat wij het niet tot onze verantwoordelijkheid rekenen om daar zelfstandig wat aan te doen. Dat was naar aanleiding van een vraag van de heer Wijbenga. Dus daar is formeel een antwoord op gekomen dat wij dat niet tot onze taak rekenen. Overigens hebben wij natuurlijk wel overleg met de provincie en kunnen wij dit wel aankaarten, maar daarmee nemen wij dit niet tot on ze verantwoordelijkheid. (De heer Stoker: Dat aankaarten kan in geval van de verantwoordelijkheden zoals ze liggen een maximale inspanning zijn, dus daar zou ik mee akkoord gaan.) (De heer Roekiman: Dat heeft u als fractie zelf ook, wij hebben gezamenlijk een commissievergadering met de pro vincie laatst gehad, de heer Stoker had daar zijn zeggen schap in kunnen doen. Wat mij betreft ligt die verantwoor delijkheid ook bij iedere fractie.) Mevrouw Mol: Misschien even een reactie op de wethouder. Zij neemt de voorstellen mee, dus wij komen er allicht weer op terug in de commissie, omdat het natuurlijk toch een ka dernota is. Wij zijn hier nog lang niet over uitgepraat. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Wij hebben nog liggen punt 7, dat zou na de pauze behandeld worden. Blad 33 Verslag van de raadsvergadering van 23 november 1998 De heer De Vries heeft gezegd dat er een brief ontbreekt. Ik voelde mij daar even wat onbehaaglijk bij, omdat ik de brief wel had gezien. Maar de brief is zelfs aangehecht. Aangezien de brief bij het college niet een ander standpunt heeft bewerkstelligd dan het standpunt dat ook in de raads- brief is verwoord, stel ik u voor om conform te besluiten. Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 19, 20, 21 en 22 (bijlage nrs176, 172, 173 en 178) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 23 (bijlage nr. 190) is afgevoerd. Punt 24 (bijlage nr. 181). De Voorzitter: Aan de orde is Wijzigen van de concernbegro ting voor het dienstjaar 1998. De heer Jacobse: Op bladzijde 2, punt 3, de extra middelen die wij via het Gemeentefonds hebben gekregen. Het staat mij bij dat wij hebben afgesproken, een taakstelling, dat wij extra uitkeringen die wij zouden ontvangen vanuit het rijk eerst zouden korten voordat wij die verder in de be groting zouden verwerken. Ik kan hier niet uit opmaken of dat hier ook is gebeurd. Mevrouw De Haan (weth.)De vraag overvalt mij een beetje, maar ik probeer daar antwoord op te geven, anders kom ik daar later in de Commissie Bestuur en Middelen op terug. Wij hebben een afspraak gemaakt in het kader van de bezui nigingen dat wij de budgetten die extra in het Gemeente fonds zouden komen ten behoeve van een bepaald doel, wij die zouden korten met 20%, tenzij de afdeling aangeeft dat dat niet kon. Met andere woorden wij legden de bewijslast bij de functionele afdeling. Hier komt dus ook weer ten aanzien van een aantal zaken geld in het Gemeentefonds. Voor zover ik weet hebben wij afgesproken dat dat toen een incidentele maatregel was voor de zaken uit de toen septem bercirculaire. Met andere woorden dat gaat niet eeuwig door De heer Jacobse: Ik vind het best dat u dat nog even na kijkt. Maar er moest een bepaald bedrag gehaald worden, dat is ook ingeboekt. Bij mijn weten was er toen geen septem-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 17