Blad 48
Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 6.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de frac
ties van NLP, SP en GPV/RPF/SGP geacht willen worden tegen
het voorstel te hebben gestemd.
Punt 8 (bijlage nr. 7)
De Voorzitter: Aan de orde is Tussennotitie betreffende
aanvraag windturbine Jensma te Miedum.
Mevrouw Inberg: Wij hebben indertijd middels een motie een
meerderheid van de raad er achter gekregen dat solitaire
molens per aanvraag werden beoordeeld. Wij hebben toen ook
in de argumentatie al neergelegd dat dit niet tot een woud
van solitaire molens zou leiden, want technisch is het lei-
dingennet daarvoor niet geschikt. Inmiddels is de publieke
opinie in een paar jaar tijd volstrekt omgeslagen. Toen lag
het accent op schone energie en nu ligt het op horizonver
vuiling. De rest is op de achtergrond geraakt. EDON wil
zelfs een energiemaatschappij in Duitsland overnemen, die
voornamelijk op kolen en uranium draait, zonder dat dit tot
reactie uit de bevolking leidt. Gezien de gevaren van
atoomtransporten en de hele onopgeloste problematiek van
kernafval, vinden wij dit een slechte ontwikkeling die een
zekere mate van horizonvervuiling van windmolens rechtvaar
digt. Eén molen levert inderdaad voor 500 huishoudens elek
triciteit. Onze motivatie van indertijd is niet gewijzigd
en ook gezien het verloop van de aanvraag van deze molen,
vinden wij het niet terecht in dit stadium af te haken.
Wij steunen een afhandeling van de aanvraag op de voor ons
nog steeds zwaarwegende argumenten.
De heer Roekiman: Op 18 november 1996 is de beleidsnotitie
"Windturbines en de daarbij behorende reactienota" in dit
huis behandeld. De fractie van PAL/GL heeft toen aangegeven
voorstander te zijn van solitaire windmolens en dat wij ze
ker niet tegen het clusteren van windturbines is. De frac
tie van PAL/GL vindt het een goede zaak dat er gebruik
wordt gemaakt van alternatieve energiebronnen en wil op ba
sis hiervan ook initiatieven als windenergie extra stimule
ren. Vanuit milieuoogpunt is PAL/GL een groot voorstander
van windturbines en vormt het voor PAL/GL geen enkel pro
bleem ons solitaire windmolens toe te staan. Argumenten dat
windmolens rommelig zijn en het landschapsverstoring is,
vinden wij zeer subjectief. Nogmaals, de fractie van PAL/GL
Blad 49
Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999
vindt milieudoelen, c.q. -effecten van essentieel belang en
heeft op grond hiervan het standpunt ingenomen om solitaire
windmolens wel toe te staan. De fractie van PAL/GL heeft
hiermee dan ook voldoende reden gehad om de motie van D66
te steunen. Het college stelt thans voor om geen medewer
king te verlenen aan het initiatief van de familie Jensma
uit Miedum aangaande de plaatsing van een solitaire windmo
len. Gelet op ons eerder ingenomen standpunt ter zake zal
het u niet verbazen dat de fractie van PAL/GL niet kan in
stemmen met het voorstel van het college.
Kijkende naar het initiatief van de familie Jensma, het
provinciaal beleid en de motie ter zake, wil de fractie van
PAL/GL een aantal opmerkingen plaatsen.
Het initiatief van de familie Jensma is al tijden bekend
bij de gemeente. In 1996 heeft de familie laten weten een
plan te willen indienen voor plaatsing van een solitaire
windmolen. De motie van D66, die door de raad op 18 novem
ber 1996 is aangenomen, heeft de familie Jensma er toe be
wogen de plannen verder te ontwikkelen. Sindsdien heeft de
familie geregeld contact gehad met gemeenteambtenaren. Al
met al kon de familie de aanvraag niet eerder dan op 21 ju
li 1998 indienen. Het beleid van de provincie maakte het
toen nog mogelijk solitaire windmolens te plaatsen. Als de
aanvraag volgens de daarvoor geldende termijn was behan
deld, kon op grond van de motie en het provinciaal beleid
medewerking worden verleend aan het initiatief van de fami
lie Jensma. Immers, de strekking van de motie is: aanvraag
voor bouwvergunning voor solitaire windmolens in het bui
tengebied beoordelen volgens de geldende procedure van
vrijlating en wijziging van bestemmingsplannen, dat in af
wachting van het convenant tussen de provincie en gemeente,
waarin een uniform beleid ten aanzien van solitaire windmo
lens wordt geregeld. Een reden te meer voor de fractie van
PAL/GL om te moeten besluiten niet in te stemmen met het
voorstel van het college.
Tot slot dient te worden opgemerkt, dat het initiatief van
de familie Jensma volgens de artikel 19-procedure moet wor
den afgehandeld. Op deze wijze wordt eveneens goed gevolg
gegeven aan de motie.
De heer Stoker: Ik spreek nu ook even namens fractie De
Haan
Bij de behandeling van de Beleidsnotitie Windturbines in
1996 hebben wij uitgesproken geen voorstander te zijn van
het plaatsen van solitaire molens in het buitengebied en
wij vroegen om als gemeente zoveel mogelijk aan te sluiten
bij het provinciaal beleid in dezen, omdat dat het meest
consistent is en het is geen goede zaak wanneer verschil
lende overheden elkaar tegen spreken. Dat is geen goede