■BB
li
Blad 10
Verslag van de raadsvergadering van 23 november 1998
de overige raadsleden daar aanwezig gedeeld werd en uitein
delijk nu ook door mevrouw Inberg.
Mevrouw Van Ulzen: Mijn collega heeft dit stuk iets beter
gelezen dan ik en tot ons beider verbazing staat er - daar
heeft mevrouw Inberg gelijk in - dat de commissie bovendien
akkoord is gegaan met het bouwplan.
De Voorzitter: Er staan twee dingen in.
1. Wij krijgen alle fasen voorgelegd.
2. De afzonderlijke bouwplannen zullen wij op de gebruike
lijke wijze voorleggen aan de Commissie Stadsontwikke
ling
Dat gebeurt ook, laten wij zeggen het eerste stukje, is
hier inbegrepen. Dat vindt u vreemd, dat heb ik begrepen,
maar daar zijn wij net op ingegaan.
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 7 (bijlage nr. 184).
De Voorzitter: Aan de orde is Voorbereidingsbesluit ex
artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor
het perceel Gebroeders Wierdastraat 1 te Leeuwarden.
De heer De Vries: Zoals bekend hebben wij dit behandeld in
de Commissie Stadsontwikkeling. Ik meende dat wij nog een
reactie zouden krijgen, voordat dit punt in stemming zou
worden gebracht, op de brief van de familie Van der Vliet
van 10 november jl. Dit is toegezegd, maar ik heb het niet
gezien
De Voorzitter: Naar mijn idee heeft u dat ook gekregen,
maar als u zegt dat u het niet gehad heeft, neem ik dat on
middellijk aan. Hebben de overige leden van de commissie
dit ook niet gehad? (De heer Sluiter: Het kan aan mijn ge
heugen liggen, maar ik herinner het mij niet.) (De heer De
Vries: Tijdens de vergadering heeft de wethouder gezegd dat
wij nog een reactie krijgen.) Ik stel voor om dit punt even
aan te houden tot na de pauze, want ik meende wel dat er
een reactie was geschreven, dan kan ik dat nog even nagaan.
Agendapunt 7 wordt aangehouden tot na de pauze.
Blad 11
Verslag van de raadsvergadering van 23 november 1998
Punt 8 (bijlage nr. 185)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 9 (bijlage nr. 183)
De Voorzitter: Aan de orde is Overeenkomsten staande-mast-
route Grou-Leeuwarden c.a.
De hear J. de Jong: Yn de kommisje bin in tal punten ta-
ljochte en düdliker wurden. Wat üs noch net hielendal hel
der wurden is, is in yndikaasje fan de finansjele risiko's
foar üs as de ütfiering net neffens plan giet. Ik tink by-
gelyks oan wat problemen yn Boarnsterhim dy't Europeeske
subsydzjes kostje kinneMoat Ljouwert dan ek in part mei-
betelje neffens in ferdielsleutel of binne de risiko's foar
de gemeente dêr't de problemen binne? Kin de wethalder hjir
nochris op yngean?
De Voorzitter: De heer De Jong heeft in de commissie ook
hierop geduid. Toen is als antwoord gekomen dat wij de ri
sico's als Leeuwarden hebben afgedicht, maar tegelijkertijd
is er wel een situatie, dat zeg ik bij voorbaat, dat als er
uiteindelijk subsidiestromen niet zouden komen dat er na
tuurlijk met partners opnieuw overlegd gaat worden over hoe
dan wel te handelen. Dat kun je nooit helemaal uitsluiten.
Dan zal er een situatie optreden dat er wellicht een beroep
op Leeuwarden wordt gedaan. Maar dat beroep zal nooit auto
matisch nu al impliceren dat wij dat ook zouden honoreren.
Dat betekent dus dat u uiteindelijk zelf het laatste woord
hebt. Wij hebben de risico's ingedamd tot deze bedragen,
dat is ook voortdurend aan de orde geweest. Wij lopen geen
risico's als het gaat om deze bedragen, wij lopen geen ri
sico's als het gaat om directe financiële consequenties van
stukken die niet in onze gemeente plaats vinden. Tegelij
kertijd is het wel zo dat dan over het geheel een situatie
optreedt dat geheel niet kan worden uitgevoerd. Dan staan
wij voor een nieuwe situatie. Maar dat is niet aan te geven
als een risico in die zin dat wij daar nu al mogelijk geld
aan kwijt zouden zijn, wat dan niet meer beïnvloedbaar is.
Wij hebben dan een vrije keuze of wij wel of niet iets
doen. Maar dat geldt in feite voor ieder geval wat uitein
delijk anders uitkomt dan wij bedoeld hebben.
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 10 (bijlage nr. 186) wordt afgevoerd.
-