Blad 26 Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000 De heer Jacobse: In de commissie heb ik gevraagd of dit voorstel in de Ondernemingsraad is geweest. Dat wist de wethouder toen niet. Inmiddels heb ik daar een memo van gekregen, daarin heeft hij geschreven dat het ook niet hoeft. Dat was mijn vraag niet. Ik vind in zijn algemeen heid dat zeker inzake personeelsaangelegenheden het van goed van werkgeverschap getuigt dat als je die zaken die specifiek werknemers aangaat, je uit hoffelijkheid op z'n minst, maar dat je in ieder geval prijs stelt op hun mening en datgene wat zij daarover te zeggen hebben wilt meenemen bij de besluitvorming. Dat je hun mening vraagt, ook al is dat niet verplicht. Het gaat mij niet om dit voorstel in de specifieke situatie. Maar in zijn algemeenheid vind ik, ik zou daar toch de aandacht van het college voor willen vragen, dat als het personeelszaken betreft, ook al is het niet verplicht, je die toch als goed werkgever voorlegt ter advisering aan de Ondernemingsraad. Ik ben wel benieuwd naar dat advies. De heer Bilker (weth.): Als het gaat om specifiek het behandelen van arbeidsvoorwaarden, daar gaat hier onder andere om, dan hebben wij meestal de keuze in de gemeente Leeuwarden óf het voorleggen aan het Georganiseerd Overleg, dus de delegatie met de bonden, werkgever, werknemer, óf aan de Ondernemingsraad. We kiezen meestal het eerst voor het Georganiseerd Overleg. Als het gaat om beleidszaken betreffende de gemeente, die van invloed zijn op het personeel, dan gaat het naar de Ondernemingsraad. Dat onderscheid ten eerste. Nu is de concrete vraag, het gaat hier om heel specifiek personeelsbelang, het zou interessant zijn om te vernemen hoe daarover wordt gedacht. De heer Jacobse heeft de afweging vernomen. Dan lijkt het mij correct om het besluit wat wij hier vanavond nemen ter informatie toe te zenden aan de Ondernemingsraad. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w., met inachtneming van de toezeg ging van de wethouder. Punten 15, 16, 17 en 18 (bijlage nrs68, 70, 86 en 81) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders. De Voorzitter schorst om 20.50 uur de vergadering. Blad 27 Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000 De Voorzitter heropent om 21.10 uur de vergadering. Punt 19 (bijlage nr. 82). De Voorzitter: Aan de orde is Beleidsnota 'Vrijwilligers werk in Leeuwarden, maart 2000'. De heer Stoker: Met de conclusie die bij de commissiebehan deling is getrokken dat er gekeken zal worden naar een mogelijke aansluiting van het vrijwilligerssteunpunt met een professionele instelling erbij genomen, is er met deze nota een acceptabel geheel aan het ontstaan, waarmee wij instemmen. Dat is overigens niet omdat wij overtuigd zijn dat het hierna allemaal perfect zal zijn met het gemeente lijk beleid ten aanzien van het vrijwilligerswerk. Zo wil het college helemaal niets weten van het voorstel om te komen tot een fonds voor noodlijdende verenigingen en vindt men dat gewone sportclubs niet belangrijk zijn in het kader van het onvolprezen fenomeen Leeuwarden Promotie. Maar die discussie komt nog wel terug bij de nota Sport en bij Perspectief. Ik vind wel dat dit punten zijn waaruit, ondanks alle mooie woorden, blijkt dat er nog veel verschil in visie is op het vrijwilligerswerk. De individualisering en toenemende economische druk, het voor de lagere inko mensgroepen om economische redenen noodzakelijke gemaakte tweeverdienerschap, enzovoort, maakt het steeds moeilijker om vrijwilligers te vinden. Die vrijwilligers, die er zijn of nog kunnen komen, moet je mijns inziens wel wat in de watten leggen. Niet dat ze het daarom doen, zeker niet. Maar gewoon omdat ze merken dat de samenleving hen waar deert, op prijs stelt en ze ook gewoon nodig heeft. Ik wil het college nog wel vragen op welke termijn die toezegging, dat zoeken naar desgewenst aanhaken bij een professionele instelling, gerealiseerd zal gaan worden. De heer Boorsma: Ik heb één kort punt betreffende het project asielzoekers. Daar is in de commissie van gezegd door de heer Brok dat er zal worden gekeken in hoeverre dit door het AZC zelf wordt opgepakt en daar is het een beetje bij gebleven. Mijn concrete vraag is: gaat dit nu ook inderdaad gebeuren, want wij hechten daar als fractie wel de nodige waarde aan. Ik weet niet of er al gesprekken zijn geweest en of het al naar voren is gebracht en wat daar de uitkomst van is. De heer Feddema: Alvorens te beginnen met mijn betoog nogmaals de complimenten voor de uitgebreide inventarisatie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 14