Blad 48
Verslag van de raadsvergadering van 14 juni 1999
De PvdA-fractie heeft dat voorbehoud gemaakt. Hij zegt we
gaan akkoord met de wielerronde voor het jaar 2000, maar 2
x 2 ton is buitenproportioneel. Mevrouw Waanders geeft zelf
al aan naar de wielerronde te kijken, wat deze nu werkelijk
voor Leeuwarden betekent, wat nu precies daarvan de waarde
is. Ik denk dat dat prima is, die suggestie om daar goed
naar te kijken als deze wielerronde heeft plaatsgevonden,
neem ik graag mee.
Ik neem aan dat ik de reactie van de NLP-fractie van wat nu
precies het voorstel van het college is voldoende heb be
antwoord.
De SP-fractie zegt dat het flauwe kul is - ik zeg dat maar
even vrij vertaald - dat Leeuwarden hierdoor op de interna
tionale kaart gezet wordt. Ik denk dat terecht is wat de
heer Roekiman daarover opmerkt. Het is een internationale
profronde, dus in die zin zet je het wel op een internatio
nale kaart en krijgt het ook die aandacht.
De SP-fractie zegt: de zwarte piet wordt naar de raad ge
schoven. Ik heb daar al op gereageerd, dat de procedure
achteraf gezien op een helderder manier had moeten verlo
pen, dan het is gegaan.
De heer Jacobse: Ik denk dat wij niet zoveel opmerkingen
meer hebben, ik wou nog één opmerking maken, omdat dit nu
de tweede keer is dat vanachter de collegetafel iets gezegd
wordt over wat er is gebeurd in de raadsadviescommissie
In de raadsadviescommissie vindt een eerste gedachtewisse
ling plaats tussen college en raad en tussen partijen in de
raad onderling. Daar vindt een gedachtewisseling plaats in
eerste termijn of twee termijnen van de raad en het colle
ge. Vervolgens gaat dat naar de fracties die daar wat mee
doen. Vervolgens vindt er een gedachtewisseling plaats in
de raad. In raadsadviescommissies vallen geen besluiten.
Uiteindelijk moet de discussie in de raadsadviescommissie
leiden tot een advies aan de raad, maar die moet ook leiden
tot een discussie in de fractie over wat nu uiteindelijk
het standpunt in de raad zal zijn. Zo gebeurt het bij ons
in ieder geval wel. Anders hoef je die discussie ook niet
te voeren. Dan kun je deze raad wel overslaan, want dan kun
je de beslissing wel nemen. Ik denk dat wij moeten oppassen
dat het college op basis van commissies al uitgaat van: dan
is het besluit zo. Daar moeten we heel voorzichtig mee
zijn, want het uiteindelijke besluit moet hier nog genomen
worden, als dat niet meer het geval hoeft te zijn, kunnen
we deze vergadering wel afschaffen. Ik denk dat we dat hel
der moeten hebben.
Ik denk dat iedereen geconstateerd heeft dat hetgeen er ge
beurd is de schoonheidsprijs niet verdient, laat ik dan die
term maar weer gebruiken. Ik vind dat we niet leven in een
Blad 49
Verslag van de raadsvergadering van 14 juni 1999
sorrymaatschappijmaar ik vind wel dat in de veelheid van
onderwerpen en zaken waar deze gemeente mee bezig is, het
zonder enige twijfel zal voorkomen dat er dingen gebeuren
op een wijze waarvan je achteraf zegt: dat had zo niet moe
ten gebeuren. Hij die niet in staat is een fout te maken,
is tot niets in staat. Ik vind dus wel dat je moet kijken
naai de aard van de fout en naar de intentie die er achter
die fout zit. Ik denk niet dat hier sprake is van te kwader
trouw. Ik vind dat voor zo'n motie als de heer Stoker in
dient toch wel een belangrijk argument. Is er sprake van
bewust de raad buiten spel zetten, dat heb ik hier niet uit
kunnen opmaken. Ik constateer dat het college ook zelf dat
gene wat er is gebeurd betreurt en ik vind dat dit voor
mijn fractie voldoende is om te zeggen: wij zullen het
voorstel niet steunen, want we blijven bij onze mening, dat
hebben wij altijd gezegd, maar wij vinden het ook niet no
dig om zo'n zwaar middel, als de heer Stoker inzet, te
steunen
Mevrouw Waanders: Ik wou nog even verwijzen naar de motie
van de heer Stoker. In zijn toelichting heeft hij verwezen
naar de Convenantennota en met name de uitspraak dat een
college dat een verplichting aangaat zonder de raad daarin
te kennen, het risico van die verplichting zelf moet dra
gen. Dat staat ook in die nota. Maar hij verwijst terecht
in de overweging van zijn motie naar het feit dat het col
lege van burgemeester en wethouders verwachtingen heeft ge
wekt. Daar zit dus iets tussen. Dus de verwijzing naar de
Convenantennota, en met name die uitspraak, is naar mijn
idee niet terecht en daarmee maakt hij het ook zwaarder dan
het is. Dat is ook de reden waarom wij zijn motie niet zul
len steunen.
De opmerking van de heer Jacobse over het gewicht dat je
toe moet kennen aan voorlopige standpunten die in commissie
worden ingenomen, deel ik niet helemaal, maar misschien dat
wij daar op de dag van de raad in september op terug kunnen
komen. Ik denk dat het in dit geval ook niet zo relevant
is, want het was in april en op dat moment waren die monde
linge toezeggingen op die positieve grondhouding al gedaan,
die het college had ingenomen. Dus dat maakt op dit moment
niet zo verschrikkelijk veel meer uit.
De heer Krol: Wat ik niet sterk vind, in de argumentatie
van het college nu in eerste termijn, is dat er verwezen
wordt naar de Commissie Bestuur en Middelen. Waar hadden we
het over? We hadden het over de Commissie Bestuur en Midde
len, die ging over Perspectief met allerlei voorstellen,
met allerlei voorbehouden, met allerlei zaken die in de
fracties nog moesten worden besproken. Ik denk dat het dan