Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999
Mevrouw Waanders heeft gevraag wanneer we horen of ons MOP
wordt goedgekeurd door het rijk. Dat is 20 december a.s.,
ook die tijd worden de convenanten getekend.
De heer Jacobse zegt: het college maakt helemaal niet waar
wat in haar Collegeprogramma over lastendruk staat. Dat is
een discussie die we bijna jaarlijks voeren met elkaar. Ik
ben van mening dat wij hier in Leeuwarden niet alleen de
lastendruk beheersen maar relatief, in vergelijking tot an
dere gemeenten in het land en om ons heen, de lastendruk
voor burgers gemiddeld daalt. Dus wij doen zelfs iets meer
dan alleen beheersen. Alle vergelijkend materiaal wat wij
hebben in de stad, wij houden dit goed in de gaten, op ba
sis daarvan kan je niet zeggen dat in de gemeente Leeuwar
den de gemiddelde lastendruk stijgt.
Dan heeft hij gevraagd naar een nota van wijzigingen.
Hij heeft gezegd dat hij het jammer vindt dat het college
niet een nota van wijzigingen heeft gemaakt. Los van de
tijd, er zat minder dan een week tussen, kan ik niet zo
precies herinneren dat er in de commissievergadering een
meerderheid was voor een concrete wijziging. Wij hebben
over en weer veel opmerkingen gemaakt. Er zijn antwoorden
gegeven, maar ik kan me niet herinneren dat we in de com
missie de conclusie hebben getrokken dat op een aantal pun
ten het verhaal echt veranderd zou moeten worden. Wat dat
betreft zijn er misschien wat verschillende verwachtingen
geweest
De heer Den Oudsten (weth.): Ik wil de verschillende pun
ten, die op mijn portefeuille slaan, snel langs lopen.
De projectgroep Nieuwestad/Binnenstad
De verschillende projectgroepen, die genoemd zijn, zijn
niet allemaal op dezelfde manier in de organisatie opgeno
men. De projectgroep waar ik mee werk voor het project Bin
nenstad is een organisatievorm die in de staande organisa
tie gewoon geldt. Alleen hebben daarbij mensen als speci
fieke taak, naast hun normale werk, het samen voor elkaar
maken voor de planvorming rond de binnenstad. In die zin is
het iets anders dan een projectgroep Stedelijke Vernieu
wing, waarbij een interne projectleider zich volledig heeft
vrijgemaakt voor die taak. Ik ga er zelf vanuit als je
kijkt naar de komende jaren, zeker de komende twee jaar
waarin het project nog draait, dat de structuur waarin het
project wordt opgepakt zal blijven bestaan. Die kom overi
gens overeen met de rapportage van prof. De Haan indertijd.
Het is per definitie een tijdelijk zaak.
Een tweede punt waarop ik wil antwoorden is de verschillen
de accentueringen die ook verschillenden van u hebben ge
legd bij de profilering van Leeuwarden.
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999
Er wordt gezegd, je moet het accent wat meer op de indu
strie leggen. De heer Feenstra zegt, vergeet de industrie
niet, wat ik op zichzelf een terechte opmerking vind. Wij
hebben overigens in de afgelopen jaren relatief weinig in
dustrieën verloren. Tegelijkertijd zie je wel als het gaat
om industriële bedrijvigheid, dus bedrijven waar echt een
fysiek product gemaakt wordt, dat het aantal arbeidsplaat
sen in de afgelopen jaren wat is gedaald. Dat komt ook door
toeneming van efficiency en de productpakketten die in de
afgelopen jaren in die bedrijven niet zijn aangepast en om
zetten die ook niet altijd even sterk hoger zijn geworden.
Een tweede punt wat wel aan de orde is, is dat wij wel hel
derheid moeten hebben in de uitstraling van onze stad. Je
moeten bedrijven werven, proberen ook extra werkgelegenheid
te creëren in die sectoren waarin je sterk bent. Agri/Nutri
is een uitstekende basis. Mijn opmerking erover is altijd
dat dat wel een prima basis is, die je ook altijd als basis
voor verdere ontwikkeling voor Leeuwarden moet gebruiken,
maar als je praat over de mogelijkheden voor het aantal ar
beidsplaatsen, de toename daarvan voor de toekomst, dan
verwachten wij daar toch minder van dan bijvoorbeeld van
een sector als financiële dienstverlening. De heer Feenstra
bedoelt dat waarschijnlijk ook onder 'financial planning'
wat hij noemde.
(De heer FeenstraMag ik nog even iets zeggen over Argi/-
Nutri? Dit is vorige week ook al naar voren gehaald door de
heer Stoker en de heer De Jong. Wij hebben het gehad over
de stijging van het aantal arbeidsplaatsendaar gaat het
om. Ik ben helemaal niet tegen Agri/Nutri of dat dat niet
hoog in ons vaandel moet staan. Het gaat duidelijk om het
verhaal. Wij verwachten in de toekomst in dit rapport nog
een stijging van het aantal arbeidsplaatsen na die 51.000
zoveel. Gezien het beleid in Den Haag dat een koe en een
varken zo langzamerhand naar het museum moeten, zal het
handhaven van de Agri/Nutri heel moeilijk worden.)
Ik reageerde ook niet zozeer op de opmerking van de heer
Feenstra, omdat ik denk dat wij het wat dat betreft wel
eens zijn, maar ik reageerde op de opmerking van de heer De
Jong die zegt, je moet Agri/Nutri wat hoger in het vaandel
zetten. Als het gaat om het complex van Agri/Nutri gerela
teerde activiteiten, zoals bijvoorbeeld een Van Hallinsti
tuut, maar ook bedrijven zoals De Boer Stalinrichtingen
etc., dan kan ik dat wel met hem eens zijn. Als je puur re
lateert aan het verwachtingspatroon van de toename van het
aantal arbeidsplaatsen, dan denken wij dat het toch ver
standiger is om in ieder geval scherper in te zetten op wat
we dan noemen het andere aspect van de full servicecity,
dat is de financiële en overige dienstverlening. Het verle
den bewijst dat ook. Ik geef onmiddellijk de mensen gelijk
die zeggen dat dit ook een bedrijfstak is die je iets min
der goed in de hand hebt, omdat dat als het ware niet regio
georiënteerd is, de zogenaamde 'foot loose' bedrijvigheid.