Blad 60
Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999
Punt 11 (bijlage nr. 1)
De Voorzitter: Aan de orde is Verwerving en vervreemding
van diverse onroerende zaken.
De heer Roekiman: Gelet op onze standpunten met betrekking
tot het gebied Bullepolder wensen wij een aantekening te
stemmen tegen de onderdelen 2 en 3
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w., met de aantekening dat de frac
ties van PAL/GL, D66 en SP geacht wil worden tegen de on
derdelen 2 en 3 te hebben gestemd.
Punt 12 (bijlage nr. 4).
De Voorzitter: Aan de orde is Verhuizing Montessorischool
en realisering openbaar basisonderwijs in Hempens-Teerns
De heer Stoker: De GPV/RPF/SGP-fractie is tegen de zoge
naamde samenwerkingsschool. Wij hebben dat ook in ons ver
kiezingsprogramma aangegeven. Qua huisvesting zouden wij
het verstanding vinden dat er in Hempens-Teerns een gebouw
komt dat geschikt is voor de huisvesting van twee scholen.
Dat streven hebben wij destijds verwoord in de gezamenlijke
notitie met de CDA-fractie. Maar dit is natuurlijk nog geen
samenwerkingsschool. Tot nu toe was een samenwerkingsschool
per definitie een bijzondere school, neutraal bijzonder, en
daarmee ging een stuk openbaar onderwijs verloren. Inmid
dels kunnen ook openbare scholen bestuurd worden door een
stichting, waarmee de samenwerkingschool dan volgens de wet
een openbare school zou kunnen worden.
In de discussie rond de bestuursvorm van het openbaar on
derwijs heb ik al uiteengezet dat onzes inziens een openba
re school, die bestuurd wordt door een stichting wel dege
lijk een bijzondere school wordt en dus haar openbaar ka
rakter verliest. Omgekeerd geldt dat wanneer je de samen
werkingsschool wel als openbare school zou beschouwen de
deelnemende bijzondere school haar identiteit kwijtraakt.
De samenwerkingsschool telt dus altijd één verliezer. Naar
onze mening zijn de identiteit van zowel de openbare als de
bijzondere school te belangrijk om te worden opgegeven.
Daarom kan beter van een samenwerkingsschool worden afge
Blad 61
Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999
zien. Nog afgezien van het feit dat dit onderzoek waar
schijnlijk zal stranden, omdat wij niet verwachten dat het
protestants christelijk onderwijs hiervoor zal voelen, maar
dat is uiteraard hun eigen verantwoordelijkheid, vind ik
dat je ook politiek duidelijk moet zijn. Geen onderzoek
naar iets waar we niet naar toe willen. Voor ons is deze
kwestie belangrijk genoeg om niet in te stemmen met het nu
voorliggende voorstel nr. 5 van het besluit.
De heer Wijmenga: Wij hebben in de commissie al uitgebreid
stilgestaan bij het voorstel. Dat wil ik hier niet herhalen
In de commissie, dat wil ik hier wel herhalen, hebben wij
heel nadrukkelijk aangegeven dat wat ons betreft er geen
onderzoek hoeft te komen naar een samenwerkingsschool, om
dat, voorzover ons is gebleken, daar op dit moment nog geen
brede noodzaak toe is.
Dat wil ik hier nog een keer herhaald hebben.
Mevrouw De Haan (weth.)Ik weet dat er tegen het fenomeen
samenwerkingsschool verschillend wordt aangekeken. Dat wil
zeggen dat politieke partijen daar verschillende meningen
over hebben. Van deze twee partijen is ook bekend dat zij
daar geen voorstander van zijn. Wat ik in de commissie
daarover gezegd heb is het volgende: de eerste optie zowel
van het openbaar als van het bijzonder onderwijs was een
zelfstandige school, al of niet onder één dak, dat is een
kwestie van het gebouw. Juist omdat in dit geval een zelf
standige school qua prognosecijfers niet uitkwam, is er een
gesprek gevoerd met de besturen van het bijzonder onder
wijs. Daar is afgesproken, overigens ook met mededeling dat
de eerste optie ook van bijzonder onderwijs was een zelf
standige school, dat we in ieder geval een keer een samen
werkingsschool zouden gaan bezoeken om de voor- en nadelen
tegen elkaar af te wegen, dat we ons zouden oriënteren zon
der dat je je vastlegt. Dat is het enige wat er aan de orde
is. Dat onderzoek is niet zo veel meer dan eens met elkaar
kijken naar hoe het elders werkt en wat de voor- en de na
delen daarvan zijn. Wat overigens in aanmerking komt op het
moment dat we niet een zelfstandige school zouden kunnen
stichten
De heer Wijmenga: Het gesprek met besturen, ik neem aan dat
het maar één bestuur is geweest, Leeuwarden-zuid dan waar-
schijnlij k.
De heer Stoker: Ik vind toch politieke duidelijkheid in de
zen belangrijk. Wij willen geen samenwerkingsschool en
daarom blijf ik tegen nummer 5 van dit besluit.