Blad 42
Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000
kiezen welke nou de beste is. Het college kan wat mij
betreft de goede locatie zelf uitkiezen, die zullen wij dan
bespreken. Eventueel zou dan van tevoren al met politie,
welzijn, de desbetreffende verenigingen en de Cuno Van Dijk
Stichting kunnen worden overlegd. Dat mag wat mij in een
besloten vergadering plaatshebben. Dat staat buiten de
Commissie Welzijn. De locatie is naar ons idee meer ge
schikt indien daar al veel overlast bestaat. Ik zou hier
graag een reactie van het college daarop willen hebben.
Mevrouw De Haan (weth.)Laat ik beginnen met uit te
spreken dat ik constateer, op basis van de discussie, dat
voor zover we praten over beleid, daar ging deze raadsbrief
over, dat we het daar eigenlijk helemaal met elkaar over
eens zijn. Er dient uitbreiding te komen van opvang voor
dak- en thuislozen, nog even los van de gedoogruimte
meneer Stoker. Als ik kijk naar de aan te wijzen locaties
en de procedure die daarbij hoort, dan merk ik dat er nog
twee partijen zijn die zeggen dat zij het mandaat niet
geven, zij willen als raad daar een besluit over nemen. De
heer Stoker en de SP-fractie.
Ik heb in de commissie uitvoerig uitgelegd, denk ik, waarom
het college het in ieder geval nodig vindt om dat mandaat
te vragen. Er spelen twee zaken een centrale rol in:
- dat is tijd; het is inderdaad een feit dat wij snel
moeten en een raad kost extra tijd;
- het tweede punt is het type voorziening; het type voor
ziening is er één die burgers eigenlijk geen van allen in
hun omgeving willen hebben en dus zal de inspraak altijd
negatief zijn.
Dat maakt dat wij vinden dat er iemand de knoop moet door
hakken op basis van een aantal criteria. Dan zal dus de
maat van de commotie of het niet willen eigenlijk geen
argument moeten zijn, maar objectieve criteria. Dan moet je
bereid zijn knopen door te hakken. Dat waren de belangrijk
ste argumenten voor het mandaat. Overigens zou je heel goed
kunnen argumenteren dat hier ook zou gelden dat de raad
praat over het beleid en de uitvoering laat je aan het
college over. Maar dat zijn de redenen. Er zijn twee
partijen die het daar principieel niet mee eens zijn.
Ik wil eigenlijk nog één ding zeggen, omdat democratie
zoals de heer Boorsma het principieel noemt, in het geding
zou zijn. Niemand van ons is voor een situatie dat de
politiek niet zou willen luisteren. Hij zegt dat er steeds
meer mensen zijn die vinden dat de politiek niet luistert.
Wij vinden allemaal dat wij dat zouden moeten bestrijden,
daar is absoluut geen verschil van mening over, iedere stem
is van belang, dat hoort ook zo. Wij zijn terughoudend als
het gaat om besloten vergaderingen. Wij zijn absoluut niet
van mening dat je daar maar ruimhartig in moet zijn. Iedere
keer moet je dat opnieuw motiveren. Dat is in zijn alge
Blad 43
Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000
meenheid als er zakelijke of persoonlijke belangen in het
geding zijn. Dit is typisch een geval waarbij het college
uitvoerig motiveert waarom wij dit hier nodig vinden.
Fracties hebben volledig het recht om het daar niet mee
eens te zijn, maar moeten niet suggereren dat het college
daarmee de democratie niet serieus zou nemen. Dat in de
eerste plaats.
In de tweede plaats spitst de discussie zich toe op het al
of niet in openbaarheid discussiëren van de commissie over
mogelijke panden. Wij hebben daar uitvoerig over gesproken,
hetzelfde type argument speelde daar een rol, er is eentje
eraan toegevoegd, zou je kunnen zeggen. Op het moment dat
de commissie in de volle openbaarheid alle informatie zou
willen hebben die de task force, die nu met locatie bezig
is, heeft verzameld en uiteindelijk als basisinformatie
moet leiden tot een goed voorstel. Wij kijken heel breed in
een beprkt deel van de stad. Wij maken gebruik van onze
eigen kennis, wij maken gebruik van de kennis van woning
bouwcorporaties, wij maken gebruik van de kennis van
makelaars, enz. Er zitten een aantal panden bij die niet
van ons zelf zijn, die we zouden moeten aankopen. Dat
betekent dat op het moment dat je er mee naar buiten gaat,
je nog niet gekocht hebt, en wel duidelijk is waar het
pand voor gebruikt gaat worden. Als wij moeten wachten op
het besluit van de commissie, om vervolgens te gaan onder
handelen over de prijs van zo'n locatie, is dat zakelijk
gezien niet aantrekkelijk. Wat dat betreft blijven wij dus
voor de procedure, zoals die nu voorligt.
Dan zijn nog een paar punten genoemd.
De heer Roekiman heeft gesproken over dagactiviteiten. Ook
wij vinden het belangrijk, en je ziet in het land daar ook
steeds meer voorbeelden van. Ik wil bekijken of de instel
lingen, die zich bezighouden met dak- en thuislozen, zich
ook bezig zouden willen houden met zinvolle dagactivitei
ten. Ik denk dat daarin een aantal dingen mogelijk zijn.
Instellingen hebben overigens aangegeven dat ze dat willen.
Dus dat overleg zullen wij verder voeren en kijken of we
daar ook voor de Leeuwarden situatie creatieve oplossingen
kunnen vinden
De heer Feddema heeft gevraagd of de provincie al iets
heeft meegedeeld over structureel wat meer te gaan betalen.
Dat is nog niet het geval. In het overleg dat we in het
kader van het convenant hebben gehad heeft de provincie
gezegd dat zij nu in ieder geval loyaal het gevraagde
bedrag willen opnemen, het gesprek over de wat langere
termijn moet nog plaatsvinden met de provincie.
Dan heeft de mevrouw Mol gesproken over criteria, het ene
zwaarder dan de ander. Daar ben ik al op ingegaan.