Blad 26
Verslag van de raadsvergadering van 11 oktober 1999
moeten trekken. Volgens mij kun je daarover een vrij lange
discussie aangaan met elkaar.
Het tweede punt is ook al eens eerder vanuit het college
aangemeld, dat is wanneer je wel en wanneer je niet bedrij
ven ondersteunt die hier werkgelegenheid houden dan wel
niet weggaan en er wel mee dreigen of anderszins. Ik denk
dat wij dit punt binnenkort ook zullen aanmelden voor be
spreking in de Commissie Bestuur en Middelen.
De heer P. de Jong: Wij kunnen er lang en breed over pra
ten, maar uiteindelijk maakt elke fractie zijn afweging.
Dat heeft de D66-fractie ook gedaan. Ik was toch wel even
geraakt door de opmerking van de heer Den Oudsten, toen hij
een aantal grondprijzen bij ons in de gemeente met elkaar
ging vergelijken. Dan wordt de Hemrik ten tonele gevoerd
van f 40,- a f 45,-. Maar het is natuurlijk wel zo dat wij
in het verleden in deze raad met miljoenen steun aan het
grondbedrijf die prijs van de Hemrik naar beneden hebben
gehaald. Met andere woorden, je kunt met cijfers volgens
mij alles aantonen als je de richting weet waarin het uit
eindelijk moet gaan. (De heer Jacobse: Maar dat was natuur
lijk om het weer marktconform te maken.) Dat laat ik geheel
voor uw rekening, dat is maar net hoe je er naar kijkt. Wat
ik er mee wil zeggen, is dat je met cijfers dus alles kunt
aantonen, dat zegt mij niet zo gek veel. Je maakt een aan
tal afwegingen en je kijkt uiteraard naar werkgelegenheid,
dat vinden wij belangrijk, maar je kijkt ook naar het tota
le resultaat. Als je dat dan op je af laat komen, dan vin
den wij dat er een te mager resultaat is. Ik ben overigens
blij met de toezegging dat die boekwinst nu naar de Egali
satiereserve gaat. Maar uiteindelijk vinden wij het resul
taat te mager.
Dynamiek van de stadseconomie is een element dat nog inge
bracht is, zowel door de heer Van Mourik als door de wet
houder. Dat moge zo zijn, dat laat onverlet dat je natuur
lijk ook als college, de verantwoordelijkheid hebbend voor
het ambtelijk apparaat, moet zorgen dat die zaakjes op orde
zijn. Wij hebben aanstaande woensdag in de Commissie Be
stuur en Middelen het hele dikke verhaal van het MOP, het
Meerjaren Ontwikkelings Plan. Ik moest even denken aan de
dynamiek van de stadseconomie. Dit betekent dat voordat wij
daaraan beginnen wij die zaakjes echt op orde moeten heb
ben. Het is wat mij betreft niet een excuus daarvoor.
De heer Jacobse: In mijn eerste termijn heb ik diverse za
ken aangekaart. In de schorsing hebben wij even overleg ge
pleegd en de wethouder is zojuist aan een groot gedeelte
van onze bezwaren tegemoet gekomen. Ik heb altijd geleerd
dat je niet het onderste uit de kan moet hebben. Dat bete
Blad 27
Verslag van de raadsvergadering van 11 oktober 1999
kent dat wij van onze kant met die toezegging tevreden
zijn.
Wij zullen het voorstel verder steunen.
De heer Van Mourik: De wethouder heeft gezegd, ik ga ver
schillende procedures nalopen, ik wil nagaan hoe het zit
met de verschillende grote projecten die wij momenteel on
der handen hebben. Daar ben ik heel blij mee.
Ik heb wel ook een vrij specifieke vraag gesteld die meer
op de werkwijze betrekking heeft. Ik had het beter gevonden
als wij oktober vorig jaar over de intentieovereenkomst
hadden gesproken, voordat die ondertekend was. Dat lijkt
mij ook een betere manier van werken. Ik kan mij dan prima
voorstellen dat wij bij de verdere uitvoering van zo'n
overeenkomst meer op afstand komen te staan, daar heb ik
geen moeite mee. Dan kan die dynamiek ook zijn weg vinden.
Om op dit moment, nu deze besluiten vallen en nu dit tra
ject in werking is gezet, nog weer afzonderlijk over deze
intentieovereenkomst te gaan praten, dat hoeft voor mij
niet. Maar dit is voor mij ook een algemene voorzet voor
volgende gevallen.
De heer Krol: Wij hebben natuurlijk niet betoogd in onze
eerste termijn dat er slecht onderhandeld zou zijn. Wij
vinden ook dat er een alleszins redelijk resultaat uit is
gekomen. Wij vinden niet dat er slecht is onderhandeld,
maar je kunt daar natuurlijk wel verschillend tegenaan kij
ken. Wij denken dat wanneer je in alle vrijheid een stuk
grond zou kunnen verkopen, zoals het daar ligt, je daar
meer voor zou kunnen krijgen. Zo zijn er een aantal onder
delen waarvan je kunt zeggen, ware het niet dat daar een
groot bedrijf zit dat daar belang bij heeft, dan had dat
meer opgebracht. Zo hebben wij dat resultaat vertaald in:
akkoord, goed onderhandeld, maar je moet dat meer zien als
wat wij hadden kunnen krijgen, als een soort bedrijfssteun.
Zo hebben wij dat beschouwd en zo blijven wij dat beschou
wen. Kennelijk hebben wij daar een klein verschil van me
ning over met het college, wat op zich niet erg is.
Bij de Hemrik is de grond inderdaad afgeprijsd om het
marktconform te maken op dat moment, omdat het toen niet in
de markt weggezet kon worden. Vandaar dat er toen wat moest
gebeuren. Dus daar kun je anders over denken.
Dat leidt er toe dat wij van het hele onderhandelingsresul
taat zeggen, akkoord, met de opmerkingen die wij daarbij
gemaakt hebben.
Dan nog even over de procedurefout.
De wethouder zegt dat er een grote dynamiek zit in deze ge
meente. Dat is waar en daar zijn wij ook vreselijk blij
mee. Maar wij moeten daarbij natuurlijk wel proberen om dit