Blad 50 Verslag van de raadsvergadering van 12 april 1999 station neer wil zetten. Ik ben er vanavond nog een keer langs gereden, maar op die plek zie ik echt geen benzine station komen. Wij zouden er voor willen pleiten daar een busbaan neer te leggen vanaf de Aldlansdyk helemaal tot aan de spoorovergang, dan hebben wij een goede busbaan. De heer Den Oudsten (weth.): Ik heb dat inderdaad toegezegd en ik meende ook dat er een briefje naar de heer De Vries was gegaan, dat is niet het geval begrijp ik. Ik begrijp ook dat hij het niet afhankelijk stelt van zijn goedkeuring voor dit voorstel. Ik kom daar op terug. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 14 en 15 (bijlage nr. 39 en 36) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 16 (bijlage nr. 38) is afgevoerd. Punt 17 (bijlage nr. 41). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 17a (bijlage nr. 49). De Voorzitter: Aan de orde is Gemeentelijke bijdrage aan het MCL in verband met de bouwinvesteringen De heer Jacobse: In de besloten vergadering van de Commis sie Bestuur en Middelen is twee keer hierover van gedachten gewisseld. Mijn fractie wenst aantekening tegen dit voor stel te hebben gestemd. Blad 51 Verslag van de raadsvergadering van 12 april 1999 De heer Krol: De CDA-fractie is er uiteraard voorstander van dat gedane beloften worden nagekomen. Waar wij moeite mee hebben is de procedure. Wanneer je als uitgangspunt hebt als raad dat je twee keer per jaar de financiële ba lans opmaakt, dat de behandeling van de Perspectiefnota voor de deur staan en dat daarin die f 1,7 miljoen een be langrijke rol speelt, dan vinden wij dat een integrale af weging op z'n plaats zou zijn geweest. Wij vinden dat er nu, vooruitlopend op de Perspectiefnota, eigenlijk snel dit voorstel door de raad wordt geloodst. Wij vinden dat geen goede procedure. Wij hebben daar ook moeite mee. Wij weten ook dat de meerderheid van de raad het anders ziet, dat zij zo, er blijft ons daarom anders niks over dan om procedure le redenen tegen te stemmen. De heer Stoker: Ik wou mij geheel aansluiten bij de woorden van de heer Krol en ook zijn conclusie. Mevrouw De Haan (weth.): U kent mijn standpunt als het gaat om nieuw beleid en dat zoveel mogelijk beperken tot twee keer per jaar. Overigens is het ook nog altijd zo dat de theorie en de praktijk in een enkel geval je doet besluiten om hiervan af te wijken. Dat komt voor en dat zal ook al tijd zo blijven. Toch denk ik dat de regel om dat twee keer per jaar te doen goed werkt. Alleen de vraag is in dit ge val of wij het hier hebben over een gewone zaak van nieuw beleid. Ik denk het niet. De heer Krol heeft in de commis sie hetzelfde verhaal gehouden. Als wij nu zouden uitstel len tot de behandeling van de Perspectiefnota, los van wat dat betekent als signaal naar het MCL - u weet wat er aan vooraf gegaan is - denk ik ook dit moet worden gezien als resultaat van onderhandeling. Wat de heer Krol in feite zegt is dat het hem niet gaat om dat wij wat moeten doen, maar om de hoogte van het bedrag, hij wil dat kunnen afwe gen tegen alle andere dingen die hij ook nog wil. Daarmee laat je dus een tijdje boven de markt hangen wat het zal gaan worden. Terwijl dit natuurlijk een bedrag is waar wij met het MCL over gesproken hebben en waar wij het met het MCL over eens zijn geworden, dat wij er dan ook in één keer af zouden zijn. Op het moment dat wij dat maar laten han gen, moet je dat weer afwachten, moet je opnieuw met ze in onderhandeling. Dat maakt voor mij het verhaal naar de raad, dat ik zou willen voorstellen om voor of tegen te stemmen, daar is de raad volkomen vrij in, maar ga er niet tussenin zitten. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 26