Blad 38
Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000
geweest bij dit soort onderwerpen. Wij moeten dat probleem
dan ook zo snel en zo goed mogelijk regelen.
Dan kom ik op de aandachtspuntjes.
Financieel
Met de grote lijn kunnen wij akkoord gaan, maar wij willen
wel van de wethouder weten of de provincie nu ook meer, na
het eerste jaar vooral, financieel gaat bijdragen.
De tijdelijke locatie, de voormalige avondwinkel bedoel ik
op het Ruiters kwartierAls zou mogen blijken dat bij de
zoektocht een beter geschikt pand zou kunnen komen voor die
tijdelijke locatie, zou mijn fractie toch willen vragen om
die tijdelijke invulling nog eens tegen het licht te
houden
Blijft uitgangspunt, akkoord op hoofdlijnen, nu het proce-
durevoorstel zelf.
Zoals afgesproken in de openbare vergadering van de Commis
sie Welzijn was mijn fractie toen al positief over de
zoektocht van de selectie in de vertrouwelijke bijeenkomst
van de commissie. Die vertrouwelijkheid is vooral ook nodig
om geen onnodige onrust te veroorzaken. Maar de besloten
heid is ook gewenst, omdat je spreekt over verkoop/aankoop
van panden. Dat is voor ons nog een extra argument. Dus als
wij spreken over meerdere panden van eigenaren die be
schermd dienen te worden.
De VVD-fractie stemt in met de machtiging aan B&W, gehoord
de Commissie Welzijn. Hoe eensluidender de commissie, die
haar verantwoordelijkheid moet nemen, die volgt de wethou
der en het blijft een collegebeslissing.
Wat betreft de criteria heeft mijn fractie de wethouder
verzocht om daarbij op te nemen dat een geschikt pand moet
voldoen aan vol staan aan de openbare weg, dat er dus geen
steegjes of pleintjes voor, naast of achter het pand moeten
zijn. Voor de rest gaan wij akkoord.
De motie van de SP-fractie zal mijn fractie geen steun aan
geven
Mevrouw Inberg: Mijn fractie heeft in de commissie ook al
gezegd dat wij voor een openbare behandeling zijn, ik
herhaal dat. Het verbaast mij ook zeer dat zowel de
PAL/GroenLinks-fractie als de PvdA-fractie als de VVD-
fractie onder de noemer van 'het zou zoveel onrust veroor
zaken onder de bevolking' gaat zeggen: nu moeten wij ze
maar niet informeren. Dat is toch niet waar de gemeente
voor staat en waar de gemeentepolitiek voor staat. Wij
vinden dat de burgers het recht moeten hebben om in commis
Blad 39
Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000
sievergaderingen de diverse fracties van hun argumentatie
te voorzien. Wij moeten daar kennis van kunnen nemen. Ik
vind dat de argumentatie 'onnodige onrust' een doekje voor
het bloeden is. Want er wordt ook gezorgd voor onrust als
het allemaal in beslotenheid wordt behandeld, want iedereen
gaat zich afvragen of het in hun wijk zal gaan plaatsvin
den. U weet dat dan de geruchtenstroom binnen de kortst
mogelijke keren op gang komt. Dan krijgen wij inderdaad
onnodige onrust. Ik vind dat een slecht argument.
Het is duidelijk dat wij de motie van de SP-fractie onder
steunen
Voor wat betreft het mandaat aan het college heb ik begre
pen uit de notulen van de commissievergadering dat mevrouw
De Haan heeft gezegd dat zij een meerderheidsstandpunt laat
meewegen in haar beslissing en dat dat doorslaggevend is om
verder te gaan met de locatie.
Ik wou graag antwoord hebben op wat dan het meerderheids
standpunt is, of dat de helft plus één is of dat wij ons
dan een grotere meerderheid moeten voorstellen.
Mevrouw Mol: In de commissie heb ik gezegd voor wat betreft
de criteria voor de locatiekeuze er wat ons betreft nogal
wat verschil is in de berekening, de ene plus weegt voor
ons zwaarder dan de andere. De wethouder heeft toegezegd
hier rekening mee te zullen houden. Dus wat dat onderdeel
betreft gaan wij akkoord.
Aangaande de financiering hebben wij in de commissie een
voorbehoud gemaakt. Reden hiervoor is dat wij een mogelijke
financiële tegemoetkoming aan het aanloophuis hierbij
willen betrekken. Inmiddels hebben wij overleg gehad met
het bestuur van het aanloophuis. Uit dit gesprek is geble
ken dat men in principe graag met vrijwilligers verder wil,
zij het dat gezien de problematiek enige ondersteuning
mogelijk gewenst zou zijn. Voorlopig is het aanloophuis
echter nog niet weer open en beraamt men zich op de plannen
voor de toekomst. Dit argument is dus vooralsnog niet meer
doorslaggevend. Mocht blijken dat het te vormen beleidsplan
van het aanloophuis reden daartoe geeft, dan zullen wij
bekijken of wij daar opnieuw aandacht voor gaan vragen.
Wat betreft de openheid heb ik in de commissie gezegd dat
voor beide standpunten wat valt te zeggen, dan is het maar
net waar je de accenten legt. Op zich zijn wij in het
algemeen voor openheid, ook dat heb ik in de commissie
gezegd, maar er kunnen redenen zijn om daar anders tegenaan
te gaan kijken. Openbaar suggereert dat burgers kunnen
meepraten en dat is in deze zeker niet het geval. Hoe je
het ook wendt of keert, je krijgt altijd te maken met
tegenstanders, welke locatie je ook aanwijst. Maar wij zijn