Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000
vastgelegde inkooptaakstelling van f 1 miljoen deels te
realiseren voor een bedrag van f 100.000,-. Het lijkt dus
of er in het voorstel een win-win-situatie is gecreëerd,
zij het dat veel geld dat aan meubilair zou moeten worden
besteed, nu aan rentekosten weglekt, f 70.000,- per jaar.
Een punt is echter wel dat daarmee alle investeringsruimte
voor meubilair voor de komende 10 jaar volledig is opgesou
peerd. Dit lijkt mij voor de organisatie als die van
Leeuwarden weinig realistisch. Er zullen altijd investerin
gen nodig zijn. Denk maar eens aan de komende renovatie van
het Stadhuis. Ook doorgaande ontwikkelingen in de automati
sering, of een uitbreiding van het aantal werkplekken,
kunnen een noodzaak creëren om toch in meubilair te gaan
investeren. In de commissiebehandeling bleek dat hiervoor
waarschijnlijk de komende 10 jaar een budget van slechts
f 10.000,- per jaar aanwezig is. Dat weliswaar geïndexeerd,
maar 3% van f 10.000,- is nog maar f 300,-. Het komt er op
neer dat een gedeelte van die taakstelling van f 1 miljoen
wordt gerealiseerd en dat je tegelijkertijd het gevoel
krijgt dat er over een paar jaar waarschijnlijk toch een
voorstel voor nieuw beleid zal kunnen liggen om hier toch
weer geld voor te gaan uittrekken. Dat voorstel zal dan
ongetwijfeld het predikaat onontkoombaar en noodzakelijk
dragen. Het op papier invullen van de taakstelling resul
teert uiteindelijk in een voorzienbare tegenvaller voor de
middellange termijn. Dat is een manier van bezuinigen die
eigenlijk geen overweging verdient.
De VVD-fractie gaat qua aanschaf akkoord met het voorstel,
omdat we vinden dat ons personeel op een goede manier zijn
werk moet doen. Een goed ingerichte werkplek is daarbij een
eerste en minimale vereiste. Wij vinden wel dat de wijze
van financiering en de cosmetische manier waarop de inkoop
taakstelling deels wordt ingevuld om een andere benadering
vragen. Dat houdt in dat bij een voorstel om toch weer
budget voor de aanschaf van meubilair beschikbaar te
stellen, de inkooptaakstelling dan weer zou moeten worden
verhoogd. Er is in dat geval niet echt bezuinigd. Wij
zouden er ook voor kunnen kiezen, dat vind ik het meest
zuiver, om de te betalen rente van f 70.000,- per jaar af
te trekken van de bezuiniging die nu bij de taakstelling
wordt ingeboekt. Dat houdt in dat er nu f 30.000,- en niet
f 100.000,- van de taakstelling is gerealiseerd. Het
college heeft per jaar een budget van f 70.000,- tot
f 80.000,- beschikbaar om noodzakelijke investeringen te
doen
Graag hoor ik de mening van het college hierover.
De heer Bilker (weth.): In de commissie hadden we ook wat
begripsverwarring. Ik gaat om een investering van f 1,3
miljoen, dat is duidelijk. Het gaat om een vervangingspost
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000
in de begroting, die staat op f 312.000,- duurzame zaken.
Dan wordt er op deze manier f 100.000,- vrijgemaakt voor
die taakstelling inkoop. Blijft f 11.000,- over voor nieuwe
investeringen. Daarnaast is er nog een post van f 20.000,-
voor onderhoud roerende goederen. Tot zover zijn we het
eens. Vervolgens zegt de heer Van Mourik, maar de rente op
die boekwaarde. Nu neemt die boekwaarde af per jaar. Hij
wordt inderdaad in het begin op f 1,3, dan f 1,2 miljoen,
enzovoort. Over 10 jaar is de afschrijving op f 130.000,-,
uiteindelijk nul. Maar de rente neemt navenant ook af. In
het eerste jaar is die f 71.000,- en loopt af naar
f 7.000,-. Het bedrag, dat voortdurend daarmee vrijkomt,
zet je op de post van Investeringen. Daarmee gaat die post,
f 11.000,- sowieso, jaarlijks met index, fors omhoog. Wat
dat betreft, de rente over de boekwaarde, de boekwaarde
neemt af dus ook de rente. Dat tellen we weer op bij het
bedrag van de investering en je kunt de taakstelling
handhaven. Naar mijn gevoel is er dan geen probleem.
De heer Van Mourik: Ik ben uitgegaan van de stukken die het
college zelf heeft aangeleverd. Het kapitaal was
f 201.500,-, afschrijving f 130.000,-, rente f 71.500,-.
Aan de hand daarvan heb ik mijn berekeningen gemaakt. Dan
nog zijn er kleinere bedragen beschikbaar om meubilair aan
te schaffen. Dan nog vind ik het activeren van kosten en
deze manier van papier een inkooptaakstelling realiseren
van weinig creativiteit van financiële dekking getuigen.
De Voorzitter: We komen tot een conclusie.
Volgens mij heeft de heer Van Mourik net gezegd dat hij wel
akkoord gaat met het voorstel. (De heer Van Mourik: Ik heb
daarnaast twee dingen gezegd. Ik heb gezegd dat ik mij voor
kan stellen dat het college de financiering herziet.
Daarvoor heb ik gezegd dat als dit niet gebeurt, wij bij
een komend voorstel voor nieuw beleid om toch weer meubi
lair aan te gaan schaffendat als een inkooptaakstelling
zullen gaan opvoeren.) Dat begrijp ik. Dat betekent dat hij
akkoord gaat met dit voorstel. (De heer Van Mourik: Heb ik
gezegd.
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 14 (bijlage 79)
De Voorzitter: Aan de orde is Wijziging verordening behan
deling bezwaarschriften inzake personeelsaangelegenheden.