Blad 50 Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999 zaak met name naar de burgers toe en dat blijkt ook nu weer. Wij hebben destijds dan ook niet ingestemd met de mo tie van de D66-fractie. Maar de kwestie Jensma is in 1996 nog met naam en toenaam genoemd en daardoor verkregen zij in mijn ogen rechten, rechten die je ze niet zomaar kunt afnemen. Hoewel het natuurlijk wel zo is, dat als deze aan vraag in 1996 al bekend was, er wel veel tijd tussen heeft gezeten. Rechten respecteren behoort bij een geloofwaardige overheid. Mijn mening is dus niet: ik heb het toen verloren en nu probeer ik alsnog mijn zin te krijgen ten koste van. Neen, rechten zijn rechten. Maar daarom is het des te ver velender dat wij in de afgelopen week moesten vernemen dat de provincie hieraan noch ambtelijk, noch bestuurlijk zal meewerken door een verklaring van geen-bezwaar af te geven. Dat brengt mij ertoe in te stemmen met het nu voorliggende voorstel. Volgens onze informatie is verdergaan zinloos. Ook al liggen de stukken voor de provinciale commissie en de daarop ongetwijfeld volgende staten behandeling al op mijn bureau en dat zal ongetwijfeld leiden tot het vast stellen van het beleid, zoals het daarin is vervat en zoals het in de afgelopen week ook door de provincie is beves tigd. De heer Boorsma: Betreffende dit punt zijn de afwegingen van het college voor ons duidelijk en volgens ons ook ge rechtvaardigd. Wij als SP-fractie zijn voorstander van windmolenparken en niet van turbines, zoals de familie Jensma deze voor ogen ziet. Hoe logisch dit vanuit de fi nanciële invalshoek van de familie natuurlijk ook is. Van de zijde van de provincie, de heer Stoker refereerde daar net al aan, is vernomen dat er geen verklaringen van geen- bezwaar worden afgegeven. Met andere woorden: ook al krijgt de familie Jensma toestemming van de raad, de provincie zal naar alle waarschijnlijkheid geen medewerking verlenen. De raad geeft de familie in dit geval dus valse hoop en dat lijkt mij geen goede zaak. Ik wil het verder kort houden, voorzitter. Wij steunen het voorstel van het college. De heer De Vries: Ten aanzien van het onderwerp Jensma vin den wij, in zijn algemeenheid wat betreft windenergie, dat er geen consistent beleid wordt gevoerd. In de raadsbrief lees ik op pagina 5: 'Er dient een aanvulling te komen wat betreft geluidsniveaus bij verschillende windsnelheden en er moet een referentieonderzoek worden gedaan om de achter grondwaarde vast te stellen. Verwacht wordt dat vanwege het feit dat het achtergrondgeluidsniveau ter plekke heel laag is, er een overschrijding van het geluidsniveau optreedt op de woningen van derden'Toen ik dat las, dacht ik: dat kan toch niet waar zijn. Ik breng u even in herinnering de dis Blad 51 Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999 cussie die we hebben gehad over de windmolens bij Wytgaard, waar de groep 'Nee tegen de windmolens' onder leiding van mevrouw Jongedijk zeer onderbouwd heeft aangetoond dat het geluidsniveau overschreden zou worden, omdat de windmolens in het kader van de MER-eisen te dicht bij de woningen ko men te staan. Dat is toen wel aangenomen, ik zeg dat even met eigen bewoording, met: we nemen het wel aan en de pro vincie zoekt het verder maar uit. Dat even over wel of niet consistent zijn. Ik lees dan in een andere brief, die ons deze week bereik te, dat er geen medewerking moet worden gegeven aan de so litaire windturbines, omdat er nu 18 megawatt is geplaatst en daarmee is het vol. U moet het mij maar niet kwalijk ne men, maar als je aan alternatieve energie wilt doen en dat is ook windenergie, dan moet 18 megawatt geen bovengrens, maar een ondergrens zijn, dan ben je echt bezig met een al ternatief beleid. Want het is toch zo, waar weinig genoeg is, kan veel geen kwaad. Dus nogmaals, er zouden eigenlijk nog veel meer molens geplaatst moeten worden, ik kom daar aanstonds nog op terug. In de brief vind ik nog: 'in feite een zinloos, zwaarwegen de argumenten en wat mij opviel, het heeft de schijn dat er een vertragingstechniek is gevolgd'Ik zou dat willen on derschrijven, het heeft inderdaad duidelijk de schijn. Vervolgens staat er: 'de familie Jensma wilde op zeker spe len' De familie Jensma is een ondernemer en een ondernemer neemt risico's, maar probeert de risico's wel zoveel moge lijk af te dekken. Ze hebben vanaf 1996 de nek al uit ge stoken en je kunt toch onmogelijk volhouden dat ze dus nu op zeker spelen. Ik ga even voorbij aan een eventuele scha devergoeding, als dit wordt afgewezen, aan de familie Jens ma, maar dat zal in vergelijking moeten zijn met de schade die de familie heeft geleden. Kijk, voorzitter, als je op een gegeven moment zegt: wind energie moet je de vrije hand geven en daarmee komt heel Friesland vol te staan, laten we maar beginnen bij onze ei gen provincie, en daar wil je echt beleid op voeren, dan moet je ze inderdaad weghalen en dan moet je ze aan het IJsselmeer zetten op die plaatsen, waar heel weinig mensen wonen en dan moet je ze aan de noordkant zetten van de Af sluitdijk. Dan doe je echt aan windenergie en kun je er he le grote apparaten neerzetten, die vele malen meer hebben dan de 18 megawatt. Mocht aanstonds de provincie besluiten om ons voorstel af te wijzen, dan neemt de CDA-fractie toch hetzelfde standpunt in. De provincie zoekt het dan ook maar uit, maar wij zullen voor stemmen met de solitaire windmo len van de familie Jensma. Mevrouw Van Ulzen: Deze continuing story loopt nu al vanaf 1996. Wij hebben indertijd de motie van de D66-fractie ge steund en ook nu zullen wij weer deze aanvraag steunen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 26