Blad 52
Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999
De heer Ten Hoeve: Wij hebben in de commissievergadering
een aantal keren hierover gepraat, maar duidelijkheid van
hoe de raad ten opzichte van dit voorstel zou staan, kwam
er niet, daarom is het noodzakelijk dat we dat vanavond op
nieuw doen.
Er zijn twee kanten. De kant van familie Jensma, daar kom
ik direct op terug, en de gemeentelijke kant en het gemeen
telijk beleid. Daarbij is het van belang om nog even naar
de achtergrond te kijken, het gemeentelijk beleid is toen
verwoord in een notitie, die we drie jaar geleden hier heb
ben behandeld. Net kwam het park bij Wirdum-Wytgaard al
even ter sprake, waar de raad verdeeld over was. In die no
titie stond duidelijk dat de gemeente Leeuwarden niet op
het spoor zat van solitaire windmolens. Toen is de motie
van de D66-fractie aangenomen, niet om nog de twee molens
bij de Werpsterhoek en Miedum te plaatsen, maar om de twee
aanvragen nog te toetsen aan het oude bestaande beleid.
Mijn fractie was tegen solitaire molens. Voor ons was het
landschappelijke element en ook de economie de reden, waar
we in deze fase niet meer over praten, echt de vraagtekens
die je kunt zetten bij het rendement van deze molens. Niet
natuurlijk voor de belanghebbenden, die graag een molen
willen plaatsen, want de subsidieregelingen zijn zo riant
dat het voor mensen heel aantrekkelijk is en misschien soms
bijna noodzakelijk om dit soort molens te plaatsen, dat is
het trieste van de hele discussie. Maar het nut daarvan,
economisch ook, daar kunnen grote vraagtekens bij gezet
worden. Dat als achtergrond en dan kijkend naar hoe het be
staande beleid en de procedures nu in de nota op een rijtje
gezet zijn, dan kun je bijna niet anders dan constateren
dat we er zolang over hebben gepraat, dat alleen komt omdat
toen die motie is aangenomen, want in de hele notitie - en
ik wil er ook best kritisch naar kijken, maar er is eigen
lijk niet één punt te vinden wat ondersteunt dat deze soli
taire molens er wel zouden moeten komen - op alle mogelij
ke manieren is dit in tegenspraak met eigen gemeentelijk en
toekomstig provinciaal beleid. Het is in tegenspraak met
het bestemmingsplan Buitengebied'wat ook een raadsuit-
spraak is. Er zitten kanten aan naar Defensie, maar die
gaat schoorvoetend akkoord. Heel belangrijk, waar we ons
altijd heel veel aan gelegen laten liggen, is het wel
standsadvies wat niet mis te verstaan is. In de welstands
advies is sprake van een onevenredig grote visuele ruimte
lijke landschapsverstoringIk vind het heel verbazingwek
kend dat vanuit de CDA-fractie gepleit wordt voor nog meer,
nog hoger, terwijl op deze elementen gewoon niet ingegaan
wordt
Het bouwplan is in wezen overigens ook in strijd met de mo
tie die de D66-fractie heeft ingediend, dat wordt ook in
een notitie duidelijk aangetoond, want als dat bouwplan ge
Blad 53
Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999
toetst wordt aan het bestaande beleid, kan de molen ook
niet geplaatst worden.
Daarnaast is er nog geluidsoverlast. Ook duidelijk is, ze
ker na de laatste notitie, dat dit met de artikel 19-
procedure ook geen kans van slagen heef. Het zou niet van
veel flinkheid getuigen, vind ik, dit toch toe te staan,
wetend dat de provincie aanstonds deze aanvraag niet zal
honoreren
Het milieu is natuurlijk ontzettend belangrijk, niks op of
af, maar milieu is niet alleen windenergie, milieu is ook
geluid, is ook flikkering, is ook het landschap. We zijn op
dit ogenblik, ik ben daar heilig van overtuigd, bezig om
Friesland te verpesten met bungalowparken, zichtlocaties en
windmolens. We moeten daar ontzettend zuinig mee zijn. Die
afweging moet ook gemaakt worden.
Mijn laatste opmerking, ik heb daar al een beetje op ge
doeld, is dat de familie Jensma door deze procedure, voor
hen is dit een groot economisch belang en misschien wel een
noodzaak, hier tussen is komen te zitten. Dat vinden wij
heel vervelend, maar daar hebben ze verder niks aan. Maar
wij moeten wel als raad die afweging maken. Iedereen maakt
die weer verschillend, wat dat betreft is het duidelijk hoe
mijn fractie er over denkt. Wij pleiten er wel voor dat de
familie Jensma een gepaste vergoeding voor de gemaakte on
kosten krijgt. Dat is, wij realiseren ons dat, een kleine
pleister op de wonde.
De hear De Jong: Wy hawwe nochris op'e nij de foars en de
tsjins op in rychje setten en in belangenoerweging makke,
neidat wy sawol de inisjatyfnimmers as de tsjinstanners be-
socht hawwe en dêr gastfrij üntfongen binneDochs sil üs
beslüt itselde bliuwe. Wy geane net akkoard mei allinich-
steande moles yn it bütengebied. Ik tink oan'e oantaasting
fan it lanskip, it wengenot, mar ek - en dêr hawwe wy noch
net ien oer heard - de te ferwachtsjen hege planskeades fan
omwenjenden. Dêrby ek it feit, neffens de léste ynformaas-
je, dat de provinsje pleatsing fan sokke moles net mear
tastean sil. Wy kinne üs dus fine yn'e ütkomst fan de tus-
kennotysje en dat de famylje Jensma in passende skeafergoe-
ding kriget.
De Voorzitter: Laat ik allereerst even ingaan op de situa
tie zoals die heel recentelijk bij de provincie is ontstaan
en een anderhalve week geleden tot ons is gekomen. Ver
schillende van u hebben daar ook op geduid.
Het feit dat men op dit moment aangeeft niet meer te zullen
meewerken aan artikel 19-aanvragen, die tot doel hebben om
solitaire molens te plaatsen, heeft te maken met het feit
dat, wat zij noemen, het quotum vol is. Ik moet u zeggen