Blad 18
Verslag van de raadsvergadering van 13 maart 2000
Het is dus nu voor ons van groot belang dat er wordt ge
werkt met heldere projectdefinities, verbonden aan op de
juiste werkwijze - dat is dan de werkwijze van productbe
groting, ik heb dat ook al in de commissie gezegd - bere
kende budgetten, die voor de raad inzichtelijk zijn. In de
raadsbrief is weinig opgenomen over de manier waarop de
raad haar sturende en controlerende functie kan uitoefenen,
behoudens dat jaarlijks een jaarverslag aan ons wordt voor
gelegd
De heer Den Oudsten heeft nog een aanvulling na de commis
sievergadering gedaan, omdat ik in de commissievergadering
ook had gevraagd of wij het mandaat aan b. en w. aan de
hand van concrete voorstellen voorgelegd krijgen, dat wij
die uitleg zo opvatten. Hij heeft dat nader uitgelegd en
wij begrijpen nu dat het dus niet aan de hand van concrete
projecten is, maar dat de stuurgroep voorstellen aan b. en
w. doet en het is aan b. en w. om die dan verder uit te
voeren. Dat vinden wij heel erg jammer. Hij zegt dan nog
maals dat de raad wel een jaarverslag wordt voorgelegd.
Voor de D66-fractie kleeft daaraan het bezwaar dat alleen
achteraf toetsing mogelijk is. Dat is hetzelfde euvel als
wat aan Maraps, Turaps en wat we nog meer gehad hebben,
kleeft en wat ondertussen allemaal stilzwijgend ter ziele
is gegaan. Want de raad had er namelijk niks aan. Het was
een matte vertoning wanneer er Maraps en Turaps waren,
evenzo als jaarlijks de stand van zaken wordt gegeven, daar
neemt men kennis van en daar gebeurt verder niks mee. Het
is een heleboel werk voor de dienst en de sturende functie
van de raad wordt er niet goed mee gedaan.
De D66-fractie verzoekt daarom duidelijk gedefinieerde pro
jecten met daaraan toegerekende budgetten aan de raad voor
te leggen ter goedkeuring. Verder zullen er naar onze me
ning maandelijkse rapportages van de stuurgroep moeten ko
men. De stuurgroep, zoals die voorgesteld wordt, is ontzet
tend machtig. Wij vinden dat die stuurgroep verantwoording
aan de raad moet afleggen en wij verzoeken daarom maande
lijks rapportages van die stuurgroep voor de raad beschik
baar te stellen en verslagen van de vergaderingen van de
stuurgroep
Ik wou daarop graag eerst antwoord afwachten.
De heer Kalsbeek: Wij zijn blij met de toezeggingen van de
wethouder dat de monumentale boerderijen behouden zullen
blijven. In de commissie heb ik ook al gezegd dat wij vin
den dat er niet alleen divers gebouwd moet worden, maar dat
er ook aanpasbaar gebouwd moet worden.
Verder is onze fractie van mening, om vast een voorschotje
te nemen, dat de wijk toegankelijk moet zijn voor iedereen.
Dus dat ook mensen, die in wijken zitten die gesloopt gaan
worden, daar een woning moeten kunnen vinden.
Blad 19
Verslag van de raadsvergadering van 13 maart 2000
Nog een belangrijk punt dat in de commissievergadering niet
aan de orde is geweest, omdat de mensen de weg niet konden
vinden. Er zijn biologische boeren in dat gebied, die zit
ten met het probleem dat als ze ander land moeten hebben,
ze land moeten hebben dat drie jaar lang niet bewerkt is
met kunstmest of andere stoffen. Daar zou heel goed naar
gekeken moeten worden, om deze mensen, als ze daar weg moe
ten, toch een goede plaats terug te geven.
Mevrouw W. de Jong: Wij zijn in de commissie, zoals mevrouw
Van Ulzen al zei, vrij uitgebreid hierop ingegaan. Wij wil
len toch nog wat nader ingaan op wat er ons inziens nog
zeer ontbreekt aan deze contourennota.
In de contourennota wordt genoemd dat er geen waardevolle
landschaps- of natuurelementen van enige omvang te vinden
zijn in dit gebied. Wij zijn het daar op voorhand niet mee
eens, wij komen daar zo op terug.
Het is een nieuw te ontwikkelen gebied, dat betekent dat
wij vinden dat er een goed woon- en werkklimaat moet ont
staan. Het is het grootste uitbreidingsplan ooit in Leeu
warden en dat mag wat ons betreft dan ook hoge eisen stel
len aan de kwaliteit van het toekomstige landschap, maar
ook van de belevingswaarde ervan. Wij vinden dat daarin wa
ter en groen geen sluitpost mogen zijn. Net zoals dat in
Hempens-Teerns is gebeurd, vinden wij dat ook hier topkwa
liteit geleverd moet worden. Wij pleiten dan ook voor een
landschappelijk raamwerk voor het hele gebied, een visie
waaruit moet blijken dat groen en water een gelijkwaardige
plaats krijgen in het te ontwikkelen stedenbouwkundig plan.
Wat ons betreft mag het college een bepaald percentage
vaststellen voor groen en water wat in dat gebied moet ko
men
Een organisatie als het Gios (Groen in en om de stad) richt
zich met name op ondersteuning bij de uitvoering van het
groen. Die wordt gesteund door het Ministerie van VROM. Wij
zouden het college willen adviseren om het Gios erbij te
betrekken en ook de mogelijkheden te onderzoeken om subsi
dieaanvragen hiervoor te doen. Graag een reactie van de
wethouder hierop.
Wij denken dat er wel degelijk waardevolle cultuurhistori
sche landschapselementen te vinden zijn in dit gebied. Wij
kunnen het niet nalaten om een paar te noemen. De westkant
van de Zwette, de vrijgelegen terp Techum onder Goutum, het
Alddjip, het ouder water dat vroeger naar de Middelzee
stroomde, Barrahüs, waar een paar monumentale boerderijen
staan en ook vinden wij het belangrijk om de oude verkave
ling zoveel mogelijk in takt te houden op plekken waar die
ook echt al heel oud is. Dat willen wij graag zo handhaven.
Als in de nota gesproken worden over kleibossen, dan zeggen
wij dat kleibossen in onze ogen niet bestaan. Dus wat ons