Blad 20
Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000
willen verzoeken om alsnog in overleg te gaan met het Van
Hallinstituut en ook de scheepsbewoners daar naar te
vragen. Ik vind het verspilling van gemeenschapsgeld
wanneer voor f 20.000,- een aansluitplek op riolering voor
elk schip wordt aangebracht, terwijl er veel goedkopere
systemen zijn. Ik verzoek u nogmaals om daar tijd voor te
nemen en daar op terug te komen.
Verder blijf ik met de wethouder van mening verschillen
over Schenkenschans. Wij hebben de argumenten daarover
uitgewisseld en komen daar later op terug.
De heer Sluiter: Ik ben net iets vergeten. Er is nog een
idee gekomen, wellicht dat in overweging kan worden meege
nomen, dat hier en daar plaats zal zijn om schepen niet in
de lengte langs de kade te leggen, maar dwars of haaks op
de kade te leggen, wat een aanzienlijke ruimte kan bespa
ren. Bijvoorbeeld bij de Kazerne zou daar ruimte voor zijn.
Het is maar een idee, het is in de fractie geboren. Het is
een idee wat waard is om over nagedacht te worden.
De heer Stoker: De wethouder stelt dat de uitbreiding van
het aantal ligplaatsen onderdeel vormt van integraal
beleid. Maar integraal of niet, ik vind dat er te weinig
voortgang in deze kwestie zit. Er is een wachtlijst van
mensen die graag een plaats willen hebben, dat is concreet.
Ik vind dat de nota te vaag is op dit terrein. De wethouder
komt niet met concrete te realiseren aantallen etc. Daarom
wijs ik deze nota af. Ik wil graag een duidelijk beleid.
De heer De Beer: Ik ben blij met de toezegging van de
wethouder. Alleen ik heb drie punten genoemd, die ik er
graag in wil hebben. Als hij mij toezegt dat die drie
punten erin komen, ben ik meer dan tevreden. Dan wil ik in
de daarop komende vergadering van de commissie in ieder
geval een concept hebben, zodat we er over mee kunnen
denken en praten.
De heer Bilker (weth.)De heer De Beer krijgt een royale
toezegging, want er komen nog veel meer punten in dan die
drie punten. Hij vraagt ook nog om even te kijken in de
commissie, hij bindt het aan een termijn vast. Ik moet even
kijken of dat lukt, maar hij krijgt uiteraard de informatie
in de commissie.
De heer Stoker, dat betreur ik toch, want we hebben het
hier over een stelsel van regels en criteria die toch door
de raad moet worden vastgesteld. Dan kan de heer Stoker
Blad 21
Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000
zeggen, ik mis een bepaald element, daar kan hij uiteraard
over discussiëren. Maar ik zou het verschrikkelijk jammer
vinden als op grond van wat de heer Stoker qua beleidsuit
spraak voor de toekomst mist, hij de hele nota laat vallen.
Daar waar juist zo'n behoefte is, ook bij de schippers om
de regels die er zijn in de loop der jaren - dan kom je
weer bij de heer De Beer die daar heel nadrukkelijk naar
vraagt - vast te stellen in zijn geheel.
Het gaat hier natuurlijk duidelijk om het beheer, laten we
wel wezen. Het integrale van nieuwe woonplekken hoort
inderdaad bij bestemmingsplannen. U vraagt ook niet op dit
moment exact hoeveel woningen er in plan X komen. Dan krijg
je eerst de normale procedure. Ik begrijp niet waarom als
het om woonschipbewoners gaat, we ineens moeten afwijken.
Dat lijkt mij niet verstandig.
De heer Sluiter heeft een idee namens zijn fractie geopperd
om dwars op de gracht woonschepen te laten liggen. Ik heb
nog niet direct een concreet beeld van wat de beste plek is
en hoe je dat kunt relateren aan de criteria, die we hier
vaststellen. Maar uiteraard, het is een suggestie en die
moeten we op zijn merites beoordelen. Dat gaan we doen.
Mevrouw Inberg vraagt om tijd. Er is geen haast, zegt zij,
er staan geen sancties op. Ik vind dat geen argumenten. De
raad heeft de praktische weg gekozen om daar waar je nieuwe
riolering aanlegt ook de mogelijkheid te creëren om schepen
op het riool te kunnen aansluiten. Ik begrijp niet wat daar
mis mee is, dat is puur een kwestie van investeren. Als je
dat later alsnog zou moeten doen, dan zou ik dat vhet paard
achter de wagen spannen' noemen.
Of ik bij het Van Hallinstituut geweest ben. Jazeker. Er is
over gesproken, ook met de schippersvereniging. Maar op dit
moment ziet daar men nog:
a. te weinig het profijt van;
b. het neemt veel ruimte in beslag op sommige schepen,
schippers zeggen, dat kunnen wij niet op ons schip heb
ben;
c. ook is het een prijzige kwestie.
Dat zijn allemaal afwegingen, waarvan ik vind dat we die
voor de schippers niet hoeven te doen. Dat is een keuze aan
henzelf. Het is dus niet onze taak.
De Voorzitter: Ik constateer dat de heer Stoker geacht
wordt tegen het hele voorstel te stemmen.
Mevrouw Inberg is niet gevolgd in haar suggestie om een
bepaald onderdeel uit te stellen. (Mevrouw Inberg: Ik ben
tegen de rioleringaansluiting en de aanlegplekken Schenken
schans
Aan de orde is de stemming.