Blad 44 Verslag van de raadsvergadering van 12 april 1999 Over de transferia zijn wij duidelijk geweest. Wij hebben gezegd koppel dat aan carpoolplaatsen, zodat het wat rende ment op kan leveren en hou ze eerst heel klein. Over de parkeerbalans zijn wij het eens, wij hebben ook ge adviseerd om met bedrijven contact op te nemen, in hoeverre er mogelijkheden zijn om de garages van die bedrijven op zaterdag open te stellen voor auto's. De heer Stoker: Wij hebben grote twijfels bij het voorge stelde rond de transferia. Verder stemmen wij als fractie ook niet in met het voorge stelde rond de parkeerbalans. Zeker nu wij bezig zijn de binnenstad te herstructureren, in die zin dat het allemaal vernieuwd wordt en je meer koopkracht naar Leeuwarden wilt brengen, lijkt ons dit geen verstandige maatregel. Daarom zullen wij ook tegen punt 2, 8 en 9 van dit voorstel stemmen De heer Den Oudsten (weth.): Ik wil beginnen met de opmer king die de heer De Jong maakte dat hij onvoldoende tijd heeft gehad om de zaak goed door te werken. Dat gold voor één klein onderdeel, voor het overige had hij de rapporten al een paar maanden in huis. Ik had zelf de indruk dat er inderdaad een zodanige oplossing is gekozen voor de be sluitvorming dat die tijd alsnog gegund was. Ik denk dat het goed is om dat nog even te zeggen. (De heer J. de Jong: Er is op een creatieve manier mee omgegaanmaar dit moeten wij in de toekomst natuurlijk zien te voorkomen.) Wij pro beren natuurlijk altijd de stukken op tijd bij de commissie te krijgen. Er zijn enige opmerkingen gemaakt over de busbanen door verschillende fracties. De heer De Vries heeft al eerder gevraagd hoe het met de Groningerstraatweg zit. Ik heb daar dacht ik ook al eerder een antwoord op gegeven. Het is inderdaad zo als mevrouw De Jong zegt, dat wij hier de manier van besluitvorming hante ren, die wij ook bij het Programma Infrastructuur hanteren. Wij zeggen in grote lijnen dat wij dat gaan doen en op het moment dat de detaillering rond komt, krijgt de raad nog een keer definitief, ook met een bedrag erbij, het voorstel terug en dan zal ook de onderbouwing van het voorstel nog een keer extra moeten komen. Nu zegt hij dat er nog iets meer moet worden gedaan, dat geldt natuurlijk voor al die busbanen. Hij stelt maar over één een vraag, dat hij eigenlijk niet gelooft dat het echt helpt, want het is maar zo'n klein stukje, wacht eerst maar eens of die rotonde ook helpt. Wij hebben dit laten uitwer ken in relatie met de rotonde, ik heb hier de precieze cij Blad 45 Verslag van de raadsvergadering van 12 april 1999 fers van de auto- en busbewegingen niet bij de hand. Bij de lengte van de busbaan - in die zin kan ik mevrouw Van Ulzen wel gelijk geven - zit het probleem natuurlijk in de finan ciële onderbouwing en de subsidiëring. Daar zit het punt waarom je zegt, je moet hem zover aanleggen, omdat je niet voor meer meters subsidie krijgt. Dan kom je natuurlijk op een heel ander plaatje uit. Men is nu bezig om de rotonde aan te leggen. Ik denk dat over een aantal maanden het voorstel komt voor die busbaan. Wij zullen dat nog een keertje extra onderbouwen, zodat op dat moment nog een de finitief oordeel kan worden geveld. Dat ten aanzien van de busbaan Groningerstraatweg. De transferia. Ik denk dat het een misverstand is als u denkt dat het col lege voornemens is die transferia zo snel als het kan aan te leggen. Ik heb in de commissie ook al gezegd dat wij daar zelf heel zorgvuldig naar kijken. Wij kennen natuur lijk ook de voorbeelden uit andere gemeenten, zowel posi tief als negatief. Wij weten ook dat de aanloopsituaties rondom die transferia nogal wat tijd in beslag nemen. Wij zullen ons ook in eerste instantie op die busbanen concen treren, de planologische voorbereiding voor die transferia. Ook voor die transferia geldt, geef ons de ruimte om dit soort voorbereidingen te treffen. Wij besluiten in principe dat de mogelijkheid er is om die transferia aan te leggen, maar het is natuurlijk logisch dat straks de commerciële haalbaarheid, ook een nadrukkelijke rol speelt bij het mo gelijk wel of niet aanleggen. In die zin kan ook de proef, waar de heer Roekiman op doelt, een rol spelen. Wij denken dat het moet, op welke termijn kunnen wij nog niet zeggen. Wij denken ook dat het uiteindelijk noodzakelijk wordt. Wij vinden dat wij nu, nu wij een intergraal plan voorleggen, ook dit ter besluitvorming moeten voorleggen. Maar het gaat als het ware om een principebesluit om die kant op te gaan, maar zodra wij echt geld gaan uitgeven aan de aanleg daar van, krijgt de raad nog uitgebreid de gelegenheid om met de gegevens die ons dan ter beschikking staan, daarover een uiteindelijk oordeel te vellen. Er zijn enige sprekers geweest die een opmerking hebben ge maakt over de parkeerbalans. Ik wil hier op twee manier op ingaan. Het ene is dat wij denken dat wij goede gronden hebben om die parkeerbalans naar 100% te brengen. Dat gaat dan om één uur zaterdagmiddag, wij hebben het natuurlijk over een theoretisch model, dat is ons referentiekader. Niemand gaat zitten kijken wanneer precies al die plaatsen bezet zijn, maar aangenomen mag worden dat dit de werke lijkheid zeer dicht nadert. Wij hebben ook de Leeuwarder Ondernemersvereniging daarover gehoord en ook de kritiek uit enige fracties.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 23