Blad 10 Verslag van de raadsvergadering van 15 november 1999 en weinig succesvolle discussies over niet verplichtende vormen van samenwerking en herindeling is het resultaat dat nu geboekt is een zeer acceptabel resultaat. Ik denk dat woorden van waardering voor de stuurgroep, die hier zo in tensief aan gewerkt heeft, op zijn plaats zijn. Het is wat ons betreft wel een minimumpakket, dat wordt overigens in de stukken ook al zo aangeduid. Overige part ners moeten dus niet gaan knabbelen aan het pakket, zoals het er nu ligt, anders ontstaat er weer een nieuwe situa tie. Ik denk dat niet alleen wij, maar niemand van de be trokkenen daarop zit te wachten. Het proces is overigens, dat wou ik toch wel even herhalen, wij hebben dat in de commissie ook aangestipt maar voor ons is dat heel wijselijk, pas afgerond als ook de discussie over de kwaliteit van de woningbouw in de komende tien jaar is afgrond. Dat wordt beslist nog een hele pittige discus sie De wethouder heeft in de commissie toegezegd, dat wou ik toch even herhalen, nog eens op een rijtje te zetten in hoeverre de projecten die te maken hebben met het stadscon- venant samenvallen met projecten die ook in het MOP worden genoemd, omdat op die manier een beter overzicht ontstaat van wat er nu precies voor de komende tien jaar uitgegeven zou moeten worden aan projecten die dan wel in het MOP, dan wel in het stadsconvenant zijn opgenomen. Een laatste opmerking. Er is in de commissie nog wat dis cussie geweest over het preprioriteren van een bedrag van f 539.000,- als voeding van het Fonds voor de stadsregio. Dat is geen mooie oplossing, dat is ook niet volgens het boekje, maar wij gaan er wel mee akkoord, omdat als je dit pakket aanvaart, je ook gewoon verplicht bent om dat fonds ook jaarlijks te voeden met die f 539.000,-. Dus wat dat betreft gaan wij akkoord met het maken van een uitzondering op die regel. De heer P. de Jong: Wat mij betreft ook een paar korte op merkingen. De D66-fractie heeft in de commissie aandacht gevraagd voor het toetsingscriteria waarop wij dit beoor deeld hebben. Het college schrijft dat zelf ook in de raadsbrief. Er is gekeken naar de daadkracht van deze ge meente, we hebben gekeken naar de mate van bindende samen werking en naar de herkenbare regierol van de provincie. Ik herhaal nog eens, wellicht is het pakket zoals dat nu voor licht in het kader van Ontwikkelingskader Leeuwarden het best haalbare. U weet dat onze fractie in het verleden een duidelijk standpunt heeft ingenomen ten aanzien van de Arhi-procedure en de toch ook door ons gewenste gemeente lijke herindeling. Dat bestuurlijke proces is, voorlopig althans, afgeblazen. Dit pakket ligt voor. Ik heb in de commissie gezegd, ik herhaal dat, dat ik vind dat er op een Blad 11 Verslag van de raadsvergadering van 15 november 1999 goede wijze is onderhandeld door Leeuwarden. Het is een mi nimumpakket, zoals mevrouw Waanders dat noemt, ik ben het daarmee eens. Maar wij kunnen hier voorlopig wel mee voor uit Wij maken ons zorgen over de taakstelling ten aanzien van de kwantiteit van de woningbouw, er ligt een gigantisch pakket voor. Wij hebben met elkaar afgesproken dat wij daarvoor willen gaan. Maar het is een gigantische uitda ging. Ik denk dat het voor het college, maar ook de omrin gende gemeenten, maar wij hebben het hier vanavond over de inzet van de gemeente Leeuwarden, een enorme opdracht op de schouders ligt om dit waar te maken. Ik wens het college daar alle sterkte en alle succes bij, dat zal nodig zijn, want er wordt heel veel gevraagd. Een punt van zorg hebben wij ook omtrent mogelijkerwijs toch een neergang in onze economische conjunctuur, dat dan een nieuwe situatie ontstaat ten aanzien van de woningbouw. Ik heb in de commissie gezegd dat Leeuwarden dan altijd het slachtoffer zal zijn. Ik heb begrepen van het college dat als dat het geval is, het hele pakket dan opnieuw ter dis cussie staat. Dat heeft mij in ieder geval een aantal zor gen minder opgeleverd. Ik hoop niet dat het zover komt, maar ik denk dat de taakstelling die op ons rust heel groot is De heer Jacobse: Zoals u weet is de NLP-fractie nooit een echt een groot voorstander van een gedwongen toevoeging van randgemeenten aan Leeuwarden geweest, met name de vergro ting van de afstand tussen bestuur en bevolking is daarbij een belangrijk criterium voor ons geweest. Onze insteek is altijd geweest om ervoor te zorgen dat Leeuwarden zo aan trekkelijk wordt dat de mensen uit de omliggende gemeenten graag voor Leeuwarden kiezen en er graag bij zouden willen horen. Je moet zaken positief benaderen. In deze visie is samenwerking heel belangrijk, niet in de laatste plaats voor de randgemeenten, omdat zij gezien de omvang steeds minder in staat moeten worden geacht de in omvang en complexiteit toenemende taken van de lokale over heid zelfstandig op een adequate manier uit te voeren. Ook voor Leeuwarden is samenwerking belangrijk, om te voorkomen dat de randgemeenten de krenten uit de pap wegnemen en Leeuwarden alles wat problemen met zich meebrengt laat. Velen om ons heen zien dit convenant niet als basis van sa menwerking, zij zien dit als opgelegd dictaat en zullen er alles aan doen om de uitvoering te frustreren. In dit kader zou ik graag willen vernemen of er al iets bekend is over de besluitvorming in de andere gemeenten. De brief die wij gekregen hebben zegt wel iets over hoe het in de commissies is gegaan, maar ik ben toch benieuwd naar de besluitvorming in de raden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 6