Blad 6 Verslag van de raadsvergadering van 11 oktober 1999 had de eerste prioriteit, dat wordt eerdaags toegezonden aan de Commissie Bestuur en Middelen. Het voornemen is om in het begin van het volgend jaar als tweede project, in tegenstelling tot een eerder voornemen, te beginnen met de binnenstad, zodat wij ook op een integrale manier alle pro blemen niet alleen op papier kunnen zetten, maar ook uit kunnen zetten naar de instanties die er verantwoordelijk voor zijn om de situatie daar te verbeteren. Wat dat be treft wordt u op uw wenken bediend en is dit een toezeg ging. De opmerking die de heer Ten Hoeve maakt zal in worden voorzien De Voorzitter: De heer Barendsma krijgt het overzicht en de heer Ten Hoeve krijgt het overzicht ook. Ten aanzien van de coffeeshops, daar kom ik specifiek op terug en ik neem daarover contact op met de heer Barendsma. Punt 2 De Voorzitter: Aan de orde is Vragenhalfuurtje voor raadsleden. De heer Sluiter: Op 1 november a.s. wordt de herinrichting Binnenstad-Nieuwestad eerste fase opgeleverd en dat is mis schien een goed moment om de rekening op te maken. Als ik zelf over de Wirdumerdijk en de Nieuwestad loop dan heb ik het idee dat de verwachtingen ruimschoots overtrof fen worden, dat ligt aan de bestrating. De strakke uniforme bestrating geeft inderdaad een veel rustiger en veel samen- hangender beeld van de binnenstad, voor zover de herinrich ting nu klaar is. Het ligt zeker ook aan de hekjes die nu weg zijn, die niet alleen het water in de Nieuwestad beter te voorschijn brengen, maar ook - en dat was een verrassing voor mij en voor u misschien ook - geeft dit een hele nieu we leefruimte daar, doordat de beide zijden van de Nieuwe stad naar elkaar toegehaald worden. Het wordt één ruimte, waar het vroeger veel nadrukkelijker twee ruimtes waren. De samenhang neemt daar dus erg toe. Dat is allemaal erg mooi. De Lange Pijp is nu ontdaan van allerlei bouwmaterialen en hopen keien, je kunt er nu helemaal overheen kijken en de stad blijkt er dan zonder bomen, zonder paard en zonder po dium ineens een plein bij gekregen te hebben. Daar moet ik een klein beetje aan wennen en het laatste woord is mis schien ook nog niet over het podium en het paard gezegd. Er moet natuurlijk verder ook nog wat gebeuren. De bomenrij op de Wirdumerdijk moet nog gepland worden, die zo prachtig Blad 7 Verslag van de raadsvergadering van 11 oktober 1999 zal aansluiten op de bomen die nog tussen de Mercuriusfon- tein en Halfords staan. Maar het is niet allemaal zo mooi, want de bedoeling van mij is niet om alleen maar de loftrompet te steken over wat wij zo mooi bedacht hebben en zo mooi is uitgevoerd, want het gaat natuurlijk om de uitvoering. Als je over het Waagplein loopt, zie je dat daar vorige week al een stukje herstraat is, dat was met linten afge zet. Maar daar vlak naast zou het eigenlijk ook meteen her straat moeten worden, want als je daar over de Chinese kei en loopt, wippen die bijna spontaan de grond uit. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest. Als je het hele Waagplein overziet en ook de andere stukken op de pijpen waar de Chi nese keien nu worden gelegd of zijn gelegd, dan is daar de situatie niet verschrikkelijk veel beter en valt te vrezen dat wij binnen een jaar de hele zaak moeten herstraten. Er is ook een enorm verschil, de rode keien liggen er stevig in, maar met de Chinese keien is dat minder gelukt. Ik denk dat het wat dat betreft ook een goed moment is om de rekening op te maken. Zou het niet goed zijn om ons nu bij de oplevering af te vragen wie de kosten voor een even tuele herstrating gaat dragen, wie aansprakelijk wordt ge steld voor eventuele meerkosten die hier uitkomen? Ten tweede - dit wat pas de eerste fase - er komt een twee de fase waarbij ook andere gedeelten van de stad worden aangepakt en dan gaat het ook om toezicht op hoe de zaak wordt afgewerkt. Het gaat niet alleen om de kwaliteit van de bestrating, maar ook hoe er met bouwmaterialen wordt om gesprongen, waar de stapel stenen wordt neergezet, of die in het looppad of in het rijpad worden gezet, hoe er met bomen wordt omgesprongen. Een beetje beter toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden zou wellicht geen kwaad kunnen Mijn vraag aan de wethouder is hoe hij daarover denkt. De heer Den Oudsten (weth.): Ik ben voor wat het eerste ge deelte van het betoog van de heer Sluiter betreft het vol strekt met hem eens. Het tweede gedeelte ben ik iets genuanceerder in, dat komt ook door de verschillende posities die partijen innemen. Ik herken wat hij zegt over stenen die er niet goed in liggen, of ze nu echt spontaan de straat uitkomen, weet ik niet. Ik kan er nog wel wat aan toevoegen, natuurstenen banden waar stukjes af zijn en dat soort dingen. Hij zegt tegelijker tijd dat er ook iets is met de wijze waarop de aannemer werkt, omdat het werk als het ware slordig wordt uitge voerd, niet in de zin van het werk zelf, maar materialen die her en der staan, wat een slordige aanblik heeft. Ik scheidt die twee dingen even.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 4