Blad 30 Verslag van de raadsvergadering van 15 november 1999 niet aan de orde is geweest, namelijk het gezondheidsas pect. Er staan nu in de raadsbrief een paar passage over. Wij weten dat het Ministerie van Volksgezondheid in casus mevrouw Borst bezig is met onderzoek naar geluidsoverlast en naar gehoorbeschadiging enz. Het laat nog even op zich wachten voordat die derde nota er is. Maar wat wij wel con stateren is dat wij regelmatig, zowel in vakliteratuur als in de pers, kunnen lezen over de gevaren van te zware ge luidsbelasting. Als je het hebt over 85 dBA op de gevel van de dichtstbijzijnde woning, want dat is altijd het criteri um, dan betekent dat dus dat dicht bij het evenement het theoretisch mogelijk zou kunnen zijn dat er een geluidsbe lasting is van 100 misschien wel 110 dBA. Wij maken ons daar zorgen over het gezondheidsaspect. Ik zou het op prijs stellen als het college daar in de vervolgnota, die inte grale nota komt er in de loop van komend jaar aan, in ieder geval aandacht voor heeft en daar ter zake heel duidelijk op ingaat Ik wacht het antwoord van het college af. Voor de rest is het letterlijk en figuurlijk het vinden van de juiste balans tussen enerzijds een aantal promotionele activiteiten en activiteiten in wijken en buurten waar bur gers ook om vragen en anderzijds de overlast. Daarin de ba lans vinden is een uitermate lastige aangelegenheid. Op zich denken wij dat zoals het hier geformuleerd is wij daar wel mee verder kunnen. Ik hoor de heer Drewel zeggen, kij kend naar de evaluatie zijn niet alle vragen gesteld. De heer Kalsbeek: Wij hebben in de commissie ingestemd met het voorstel. Wij zijn blij dat er meer ruimte is om evene menten te organiseren. Dat wil niet zeggen dat ook het aan tal gehaald zal worden wat maximaal haalbaar is. Daar ben ik in eerste instantie absoluut niet bang voor. Ik zou wel graag willen, wat ik in de commissie ook gezegd heb, dat b. en w. gebruik maakt van de mogelijkheid om af te wijken van het beleid. Dat wil zeggen dat als op bepaalde plekken, bijvoorbeeld in het Vosseparkje, blijkt dat bepaalde ge luidsniveaus absoluut niet kunnen, zij dan ook de vrijheid neemt om het beleid op die locaties naar beneden toe bij te stellen De heer Feddema: In de commissie hebben wij ingestemd met het voorstel, omdat de wethouder ons kon toezeggen dat ze ker ook wat betreft festiviteiten, die overigens later in de nota die ons is toegezegd voor volgend jaar zouden wor den meegenomen, in parken wat betreft geluid op een wat akoestische wijze zou kunnen worden uitgevoerd. Met andere woorden dat het hele harde geluid van 85 dBA een absolute bovengrens zou zijn en dat ook wat betreft de kleinschalig heid ons toen in die zin de uitleg van de wethouder over de Blad 31 Verslag van de raadsvergadering van 15 november 1999 streep heeft getrokken. Wij sluiten ons overigens aan voor wat betreft eventuele passages, die opgenomen zouden kunnen worden uit de notitie die mevrouw Borst aan het voorberei den is over geluidsoverlast en waarbij ook vooral de ge zondheidskant wordt onderzocht. Wij blijven bij ons standpunt van de commissie en zijn ak koord met het voorstel. De heer Roekiman: In de vergadering van de Commissie Stads ontwikkeling heeft mijn fractie een aantal vragen gesteld over de activiteiten in de parken, waaronder het Juliana- park, het Vossepark, etc. Onze fractie heeft die zorg uit gesproken, maar het college heeft wat ons betreft afdoende hierop geantwoord. Ik snap de CDA-fractie niet als het gaat om de ruimte die zij het college vraagt om voor bepaalde gevallen toch nog af te wijken, dan wel nog toekenningen te verlenen. Ik wil de CDA-fractie er op wijzen dat dit er voor een groot deel mee te maken heeft - dat staat bij besluit nr. 5 vermeld - dat collectieve dagen zijn aangepast en dat het college daar vervolgens de ruimte wil hebben om op individuele ba sis alsnog toekenningen te doen, dan wel afwijzingen te doen. Ik denk dan aan een activiteit als Cambuur kampioen en de Elfstedentocht, dat je dan zo flexibel mogelijk kunt inzetten daar waar het nodig is. Dus wat mij betreft is de ruimte die het college vraagt terecht en wij stemmen hier mee in. De heer Sluiter: Wij hebben in de commissie positief gead viseerd omtrent de voorstellen en zullen ons hier ook posi tief uitspreken. Ik kan bij de heer De Jong van de D66- fractie aansluiten in die zin dat wij het idee hebben dat deze evaluatienota en de bijbehorende voorstellen een ver dere stap zijn op weg naar het bereiken van de balans tus sen wat acceptabel is voor de burgers en een groot aantal inspirerende evenementen mogelijk maakt. Mevrouw Hafkamp (weth.)Er zijn nog wat vragen van de in sprekers, voor de goede orde wil ik daar nog even op reage ren Mevrouw Schaafsma, Vossepark, vraagt naar wat voor soort evenementen de kleinschaligheid inhoudt. In feite kan dat van alles zijn, maar ik zei straks al dat het ging om het geluidniveau en de frequentie, dat die geregeld worden. Net als bij activiteiten in de Prinsentuin wordt per evenement bepaald of dat op de dergelijke locatie kan plaatsvinden, of dat inpasbaar is. Het is niet altijd vooraf in te schat ten hoeveel publiek er komt, maar het is ook niet de bedoe ling dat het grootschalig is waar duizenden mensen op af-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 16