Blad 20
Verslag van de raadsvergadering van 14 februari 2000
zei, verantwoord is, gelet op de financiële positie van de
gemeente en de veelheid aan andere subsidieverzoeken die op
ons afkomt. De VVD-fractie is hier enigszins verdeeld over.
We wachten de beantwoording van het college af.
De heer Roekiman: Een half jaar geleden had de raad de
keuze om Cambuur financieel steun te verlenen en wel in de
vorm van een lening ter grootte van een bedrag van f 1,5
miljoen. Hierdoor is dan ook een totaal nieuwe situatie
ontstaan. De raad wijkt namelijk volledig af van eerder
genomen besluiten. Op zich is hier niet zoveel mis mee. Wat
mijn fractie wel bijzonder jammer vindt, is dat het hier
slechts gaat om een keuze die is gebaseerd op korte termijn
planning. Dergelijke vormen van maatregelen blijven dan ook
lapmiddelen die steeds symptoom bestrijdend zijn. Dat
blijkt nu ook weer het geval te zijn. Een half jaar nadat
het besluit door de raad is genomen financiële steun aan
Cambuur te verlenen, verkeert de club opnieuw in acute
geldnood. Dit kan natuurlijk niet langer zo door blijven
gaan. Wat ons betreft moet er een duurzame oplossing komen,
anders moet je er niet aan beginnen. Eerlijkheid gebiedt te
zeggen dat de omstandigheden een half jaar geleden van dien
aard waren dat het niet anders kon. De situatie bij Cambuur
was toen zeer nijpend, er speelde tegelijkertijd mee dat
het bestuur van Cambuur niet bij machte was om snel een
deugdelijk financieel verhaal voor te leggen aan de raad.
Dit zegt dan ook voldoende over de kwaliteit en professio
naliteit van het bestuur van Cambuur en daarmee over de
totale organisatie van Cambuur.
Mijn fractie vindt het op deze wijze niet verantwoord nog
meer geld in Cambuur te investeren. Cambuur dient op be
stuurlijk niveau eerst orde op zaken te stellen. Een basis
voorwaarde om financiële steun te verlenen aan Cambuur is
dan ook de aanwezigheid van een krachtig en professioneel
bestuur. In de raadsbrief is dit als zodanig opgenomen.
Mijn fractie is het wat dit punt betreft zeker eens met het
college. Cambuur is een kwestie van je gaat er voor of je
gaat niet voor. Een voortdurende go-no-go-houding is
slechts symptomatisch handelen en wekt valse verwachtingen
op, wat niet meer uit te leggen is aan de burgers. Mijn
fractie kan net als ieder ander een paar argumenten noemen
om niet voor Cambuur te gaan, maar wat ons betreft blijven
er voldoende redenen over om wel voor de continuering van
betaald voetbal op het allerhoogste niveau te gaan. Het is
namelijk goed voor de promotie van Leeuwarden. Leeuwarden
komt hierdoor in beeld en de hoofdstad van Friesland krijgt
volop de aandacht van de landelijke media. Voor een behoor
lijk aantal mensen biedt Cambuur een amusementswaarde en
vrijetijdsbesteding en komt betaald voetbal op het aller
hoogste niveau zeker ten goede aan de bedrijvigheid in
Leeuwarden. In de commissievergadering Bestuur en Middelen
Blad 21
Verslag van de raadsvergadering van 14 februari 2000
is mijn fractie hier nadrukkelijk op ingegaan, we zullen
dat nu niet weer doen.
Volop er voor gaan impliceert nu kiezen voor een duurzame
oplossing voor betaald voetbal en voor Cambuur. Mijn frac
tie heeft namelijk geen enkele behoefte om over een paar
jaar weer geconfronteerd te worden met financiële problemen
bij Cambuur. Het moet wat ons betreft nu en voor de laatste
keer goed geregeld worden. Uiteraard staan wij altijd open
voor gesprekken over nieuwe ontwikkelingen. Maar oplossen
van nieuwe schulden, als gevolg van een onverantwoorde
bedrijfsvoering en bobocultuur bij Cambuur, is zeker bij
ons uit den boze en niet acceptabel.
Als we kijken naar de nieuwe voorstellen van het college
dan roepen die bij ons een vraag op die mijn fractie wel
even aan het twijfelen brengt. In de commissievergadering
Bestuur en Middelen van 31 juli jl. heeft het college op
basis van het businessplan voorstellen gedaan tot het ver
lenen van financiële steun aan Cambuur. Een helder en goed
sluitend verhaal. Het totale voorstel van het college sluit
goed aan op het businessplan en geeft Cambuur een goede
financiële waarborg met goede toekomstperspectieven. Eén
van de voorstellen was het onmiddellijk verlenen van een
bedrag van f 750.000,- waarmee acute schulden en de sala
rissen van de spelers betaald kunnen worden. De noodzaak
van dit bedrag is door het college toen helder aangegeven.
Kijkend naar de voorstellen van het college, vermeld in de
raadsbrief, wordt het bedrag van f 750.000,- pas verleend
per 1 juli 2000 en wel na een oordeel of het bestuur van
Cambuur voldoende professioneel bevonden is. Dit kan mijn
fractie niet meer zo goed volgen. Het college heeft de
Commissie Bestuur en Middelen tot nog toe voorgehouden dat
het strikt noodzakelijk is een bedrag terstond te verlenen
aan Cambuur. Mijn fractie wil hieromtrent nader uitleg
hebben van het college. Wat zijn de daadwerkelijke redenen
geweest die het college heeft doen besluiten om het bedrag
van f 750.000,- niet meer terstond te willen verlenen aan
Cambuur? Wat is er na de commissievergadering precies ge
beurd, waardoor de noodzaak niet meer aanwezig is om het
bedrag als zodanig aan Cambuur te verlenen? Heeft dit nog
consequenties voor Cambuur? Is het financieel verantwoord
dat Cambuur pas per 1 juli 2000 kan beschikken over het
bedrag? Kan het college aangeven dat hiermee niet opnieuw
sprake is hap-snapbeleid, of zoals eerder gezegd, symptoom
bestrijding? Als hier sprake van zal zijn, dan zal mijn
fractie haar eerder ingenomen standpunt in heroverweging
nemen. Is met de nieuwe keuze van het college het belang
van Cambuur nog steeds gediend om het businessplan succes
vol te maken? Kan hiermee de financiële continuïteit worden
gewaarborgd? Of gaat het puur om een aantal fracties hier
in de raad tevreden te stellen, zoals in de Leeuwarder
Courant staat vermeld.