Blad 10 Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999 de architect op deze manier gewoon door kan gaan? Wij heb ben Hüs en Hiem als onafhankelijk adviesorgaan bij de hand genomen om adviezen hierover te geven en vervolgens wordt dat zo aan de kant gelegd, zonder één enkele essentiële wijziging. Ik zou toch de raad nogmaals willen vragen om nog één keer de definitieve vaststelling van dit bestem mingsplan te heroverwegen door nog één keer de gelegenheid te geven om met Hüs en Hiem in overleg te treden, met de architect in overleg te treden en met Achmea in overleg te treden. Ik denk dat dat voor de Leeuwarder bevolking een hele goede geste zou zijn. De heer Sluiter: Mijn verhaal is een klein beetje anders getint. Want met de vaststelling van het bestemmingsplan Lange Marktstraat-Noord geven wij ruim baan voor de hoog bouw van Achmea, zoals die door architect Bonnema is ont worpen. Vanaf het eerste moment is het enthousiasme voor de uitbreidingsplannen van Achmea èn voor de wijze waarop daar door Bonnema vorm aan wordt gegeven, groot geweest. Deze investering versterkt immers het profiel van Leeuwarden als stad van zakelijke dienstverlening. Het aantal arbeids plaatsen zal toenemen en de stad wordt verrijkt met een markant bouwwerk. In de raad is de kritiek dan ook tot één van de vertegenwoordigende partijen beperkt gebleven. En ook daar buiten is men niet echt tegen de plannen te hoop gelopen. De wijkvereniging De Toekomst/Vosseparkwijk heeft op aanscherping van de naleving van de parkeernormen aange drongen en daaraan is in dit besluit tegemoet gekomen. Niettemin zijn wij er ons van bewust dat het nogal wat is, zo'n toren van ver over de 100 meter hoogte. Het zal dan ook in de komende twee jaar een ingrijpend karwei worden om die toren te laten verrijzen. Tijdens een excursie in Rot terdam hebben wij gezien wat er voor nodig was om een nog iets hogere toren in Rotterdam te bouwen. Op zich een inte ressant karwei trouwens. Bijzonder voortvarend is inmiddels begonnen met de tijde lijke herinrichting van de Sophialaan om de bouw zo snel mogelijk te laten starten. Ik moet nog zien of Achmea ons duizelingwekkend tempo kan bijhouden. Daarmee kom ik op een punt van kritiek van de omwonenden. In de commissie is nadrukkelijk door een inspreker gevraagd om bij de uitvoerder er op aan te dringen dat de overlast voor omwonenden, ook die zich te water bevinden, zo beperkt mogelijk zal zijn. Daarom zal er ook de nodige aandacht moeten zijn voor de informatie, het overleg en de afspraken over de diverse stadia van de bouw, de tijden waarop werk zaamheden worden verricht, de geluidsoverlast, aan- en afvoer van materialen, enz. Mijn vraag is of het college actief naar middelen wil zoe ken om er op toe te zien, dat er bij de bouw zorgvuldig met Blad 11 Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999 de omwonenden wordt omgesprongen door de uitvoerder. In de laatste vergadering van de Commissie Stadsontwikkeling is ook het basisontwerp omgevingsplan aan de orde geweest. Dat is hier vanavond niet aan de orde. Maar het is misschien goed hier toch vast te stellen dat ook voor dit ontwerp grote steun bij de raadsfracties is. Dezelfde raadsfrac ties, min één dus. Des te interessanter wordt het om te vernemen of Achmea zich bereid heeft verklaard inmiddels, wat ze van meet af aan gevraagd hebben, om substantieel in de kosten voor de herinrichting bij te dragen. Ik wil dat graag van de wethouder horen. Terug naar de toren. Nadat in een drietal vergaderingen van de Commissie Stadsontwikkeling de toren van alle kanten is bekeken, ook het plan van de passage is toegelicht, en er ook buiten commissieverband nog bijeenkomsten met betrek king tot deze onderneming zijn gehouden, komt er een goede week voor de besluitvorming in de raad een woedend protest van Hüs en Hiem in de pers. Niet bij ons, in de pers. Mevrouw Inberg heeft het rapport waarschijnlijk aange vraagd. Die kritiek wordt zwaar aangezet en zowel Bonnema als de gemeente krijgen het zwaar te verduren. Maar wat moet ik er nu mee? Wat moeten wij er nu mee? Wij waren zeer wel te spreken over de vondst van de overkapping langs het te bouwen gebouw. Dat vanaf de Prins Hendrikbrug het zicht zal veranderen op het station, daarvoor staat alleen het herinrichtingsplan al garant, met al die bomen, die zullen dat zicht zeer veranderen. Met andere woorden, mijn fractie vindt dat plan, zoals het er ligt, dik in orde. Wat doet het college nu met de opmerking van Hüs en Hiem? Anders gevraagd, ik zou zelf een beetje onaangenaam zijn getroffen als het college nu ineens zou besluiten, op grond van de kritiek van Hüs en Hiem - het zou het college na tuurlijk vrij staan - dat de plannen er nu anders uit gaan zien, dan dat wij onder ogen hebben gekregen. Misschien, en ik zeg dit terzijde, moeten wij in de Commissie Stadsont wikkeling of in een ander gremium, eens praten over hoe het verder met Hüs en Hiem moet en wat wij met dit adviesli chaam moeten, want we lopen ook op een ander punt momenteel tegen kritiek van Hüs en Hiem aan, waar we niet zozeer op gerekend hadden. Ik kom tot mijn conclusie. We kunnen blij zijn dat er in onze stad zo'n grote investering wordt gedaan, die de werk gelegenheid vergroot en ons profiel versterkt. Wij mogen ook blij zijn dat onze stad verrijkt wordt met architectuur van kwaliteit en wel zodanig dat je er niet gemakkelijk om heen kunt kijken. Daar wil ik nog graag iets aan toevoegen. De kans is groot dat ons - en met ons bedoel ik de partijen die instemmen met dit bestemmingsplan en daarmee met de bouw van deze toren - opnieuw verweten wordt dat wij gemak kelijk en vooral te kritiekloos zijn gezwicht voor het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 6