Blad 76
Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999
een motie overnam, dan werd die vervolgens niet meer in
stemming gebracht. Dus we hebben afspraken gemaakt dat we
dat niet meer zullen doen. Het college adviseert positief
ten aanzien van die motie, maar zij neemt die niet meer
over, dat is de afspraak.)
Bij alle moties, waarvan ik gezegd heb dat het college die
overneemt, wordt dit nu gecorrigeerd in: daar staat het col
lege sympathiek tegenover.
De heer Bilker (weth.)Ik zal de diverse portefeuilleon
derdelen van mij langsgaan. Ik begin bij personeel en orga
nisatie
De PvdA-fractie heeft gesproken over de dienstverlening van
de gemeentelijke organisatie, dat die uit verschillende on
derdelen bestaat, dat er verbeteringen zijn doorgevoerd,
maar dat altijd weer de kwestie van de meetbaarheid aan de
orde is. Als gevolg daarvan vraagt de PvdA-fractie ook de
operationele doelen ten aanzien van leefbaarheid van de ge
meentelijke instrumentaria, ook wat clientvriendelijkheid
betreft, te formuleren met ingang van de volgende Perspec
tiefnota. Ik wil graag die toezegging doen, we zijn dat ook
met haar eens
De PvdA-fractie is begonnen met een motie in te dienen, mo
tie 1, over de telefonische bereikbaarheid. Het volgende
probleempje doet zich voor. Er staat in de tweede overwe
ging van die motie dat het ten dele te wijten is aan beper
kingen aan de bestaande telefooninstallatie. Dat is niet
waar. Het is geen technisch probleem, het probleem ligt hem
niet aan de installatie. Het is eigenlijk een heel ander
probleem. Het is een kwestie van discipline, van afspraken
maken en van het tussen de oren hebben, om het duidelijker
te zeggen. Dus wij zitten met het voorstel wat nu gedaan
wordt, ook met een plan van aanpak om eigenlijk te zeggen:
er moeten afspraken komen, die zijn er al bij verschillende
onderdelen van de dienst. Wij moeten het niet allemaal on
der één noemer brengen. Wij willen het in het plan van aan
pak hebben over die onderdelen waar het niet goed ingebed
is in de organisatie. Ik wil zeggen dat er onderdelen zijn
waar het wel goed geregeld is, dat moeten wij wel weten.
Als de motie zo zou kunnen luiden - ik heb het met mevrouw
Waanders doorgenomen - dat misschien die tweede overweging
kan vervallen en wij in het besluit kunnen zeggen dat het
gaat om een plan van hoe het in de organisatie wordt inge
bed, dat we ook de afspraak die we daarin maken aan de com
missie voorleggen, want dat zal uiteindelijk het voorstel
worden, dan kan het college die motie omarmen.
(Mevrouw Waanders: De discipline van medewerkers om altijd
de telefoon op te nemen en correct door te verbindende no
titie waar ik in de eerste termijn over sprak, daar wordt
gezegd dat het meten van die bereikbaarheid niet kan met de
Blad 77
Verslag van de raadsvergadering van 31 mei
1999
huidige apparatuur en dat dit als een gemis wordt ervaren.
Vandaar dat ik niet gezegd heb, in praktijk maar ook in the
orie. De apparatuur moet daar ook geschikt voor zijn. Als de
wethouder zegt dat het geen enkel probleem is, dan denk ik
dat er iets in de notitie staat wat niet klopt - die is
trouwens heel recent - dan weet ik het ook niet meer)
Goed, dan gaan we in detail. Ik weet wat er met die notitie
bedoeld wordt. Het gaat puur om de afspraken op de diensten
met betrekking tot antwoordapparaten. We moeten die veel
minder gebruiken. Wij moeten in veel gevallen naar anderen
doorverbinden. Daar gaat het om, wij spreken nu begrijp ik
over twee verschillende dingen. Ik heb het over de telefoon
centrale an sich. Wat verder in het ambtelijk apparaat zit,
staat in de notitie. We bedoelen hetzelfde uiteindelijk.
Als we de motie ook zo verstaan, wil net college dat graag
uitvoeren
De PvdA-fractie heeft ook gevraagd om wat nader in te gaan
op de overwegingen van het college omtrent het voorstel van
de mobiliteitscentrum. Ir. de commissie heb ik daar ook over
gesproken. Ik zal nog meer argumenten noemen. De PvdA-
fractie wil graag nog de afweging maken. Ik neem ook de
vragen mee van diegene die over de werkdruk hebben gespro
ken. We praten dan allemaal over hetzelfde. Het gaat bij
het mobiliteitscentrum natuurlijk om het totaal ook van het
personeelsbeleid. Het gaat om een stuk loopbaanbegeleiding,
om vooruitzichten, hoe is je carrière. Het gaat om functio
nering- en voortgangsgesprekken, het gaat om mobiliteit,
employability en het gaat natuurlijk ook om die verande
ringsgezindheid, om al die instrumenten die je daar voor
wilt benutten. Ook is één van die hoofddoelstellingen om
iets aan die werkdruk te doen - dat is ook één van de af
spraken binnen de CAO-overleg wat nu is vastgesteld - de
kwalitatieve inzetbaarheid. Wie moet dat allemaal regelen?
Dat moet je regelen via dat mobiliteitscentrum. We verstaan
dan onder kwalitatieve inzetbaarheid, hef vermogen om ver
schillende beroepen en werkzaamheden uit ze kunnen oefenen.
Dan heb je het over specialisatie, dan heb je het over de
opleiding, je hebt het over werkervaring. Maar je hebt het
ook over de inzetbaarheid op andere werklocaties dan de ge
meente. Een soort van inwisselbaarheid met andere overheden
of misschien zelfs met bedrijven. Je hebt het ook over, wat
we noemen, de functionele mobiliteit. Dat is het vermogen
om binnen een beroep of functie meerdere taken uit te voe
ren. Je hebt het over de bereidheid om op wisselende tijden
arbeid te verrichten, buiten de kantooruren, zeg maar
flexibilisering van de arbeid. Je hebt over de opleidings
bereidheid en motivatie cm opleiding te gaan volgen. Dat
heeft allemaal met die belasting te maken, met die werkdruk
en met de sociale omstandigheden. Ik stel voor, want dat is
al in voorbereiding, om daar in de Commissie Bestuur en
Middelen nog eens op terug te komen. Het hoofd Mobiliteits-