Blad 56
Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999
besproken. Ik zou ook niet weten hoe dat op dit moment
moet, maar het is wel een paradox.
Over inconsequent beleid, dan vind ik toch ook naar de fa
milie Jensma toe en naar meerdere eigenaren van windmolens
toe niet helemaal correct wat de provincie nu doet. Inder
tijd was het quotum opgetrokken van 15 naar 20 megawatt, in
ieder geval is altijd die indruk in de discussie en in de
plannen gewekt. Nu ineens wordt het bij 18 megawatt vol
verklaard. Ik vind dat een beetje een wispelturige, voor
mij niet helemaal te volgen, rechtvaardiging.
Dan nog even voor wat betreft die opschuiving in de raad,
dat de raad er niet uitkwam. Het was met name de PvdA-
fractie die er niet uitkwam en die het voorstel weer heeft
opgeschoven
De heer Ten Hoeve: Wij hebben de zaak helemaal niet opge
schoven. Juist ik heb gevraagd om het te behandelen in de
raad, omdat we er in de commissie niet uitkwamen. Maar het
college wilde het alleen in de commissie behandelen. (Me
vrouw Van Ulzen: We wilden het in de raad behandelen omdat
de heer Ten Hoeve vond dat er inmiddels een andere samen
stelling van het college was gekomen. Dat heeft hij ge
zegd.
Mevrouw Van Ulzen draait het om, want het college legde de
commissie een voorstel voor om daar ja of nee tegen te zeg
gen. Als de commissie nee zou zeggen, dan zou het niet in
de raad komen. Omdat daar niet duidelijk was welk lid stond
voor hoeveel stemmen, heb ik gezegd: doe het in de raad,
want dan heeft de familie Jensma eindelijk duidelijkheid.
Dus we hebben niet voor onduidelijkheid gezorgd, we hebben
juist die duidelijkheid gewild, maar het is bewust verkeerd
uitgelegd. Dat reageer ik toch - en ik heb eigenlijk niet
zoveel zin aan die muggenzifterij - naar mevrouw Inberg die
nu andere fracties en het college onduidelijkheid verwijt.
De motie van de D66-fractie hield in dat op dat moment het
college voorstelde om solitaire windmolens niet meer toe te
staan. De D66-fractie vroeg niet om de twee aanvragen van
toen wèl te honoreren, nee de twee aanvragen van toen te
toetsen aan het bestaande beleid. Dat is opnieuw gebeurd.
Nu blijkt, toetsend aan het bestaande beleid, dat ze niet
gerealiseerd kunnen worden. Dat staat uitvoering in deze
notitie, dat kan iedereen lezen, dus dat is niet inconse
quent. De motie van de D66-fractie is niet duidelijk ge
weest. (Mevrouw Inberg: Wij zijn de vrij stellingsprocedure
helemaal niet ingegaande hele afhandeling heeft niet
plaatsgevonden)De motie is getoetst aan bestaand beleid
en daaruit blijkt dat de molens niet - en in dit geval die
ene die er nog over is - gerealiseerd kunnen worden.
Blad 57
Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999
Maar ik merk dat we elkaar niet willen begrijpen, dus deze
discussie heeft verder geen zin.
Mevrouw Van Ulzen: Wat bovendien voor ons ook nog geldt,
want er wordt gememoreerd dat het dan niet passend is in
het landschap, is dat als je bij de familie Jensma op het
erf staat, ik heb ze niet precies geteld, drie of vier mo
lens in ieder geval daar wel schijnen passend in het land
schap te zijn. Dus wat ons betreft, qua aard en maat vinden
wij dat deze aanvraag gehonoreerd moet worden.
Ik vind het toch wel een beetje kinderachtig van de heer
Ten Hoeve, maar misschien is het wat laat op de avond, dat
hij zegt dat wij bewust de opzet van de PvdA-fractie ver
keerd uitgelegd hebben. Dat was misschien vroeger zo, maar
wij zitten tegenwoordig samen in het college.
De heer De Vries: Even over de schadevergoeding. Als we het
over de schadevergoeding hebben, dan hebben we het over de
vergoeding van de gemaakte kosten.
Ik heb geen behoefte om te reageren op een tweetal opmer
kingen van meneer Ten Hoeve. Ik pleit er niet voor dat heel
Friesland wordt volgezet. Ik heb gezegd: als je echt beleid
voert, dan moet je ze langs de Afsluitdijk zetten, dan kun
je ze groot maken en sterk maken met heel veel capaciteit.
Dan ben je ze uit het dagelijks zicht kwijt en doe je er
niemand kwaad mee in het kader van geluid.
Wat mij verbaast is dat de heer Ten Hoeve het heeft over
geluid en hij heeft het over flikkering, die bezwaren gel
den wel voor de familie Jensma, maar die bezwaren gelden
niet voor Wytgaard. Dat kan ik niet meer volgen.
De heer Stoker: Ik stel vast, met hetgeen wij weten over
hoe de provincie zal handelen, dat als je doorgaat, dat dan
de schade alleen maar groter zal worden. Daar heeft niemand
wat aan en dat is precies de reden voor mij om in te stem
men met het collegevoorstel.
De heer Van MourikEr zijn twee punten waar ik toch even
de aandacht voor zou willen vragen.
Een aantal fracties zegt: wij weten eigenlijk op voorhand
dat de provincie geen medewerking zal verlenen en daarom
steunen wij het voorstel van het college. Ik vind eigenlijk
principieel dat ook een provincie bij het afgeven van ver
klaring van geen-bezwaar bij een artikel 19-procedurenet
zo goed rekening moet houden met feiten en omstandigheden