Blad 24 Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999 door een aantal woordvoerders naar voren zijn gebracht. Eén is nog niet genoemd en dat is het unieke open karakter van dit gebied zo dicht bij de stad. Alles afwegende heb ik moeten concluderen dat ik niet voor een beleidsvoornemen ga stemmen waarin over woningbouw ge sproken wordt, daar moet ik tegen stemmen en dus moet ik ook tegen een eventueel voorkeursrecht zijn, want dat moet gebaseerd zijn op een beleidsvoornemen. De heer Sluiter: Er is ongetwijfeld een wisselwerking tus sen de Wielen en de Bullepolder, maar de argumentatie doet soms vermoeden dat de Bullepolder en de Wielen wel eens door elkaar worden gehaald. Er worden vogels genoemd die in het ene gebied wel maar in het andere gebied beslist niet voorkomen en daarmee komen een aantal gegevens en een aan tal argumenten, die naar voren worden gebracht, wat op los se schroeven te staan. Een onderzoek kan daar helderheid over verschaffen, ook over de getallen waar ik in eerste termijn over gesproken heb. Ik heb dan ook alle vertrouwen dat binnen het kader van het besluit dat wij hier vanavond nemen, dat onderzoek ook van de grond zal komen. Over het aantal ganzen waar sprake van is, wil ik niet ver schrikkelijk verder meer over uitwijden. Ik heb eigenlijk niet zo vreselijk veel meer toe te voegen aan wat ik in mijn eerste termijn heb gezegd. Ik denk dat ik daar helder ben geweest. Ik heb geen argumenten gehoord die mij aan het wankelen brengen. De motie stemmen wij niet mee in. Het accorderen van een MER-studie op dit moment zou los van het tijdsverlieswaar mevrouw Van Ulzen ook op heeft gewezen, ook haast een motie van wantrouwen zijn tegen het aangekondigde onderzoek in het kader van dit besluit. Wij zien geen noodzaak daarmee in te stemmen. Dus wij zullen niet voor de motie stemmen. Mevrouw T. de Haan: Wij steunen het voorstel van het colle ge. De motie van de D66-fractie steunen wij niet, omdat wij ook bang zijn dat dit erg vertragend gaat werken. Mevrouw Hafkamp: Even een reactie op wat de heer Sluiter net zei over de verwarring die wellicht kan ontstaan over de Bullepolder en het Grote WielengebiedIk wil toch ver wijzen naar een stuk dat door de Wielenwerkgroep is uitge deeld tijdens de actiemiddag in het dorpshuis. Daarin is heel duidelijk het belang van de Bullepolder aangegeven, openheid en rust, de functie als belangrijk broedgebied voor weidevogels, met name de rode lijstsoort grutto en de Blad 25 Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999 tureluur en de internationale betekenis als voedselgebied voor ganzen. Ik wil dat toch even noemen. Het is een beetje flauw om te zeggen dat er nu geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen het belang van de Bullepolder en Wielenwerk- groep Tot slot wil ik nog even reageren op de motie van de D66- fractie. Het onderzoek dat nu is aangekondigd door het col lege willen wij eerst afwachten, dus wij steunen de motie niet Mevrouw Inberg: Eerst een reactie op de wethouder die ver onderstelt dat de D66-fractie zou weten dat het gebied niet MER-plichtig is. Ik neem hem een beetje kwalijk dat hij dat zegt, want ik heb erg veel moeite gedaan om er achter te komen. Ik heb een deskundige ambtenaar bij de provincie be naderd, die zelfs een handleiding MER had geschreven, en zelfs deze ambtenaar zegt dat goed uitgezocht moet worden in hoeverre dit gebied daar onder valt. Dus ik wil er niet van beticht worden hier onjuiste informatie te geven. Het is een ingewikkelde materie, dat heb ik al eerder gezegd. Het is bovendien ook slecht dat wij dit soort informatie niet uit de begeleidende stukken kunnen krijgen en dat wij daar zelf achteraan moeten gaan en ons niet de tijd is ge gund om dat uit te zoeken. De wethouder blijft met het eigen onderzoek komen en als enige reden daarvoor heb ik tot nu toe gehoord de vertra ging. Dat is een niet onderbouwd argument. Hij weet hele maal niet hoe lang de MER gaat duren, hij weet niet hoe lang zijn eigen onderzoek gaat duren. De PAL/GL-fractie gaat ervan uit dat wanneer het eigen onderzoek is gedaan, nog de mogelijkheid bestaat om het MER-onderzoek te doen. Dan zou het een vertraging in tweede instantie zijn. Ik vind dat een rommelige argumentatie en ook onjuist naar de raadsleden. Wij keuren het bijzonder af dat hij dit als doorslaggevend argument gebruikt. Bovendien is het argument van tijdnood toch ook iets dat wij onszelf als raad hebben opgelegd. Jarenlang kon er niet in dit gebied gebouwd wor den om diverse moverende redenen en nu zullen wij ineens tijdnood hebben om dit vol te bouwen, dat is absurd. De SP-fractie constateert terecht een loskoppeling tussen het beleidsvoornemen en de MER-plicht. Wij hebben dat zo gezien dat de Milieu Effect Rapportage aan de raad voorge legd zal moeten worden, zodat zij de nulvariant en de al ternatieven kan beoordelen. Ik vraag u nogmaals waarom u op grond van het MER-besluit, waarvan u blijkbaar goed op de hoogte bent, vindt dat er geen sprake is van een verplichting tot MER of zelfs in eerste aanloop een beoordelingsplicht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 13