Blad 20
Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999
De heer Jacobse: Mevrouw Inberg, ik weet zeker dat op het
moment dat Achmea zou verdwijnen uit Leeuwarden, we dan
inderdaad heel veel mensen zouden hebben die zeggen: hoe
hebben jullie dat nou kunnen laten gebeuren.
De heer Sluiter: Ik heb nog niet zo zeer aangedrongen op nu
al een veranderde houding die we aan zouden moeten nemen
tegen Hüs en Hiem. Ik heb inderdaad aangedrongen op een
gesprek, op een nader overleg. Ik heb niet gezegd tussen
wie en wie dat zou moeten plaatsvinden, maar dat zal verder
wel goed komen. Ik denk dat dit ook nog in zo'n stadium is
dat dat eens bekeken moet worden. Ik concludeer nu nog
niet, dat wil ik nog even vastgelegd zien, tot een veran
derde houding alleen al.
De heer De Vries: Ook eventjes over Hüs en Hiem, wat de
veranderde houding betreft neigen wij toch een beetje naar
het standpunt van de heer Sluiter, maar we zouden dat toch
uit willen stellen tot het architectuurbeleid in Leeuwarden
is vastgesteld. Want dan weten we ook waar we over spreken.
Ik wil daar ook richting aan geven. Als u de moeite wilt
nemen om eens een keer door Goutum-Noord te wandelen en om
u heen te kijken, dan is het beleid wat Hüs en Hiem daar
manifesteert voor mij compleet mistig. Ik denk dat het goed
is dat we het architectuurbeleid hier in Leeuwarden als
raad zelf vaststellen. Dan kunnen we ook heldere afspraken
maken met Hüs en Hiem.
De Voorzitter: Mevrouw Inberg wil helderheid over de tech
nische kwestie, die zal ik geven. Er bestaat nog op een
aantal onderdelen verschil van inzicht over met name de
uitwerking van het ontwerp. Dat betekent dus niet dat er
een heel nieuw ontwerp gemaakt zou moeten worden. Dat zal
ook niet gebeuren. Het gaat wel om plaatsing, kleurstel
ling, überhaupt wel of niet een glaswand. Wij zullen ons
inspannen, en dus ook Hüs en Hiem invloed geven op die
uiteindelijke uitwerking. Daar gaan we dus nog over in
overleg. Maar de situatie is wel zo, dat is de grootst
mogelijke helderheid die ik kan geven, dat als we niet tot
overeenstemming zullen komen, dan zullen we afwijken van
het advies van Hüs en Hiem.
Het tweede is dat er nu door mevrouw Inberg een beetje
wordt gezegd: wij worden hier een beetje bedonderd. Het
verhaal gaat, zegt zij, dat de huidige werknemers van
Achmea in die toren komen, dat het niet gaat om nieuwe
arbeidsplaatsen. Daarmee geeft zij wederom een verkeerde
voorstelling van zaken. Het gaat natuurlijk om de huidige
medewerkers van Achmea, maar het aantal arbeidsplaatsen
Blad 21
Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999
stijgt voortdurend elk jaar door. Men kampt dus met ruimte
gebrek en dat betekent dat men meer kantoorruimte wil bou
wen. Vanuit die gedachte is de bouw van deze toren aan de
orde. Dat is volstrekt logisch en dat heeft niks te maken
met het feit dat het heel gek zou zijn dat de huidige mede
werkers voor een deel naar die toren verhuizen. Want men
richt uiteindelijk die kantoren ook weer nieuw in en zorgt
dat de mensen weer voldoende plek hebben om te werken.
(Mevrouw Inberg: Ik wil niet beticht worden dat ik de term
wij worden bedonderd, heb gebruikt, want dat is absoluut
niet waar.)
U hebt dat woord ook niet gebruikt. Dat klopt. Maar u hebt
wel een zodanige zin gebruikt, dat dat er gemakkelijk uit
kan worden afgeleid. Als ik dat verkeerd heb, dan neem ik
het onmiddellijk terug. (Mevrouw Inberg: Ik zou het liever
op verkeerde inschatting houden).
Dan even het architectuurbeleid. Er is een basisnota over
architectuurbeleid in voorbereiding, die is praktisch
klaar. We stellen ons voor om dat niet ter normale bespre
king in de commissie te brengen, maar er eerst een soort
van workshop of symposium over te organiseren. Daar zal Hüs
en Hiem ook aan deelnemen en het misschien ook wel voor een
stukje mee organiseren. Ik denk dat wij dan een vruchtbare
discussie zullen hebben over de manier waarop we daarmee
verder gaan. Dan ontstaat er ook een basis om eens te kij
ken hoe die verhouding zich uiteindelijk kan ontwikkelen.
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w., met de aantekening dat de leden
van de fractie van D66 geacht willen worden tegen het voor
stel te hebben gestemd.
Punt 11 (bijlage nr. 19)
De Voorzitter: Aan de orde is Exploitatie-overeenkomst
Pieter Christiaanpark
De heer De Vries: Wij zijn niet tegen deze overeenkomst.
Wel vinden wij de gang van zaken, dat willen we toch even
tjes aan de orde stellen, dat het project in de Commissie
Stadsontwikkeling nog behandeld moest worden, de inspreek-
procedure nog moest volgen, maar dat de projectontwikkelaar
inmiddels opdracht gaf aan de aannemer om met de voorberei
dende werkzaamheden te beginnen. Door dit soort gedrag
wordt de raad voor de bewoners van Leeuwarden, zoals we