Blad 38 Verslag van de raadsvergadering van 14 juni 1999 eens, sorry en bleef aan, mevrouw Borst en Jorritsma ook. Maar of men daarbij achting voor de kiezers heeft, waag ik te betwijfelen. Ik hoop dat die achting er vanavond wel is, want zoals gezegd die twee ton is r.iet uw twee ton. Daar komt nog bij dat het hier niet slechts een eenmalig inci dent betreft, dat vooruitlopend op de besluitvorming door de raad. Dat heb ik ook al in het begin van deze vergade ring met betrekking tot het leerlingenvervoer geconsta teerd. Je krijgt wel eens de indruk dat men in het college denkt, het Bestuursprogram is zo breed onderschreven en on dersteund dat we wel een potje kunnen breken. Ik hoop ech ter dat die indruk onjuist is. Maar de bestuursstijl moet mijns inziens wel anders worden op dit punt. Eerder zei men tegen mij: waarom dien je niet gewoon een motie in waarin je uitspreekt de wielerronde niet te wil len. Welnu, moties moeten wel zin hebben. Als je de wieler ronde niet wilt, kun je gewoon tegen dit collegevoorstel stemmen. Het zal duidelijk zijn dat we dat ook doen. De heer Van Mourik: Na de behandeling van de witkar, het vorige agendapunt, rest er nog een staartje van de behande ling van Perspectief van 31 mei 1999. Het gaat in concreto om het wel of niet beschikbaar stellen van middelen om Leeuwarden finishplaats te laten zijn van de ronde van Ne derland. Daarvan afgeleid de vraag of gesproken kan worden van verplichtingen die het college zou hebben aangegaan voordat de raad een beslissing heeft genomen voor het even tueel beschikbaar stellen van die middelen. Om met het sportieve gedeelte te beginnen. De VVD-fractie kan zich vinden in het beschikbaar stellen van de helft van het gevraagde bedrag. Zodat Leeuwarden in ieder geval één maal in het jaar 2000 finishplaats kan zijn. Een dergelijk evenement hoeft niet elk jaar plaats te vinden. De gemeente zit in de omstandigheid dat wij prioriteiten en beschikbare middelen zorgvuldig met elkaar in evenwicht moeten zien te brengen. Het beschikbaar stellen van dit bedrag geeft ener zijds zekerheid voor het komend jaar en geeft het college en het organiserende comité anderzijds de mogelijkheid om de sponsormarkt nog wat actiever te bewerken om daarmee misschien ook 2001 veilig te stellen. Dan is de andere vraag aan de orde. Is er sprake van ver plichtingen die zijn aangegaan voordat wij als raad be sluitvorming hebben gepleegd? Uit de stukken blijkt mijns inziens dat er gesproken kan worden van morele verplichtin gen en niet van juridische verplichtingen. In die zin staat het ons vrij om nee te zeggen tegen het gevraagde krediet. Aan de andere kant is een morele verplichting net zo goed een verplichting, waar je zorgvuldig en serieus mee moet omgaan Blad 39 Verslag van de raadsvergadering van 14 juni 1999 In onze eerste termijn van Perspectief heb ik gewezen op het feit dat er uitgaven voor het lopende begrotingsjaar 1999 waren opgenomen die mijn inziens niet thuishoren in Perspectief voor het komende begrotingsjaar. Ik doelde hiermee op de ramingen voor de nota Kwaliteit in het onder wijs, waarvan opdrachtverstrekking al had plaatsgevonden, maar waar de Commissie Welzijn in algemene zin de afgelopen tijd wel over is geïnformeerd. Het principe is echter het zelfde. Verplichtingen voor niet goedgekeurde begrotings posten kunnen niet worden aangegaan voordat er een fiat van commissie of raad ligt. Dat hoeft wat ons betreft niet uit de Convenantennota voort te vloeien, dat zijn de normale spelregels, ook wettelijke spelregels, tussen een college enerzijds en de gemeenteraad anderzijds. De beide gevallen, die ik heb genoemd, zitten voor ons in een schemergebied waarbij wij ons echter wel realiseren dat de bedrijfsvoe ring van de gemeente een continu proces is en dat het prak tisch gezien haast onmogelijk is om alle nieuwe zaken te bevriezen, zodat wij als raad één keer per jaar een beslis sing kunnen nemen. Dat zou ook een onwerkbare situatie cre- eren. Je zult dan bijvoorbeeld toch moeten gaan werken met preprioriteitenEen instrument waarvan verschillende frac ties herhaaldelijk hebben gezegd dat zij hier ook niet zo veel voor voelen. Vanuit het voorgaande kom ik dan op de motie die is inge diend, door mijn linker buurman namens de GPV/RPF/SGP- fractie. Ik hoop duidelijk te hebben gemaakt dat de VVD- fractie serieus omgaat met begrotingsdiscipline en de be- grotingsystematiek. Toch zullen wij de motie niet steunen, omdat deze onzes inziens een veel te zwaar middel is. Er wordt volgens ons met een kanon op een mug geschoten. Een motie van afkeuring is in de ogen van de VVD-fractie een uiterst zwaar middel dat ingezet kan worden op het mo ment dat er aantoonbaar sprake is van disfunctioneren of van falen. Daarvan kan in deze situatie absoluut niet wor den gesproken. Ik heb gezegd dat er sprake is van een schemergebied bij beide genoemde situaties. Dus is er geen aanleiding om nu een zwaar instrument als een motie van afkeuring in te zet ten. Het signaal van mijn linker buurman, de heer Stoker, is luid en duidelijk. Dat signaal nemen wij uiterst seri eus. Het instrument dat hij echter aan zijn signaal ver bindt achten wij op dit moment niet gepast. Daarom zal de VVD-fractie de motie niet ondersteunen en gaan wij akkoord met de voorstellen. De heer Krol: Aangaande het voorstel betreffende de prof wielerronde door Nederland willen we het volgende opmerken. Wanneer een college een voorstel voorlegt aan de gemeente raad, moet het zo zijn dat de raad in alle vrijheid ja of nee kan zeggen tegen een voorstel. Toen tijdens de behande-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 20