Blad 14 Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999 Mijn fractie kan en wil niet voorbij gaan aan de ommezwaai van wethouder Brinks. Wethouder Brinks heeft - daar ga ik vanuit tot mij het tegendeel wordt medegedeeld - in novem ber j.l. in het College van B. en W. ingestemd met het ves tigen van het voorkeursrecht. In de vorige raadsvergadering heeft de wethouder ingestemd met aankoop van de grond. Bei de besluiten waren en zijn onlosmakelijk gekoppeld aan de bereidheid hier woningbouw te realiseren, dat is meerdere keren in de raad en commissie benadrukt. Wij kunnen respect opbrengen voor wethouders die om principiële redenen een standpunt innemen dat afwijkt van het collegebesluitDat moet ook kunnen. Echter dat is hier niet aan de orde. Wet houder Brinks heeft een standpunt, dat hij eerst in het al gemeen belang van de gemeente achtte, gewijzigd in een standpunt dat hij in het partijbelang van PAL/GroenLinks geacht werd te nemen. Zulk gedrag tast het gezag van de wethouder met name naar andere partijen in de raad aan. Het kan ook niet zo zijn dat de wethouder wel de waardering wil voor het feit dat er gezorgd is voor een betere economische basis en dus werkgelegenheid, meer inkomsten voor de ge meente en dus mogelijkheden om ook zaken als minimabeleid, milieubeleid en lastenverlichting mogelijk te maken en te houden, terwijl de wethouder zijn handen aftrekt van de minder prettige beslissingen die nodig zijn om die leuke beslissingen mogelijk te maken. Het zal duidelijk zijn dat wij de beslissingen steunen, maar het gedrag van de heer Brinks afwijzen. De heer Boorsma: In de commissievergadering is al een aan tal keren ook door ons aangegeven dat wij op zich genomen de Wet voorkeursrecht gemeenten een goede wet vinden. Het verstevigt volgens ons de mogelijkheden van de gemeente om te komen tot een invulling van gronden zoals zij dat wenst. De Wet voorkeursrecht gemeenten voor de Bullepolder vinden wij echter geen goede zaak. Volgens ons zijn de natuurwaar den hier toch echt te groot. Bovendien biedt het beleids voornemen vrijwel geen enkele andere invulling dan woning bouw, vooral in het hoogste marktsegment. Woningbouw in de Bullepolder is voor Leeuwarden geen halszaak. Wij hebben wel eens vaker gezegd dat wij eerst gewoon richting het zuiden moeten gaan, daar is het volgens ons nog niet vol. Mocht het echt kritiek worden voor de gemeente, dan kan er alsnog naar dit soort gebieden gekeken worden. Waarbij na tuurlijk dan alsnog de afweging moet worden gemaakt of wo ningbouw in die gebieden überhaupt wel doorgang zou moeten vinden. In het kader van Leeuwarden Open Stad kan hieraan gerefereerd worden. Het duurt nog jaren voordat het zuiden volgebouwd is. Wie weet is de markt tegen die tijd dermate veranderd dat wij een totaal andere vraag krijgen. Bouwen in de Bullepolder zou dan achteraf gezien niet eens nodig Blad 15 Verslag van de raadsvergadering van 18 januari 1999 zijn geweest. Wij weten niet hoe het komt in de toekomst. Dat zou natuurlijk zonde zijn. Ik wil meteen ingaan op de motie van de D66-fractie. Wij zien die motie onafhankelijk van het voorliggende voor stel. In die zin kunnen wij een Milieu Effect Rapportage steunen. Wij stemmen daarmee in. Waarmee wij natuurlijk ruimte willen scheppen voor een door ons wenselijk geachte ingang, namelijk geen woningbouw in de Bullepolder. Ik hoor graag de reactie van de wethouder hierop. Mevrouw Van Ulzen: Ik wil in ieder geval de Vogelwacht be danken voor de ludieke vogel. Ik heb al in een eerder stadium gezegd dat wij toch wel een beetje onder de indruk zijn van de wijze waarop er opposi tie wordt gevoerd, ik ben ervan overtuigd dat ons nog meer te wachten staat. In de commissie is door ons al gememoreerd dat wij natuur lijk begrip hebben voor de bewoners die zich overvallen voelen door het voornemen om te gaan bouwen in de Bullepol der. Het is natuurlijk geen verrassing als ik zeg dat ook de raadsleden verrast waren. Desondanks vinden wij dat de wethouder alert en zakelijk heeft gereageerd met het vestigen van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Wij zijn het daarmee eens, maar wij blijven des ondanks vinden dat men met dit instrument bijzonder behoed zaam om moet blijven gaan. Natuurlijk komt er te zijner tijd een discussie over wat ik gemakshalve dan maar de bufferzone wil noemen. Maar wij willen toch op voorhand laten weten dat wij ervan uitgaan dat deze bufferzone niet als natuurgebied zal worden aange merkt, want dan worden de daar gelegen bedrijven op slot gezet en is het niet ondenkbaar dat wij grote schadeclaims kunnen verwachten. In de commissievergadering zei de wet houder overigens dat ook met de belangen van de agrariërs terdege rekening gehouden zou worden. Wij stellen dat op prijs en wij vinden dat ook niet meer dan natuurlijk. Wij zien geen noodzaak voor een natuurstudie, zoals ver zocht wordt door de WielenwerkgroepDe gemeente hoeft niet roomser dan de paus te zijn, met andere woorden nog meer onderzoeken te verrichten dan waar zij wettelijk toe ver plicht is. Daarbij is tevens ons antwoord aan mevrouw In- berg gegeven over haar motie. Van de wethouder hebben wij begrepen dat met betrekking tot Europese habitatrichtlijnen het volgende aan de orde is. De provincie is terughoudend met het aanwijzen van de Grote Wielen als zodanig, vanwege de ligging ten opzichte van de stadsrand. Naar aanleiding van een schriftelijk verzoek van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 8