Blad 16 Verslag van de raadsvergadering van 11 oktober 1999 inkomsten uit de verkoop in mindering gebracht op de inves tering daar, hetgeen uiteindelijk tot lagere lasten had ge leid Het college stelt voor de opbrengst van de verkoop Reini ging te gebruiken voor de tweede fase van de gevolgen van deze overeenkomst. Op zichzelf besluiten wij daar dus van avond niet over, maar zulke dingen gaan snel een eigen le ven leiden, dus stel ik het nu maar aan de orde. Het zal duidelijk zijn dat wij vinden dat de infrastructurele voor zieningen hier niet betaald kunnen worden uit de afvalstof fenheffing De huur is groot ten opzichte van de verkoopprijs, dat kan twee dingen betekenen. Of de huur is te groot ten opzichte van de verkoopprijs of de verkoopprijs is te laag. Graag zouden wij daar nog een nadere toelichting over willen. Wat betreft de procedurefout is het natuurlijk heel beden kelijk dat zoiets gebeurt, maar in een grote organisatie als de onze kan zoiets natuurlijk voorkomen. Alleen wat voor ons het meest bedenkelijk is, is dat het een fout is van één ambtenaar. Dat één ambtenaar blijkbaak zoveel in vesteringen kan fiatteren, zonder dat daar een controle op plaatsvindt, geen directeur, geen gemeentesecretaris en geen politiek functionaris. Dat vinden wij toch wel heel bedenkelijk. Wij vragen ons ook af in hoeverre op dit pro ject de nota 'Grote projecten' van toepassing had moeten worden verklaard, dan had zoiets uiteraard ook nooit kunnen gebeuren, want daarin staat dacht ik toch een aantal proce dures beschreven. Ik zou er toch nog eens heel nadrukkelijk naar willen vragen, hoe het kan dat één ambtenaar daarvoor tekent en nog niet eens een hoge ambtenaar. De heer Van Mourik: Het voorstel met betrekking tot de grondtransactie met Friesland Consumer Products riep in de Commissie Bestuur en Middelen verschillende vragen op. Na bestudering van de aanvullende informatie, die wij kort voor het weekend mochten ontvangen, hebben wij ongeveer het volgende beeld gekregen. Eind vorig jaar is er een intentieovereenkomst gesloten voor verschillende onroerend goedtransacties die de komende tien jaar moeten plaatsvinden en waarvan de eerste tranche nu ter besluitvorming voorligt. De intentieovereenkomst is gesloten tussen het college en het bedrijf, onder de ont bindende voorwaarde dat wij als raad de verschillende transacties moeten goedkeuren. In die zin hebben wij als raad vanavond de handen vrij en is er niks mis met de voor stellen. Blijkt echter wel, de wethouder zei dat al, dat er vooruitlopend op de eerste transactie al fors geïnvesteerd is in verschillende onderdelen die verricht moeten worden om de grond te kunnen verkopen. Het gaat dan om de ver Blad 17 Verslag van de raadsvergadering van 11 oktober 1999 plaatsing van de Flamingo's en de aanpassing van de terrei nen van Blauw Wit. De voorbereidingskosten kunnen worden gedekt uit een krediet waarover het college beschikt en be voegd is, maar dat geldt niet voor de uitvoeringskosten van de verschillende werken. Voor een deel is het werk al uit gevoerd, waarbij er dus geen kredietstelling vooraf door ons heeft plaatsgevonden. Bij een formeel juiste gang van zaken hadden wij de verkoopopbrengst van de eerste fase voor dit doel beschikbaar moeten stellen of tot bevoor- schotting moeten besluiten, nu is dit geld al uitgegeven. Het is wel zo dat de eerste fase in zijn totaliteit bij de nu voorgestelde constructie budgettair-neutraal verloopt, dat maakt dit geheel natuurlijk beter te accepteren. Maar het feit is wel dat er vanavond een fait a complis aan ons wordt voorgelegd. Het niet honoreren van de transactie zou tot gevolg hebben dat er een ongedekt tekort ontstaat van werken die al zijn uitgevoerd. Voor ons als VVD-fractie is in deze situatie de vraag maat gevend geweest of de transactie ansich acceptabel is, met uitsluiting van datgene wat gepasseerd is. Die vraag hebben wij bevestigend beantwoord. Het is zonder meer positief dat Friesland Consumer Product zijn bedrijfsgebouwen in de loop van tien tot vijftien jaar grootscheeps gaat herstructure ren voor een bedrag van misschien wel twee- of driehonderd miljoen gulden. Wij kunnen daarom van harte instemmen met dit voorstel. Ik merk wel op dat wij niet gecharmeerd zijn van de gang van zaken, waarbij wij natuurlijk heus wel inzien dat de dynamiek van de stadseconomie niet altijd spoort met onze wijze en ons tempo van besluitvorming. Wij hadden het cor rect en ook beter gevonden als de intentieovereenkomst ons ter besluitvorming was voorgelegd, met daarbij een machti ging van de raad aan het college om verdere transacties te verrichten, subsidies aan te vragen en alles te doen om de afspraken uit de intentieovereenkomst na te kunnen komen. Wij hadden dan ook over de volle breedte van alle fases van de overeenkomst kunnen praten. Vanavond is de eerste kos tendekkende fase aan de orde, maar ik weet niet hoe die kostendekkendheid bij de volgende fase eventueel uit de verf komt. Afspraken over aanpassing van de infrastructuur, verleggen van kabels en leidingen, een gefixeerde grond prijs, zijn zaken die op voorhand door ons als raad gefiat teerd moeten worden, waarbij het dan niet onlogisch is om vervolgens, ter wille van de voortgang, bij de verdere uit voering iets meer op afstand te gaan staan. Formeel doen wij namelijk als raad helemaal geen uitspraak over de in tentieovereenkomst en verkopen wij alleen onroerend goed. Het zou goed zijn om als raad ook die intentieovereenkomst vast te stellen, nadat deze cijfermatig is doorgerekend en onderbouwd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 9