Blad 38 Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999 en de netto-opbrengst is f 23.597.614,17. Tevens biedt de nieuwe Waterleidingwet, die in 2001 moet ingaan, tegelijk privatisering van de waterleiding. Toch heb ik nog een paar vragen Is het niet logischer om de budgettaire consequenties te weten, derving van de dividenduitkering minus de vervallen rentelasten, ten laste van de netto-opbrengst te laten ko men in plaats van deze te verwerken als tegenvaller en te verwerken in de begroting van 1999? Waarom is er gekozen om de opbrengst toe te voegen aan het nog in te stellen brede stedelijke investeringsfonds? Mevrouw WaandersIk heb in de Commissie Bestuur en Midde len een voorbehoud gemaakt, min of meer een technisch voor behoud, omdat wij het uiteindelijk onderhandelingsresultaat met de NUON nog niet in de fractie hadden besproken. Ik heb me wel al positief uitgelaten, dat bleek niet ten onrechte. De hele fractie gaat akkoord met het voorstel zoals het voorligt. De PvdA-fractie is ook geen principieel tegen stander van de verkoop van aandelen, dat bleek ook bij de verkoop van de aandelen van Frigem. Uiteraard gaat het na tuurlijk wel om de voorwaarde waaronder dat gebeurt. Als je kijkt naar het onderhandelingsresultaat, dan moet gesteld worden dat het een heel positief resultaat is. Dan hebben we het niet alleen over het financiële resultaat, maar ook over de overige fusieafspraken die zijn vastgelegd. In de commissie, daar heeft de heer Krol ook naar verwezen, is gevraagd om aanvullende informatie. Ik heb gevraagd om de tariefsontwikkeling van de afgelopen jaren nog eens even in beeld te brengen. Dat is ook gebeurd, dank daarvoor. Daar uit valt af te leiden dat voor de komende vijf jaar iets minder grote stijging dan de afgelopen jaren plaats zal vinden. De tarieven voor kleinverbruiker zijn de afgelopen jaren namelijk gestegen conform de inflatie, terwijl voor de komende vijf jaar is vastgelegd dat die stijging onge veer 1% minder dan de inflatie zal bedragen. Overigens had ik ook de vraag over het woordje 'ongeveer' zoals dat in het stuk staat, terwijl eerder werd gesproken over 1%. Ik denk dat het goed is als daar duidelijkheid over komt. Een andere vraag betreft de werkgelegenheidsontwikkeling, in kwalitatieve en kwantitatieve zin. Het blijkt dat de personeelsbezetting bij WLF in de afgelopen vijftien jaar behoorlijk is teruggelopen. Men constateert ook dat wanneer je niet zou kiezen voor een fusie, die ontwikkeling zich nog een aantal jaren door zal zetten. Gepaard gaande met die fusie zullen 65 personen gebruik maken van de mogelijk heid vervroegd uit te treden. Als gevolg daarvan zullen er 30 vacatures ontstaan, met andere woorden door de fusie verdwijnen versneld ongeveer 35 plaatsen, maar de natuur lijke afslanking zal een aantal jaren stilstaan. Daar komt Blad 39 Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999 bij, dan heb ik het vooral over de kwalitatieve werkgele genheid, dat er een heel belangrijke fusieafspraak is ge maakt, namelijk dat het bestuurs- en het kenniscentrum van de nieuwe waterdivisie in Leeuwarden wordt gevestigd. Wat ondermeer betekent dat een aantal hoogwaardige arbeids plaatsen van Arnhem naar Leeuwarden wordt verplaatst. Het kenniscentrum zal vanaf de start in totaal zo'n 50 hoog waardige arbeidsplaatsen opleveren. Van belang is, dan gaat het nog steeds om die werkgelegenheid, dat de Friese ge meenten zeggenschap behouden voor wat betreft besluiten be treffende die werkgelegenheid in Friesland en over de ves tiging van hoofd- en bijkantoren. Het zijn vooral de resultaten voor wat betreft de kwalita tieve werkgelegenheid die het positieve oordeel van de PvdA-fractie over het bereikte onderhandelingsresultaat on dersteunen. Wat dat gaat betekenen voor de langere termijn, dus ook na die vijf jaar, is moeilijk uit te maken nu. Die duidelijkheid kan ook niet worden gegeven als je zou zeggen dat er niet gefuseerd zou moeten worden. Wat we in ieder geval weten is dat de werkgelegenheid dan ook terug zal lo pen. Dat staat in ieder geval ook in het stuk. Dat moet je dan tegen elkaar afwegen. Van belang is ook dat vaststaat dat bij een eventuele pri vatisering van NUON de waterdivisie, waartoe het WLF zal overgaan, buiten die privatisering zal worden gehouden. Privatisering van de waterleiding is dus niet aan de orde. Tenslotte is in de commissie ook vrij uitgebreid ingegaan op het bod dat 5 voor 12 door het Waterbedrijf Groningen en Waterleidingmaatschappij Drenthe is gedaan. Ik heb in de commissie al aangegeven dat dat bod wat ons betreft niet concurrerend is. Het moment is uitermate ongelukkig, maar dat hoeft niet doorslaggevend te zijn, als het bod aantrek kelijk genoeg is. Daar hapert het wat ons betreft aan. Er heeft nog geen overleg plaatsgevonden met commissarissen en directie van WLF, de instemming van de aandeelhouders van de betreffende waterbedrijven ontbreekt nog. Er wordt niet zozeer gekoerst op een fusie, maar op samen werking en daarmee wordt niet tegemoet gekomen aan de doel stellingen die juist met fusie worden beoogd. Het klopt, en daar verwees de heer Jacobse ook naar, dat het bod van die twee waterbedrijven f 1 miljoen hoger uit komt. Maar als je dat afweegt tegen de andere afspraken die nu zijn gemaakt met NUON, dan geven wij echt de voorkeur aan de verkoop van aandelen aan NUON. De heer Stoker wees nog op de mogelijkheden tot samenwer king met de Noordelijke waterleidingbedrijven als je zou kiezen voor verkoop van de aandelen aan NUON, die zou dan geblokkeerd worden. Ik heb voortdurend uit de stukken ook begrepen, ik neem dus aan dat het zo is, dat die samenwer-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 20