Blad 44 Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000 Het aanloophuis komt denk ik terug Dan was er nog een vraag van de heer Stoker over de gedoog- ruimteDaar wil ik het volgende erover zeggen. Hij zegt dat hij principieel tegen een gedoogruimte is, want de overheid moet zorgen dat ze mensen van de versla ving afbrengt. Natuurlijk, maar tegelijkertijd wil ik naast dit principe iets van de praktijk leggen. Als wij alle mensen, die nu verslaafd zijn, zouden willen afhelpen van hun verslaving, betekent dit een individuele aanpak. Ik denk dat u dan een voorstel moet maken om f 15 a 20 miljoen vrij te spelen. Dat is een kwestie van zeer lange adem. Als u dat niet doet, dan gedoogt u dat er een aantal mensen, zoveel jaren verslaafd zijn. Dat doen wij dus nu al, of u een ruimte aanbiedt of niet De gedoogruimte is nu niet aan de orde, we komen er later nog wel een keer op terug. Maar wat betreft het college is de gedoogruimte niet principieel afgewezen op dit moment. Meneer van der Brug zegt: Wij blijven bij ons standpunt dat het openbaar moet en de beweegredenen deugen niet" Hij zegt, als je de ruimte geeft aan de burgers om daar wat van te vinden, dan levert dat uiteindelijk draagvlak op en wellicht acceptatie. Ik denk dat dit niet het geval is. Je kunt nog zo goed uitleggen dat dit voorzieningen zijn waarbij dat waarschijnlijk niet zal gebeuren. Burgers zullen moeten accepteren dat de raad een besluit neemt, ook als daarvoor geen enkele buurt draagvlak komt. Dan heeft hij iets gezegd over de mate van overlast: doe het daar waar de overlast het minst groot is. Dat ben ik met hem eens, daarom zoeken wij ook zo dicht mogelijk bij de binnenstad, omdat daar de overlast zich het meeste voordoet Ten aanzien van de locaties denk ik dat de raad even moet wachten wat er straks op haar afkomt. Ik heb in de commissie gezegd dat naarmate de commissie zijn verantwoordelijkheid neemt en het meer met elkaar eens is, des te minder kan het college daar om heen. Dat bete kent dat het ontzettend lastig is om te zeggen van een meerderheid plus 1. Het college zal altijd kijken hoe de stemming in de raad is en dat afwegen tegen wat fracties vinden. Om die reden heb ik gezegd dat op het moment dat de commissie haar verantwoordelijkheid neemt, ze invloed uitoefent en hoe meer ze het eens is hoe groter de invloed. Natuurlijk is het zo dat als een ruime meerderheid in de commissie zegt dat het die kant op moet, het college daar nooit dwars tegenin zal gaan. Dan weten wij natuurlijk wat er gebeurt, zeker over zo'n onderwerp. Ik vind het flauw om te praten over een meerderheid plus één, dan suggereer je dat als de coalitiefracties het maar eens zijn, mogen de kleine fracties wel tegenstemmen. Ik denk dat je dat als Blad 45 Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000 commissie niet moet willen. Dat is wat ik erover wil zeggen De heer JacobseIk zou graag even willen schorsen. De Voorzitter schorst de vergadering om 22.10 uur. De Voorzitter heropent om 22.20 de vergadering. De heer Van der Brug: Ik wil het kort houden. Wij blijven tegen mandatering, wij blijven tegen de beslotenheid. Het liefste zou ik willen dat het college één voorstel aan de Commissie Welzijn doet voor één locatie en dat we daar in de openheid een uitspraak over doen en dat wij als Commis sie Welzijn niet in de beslotenheid uit 5 locaties één moeten uitkiezen. Dus één voorstel van het college. De Voorzitter: Dat betekent dat u in beginsel de motie van de SP-fractie wil steunen, maar dat u hem nog nader preci seert Ik heb de indruk dat wij niet nog een volledige tweede termijn in hoeven, want de situatie is volgens mij vol strekt helder. Alleen als er zeer dringende opmerkingen gemaakt moeten worden, zal daar de gelegenheid voor zijn. De heer Roekiman: De NLP-fractie wil maar één optie hebben, valt er dan nog te kiezen in vredesnaam? Wat mij betreft is dat helemaal geen goed voorstel De heer Van der Brug: Belangrijk is niet zo zeer dat wij uit allerlei locaties gaan kiezen. Het gaat erom dat wij oordelen over een voorstel van het college. Als het college van tevoren al met wijkplatformen, die ook ergens voor zijn, en met de desbetreffende welzijnsorganisaties, gesproken heeft, denk ik dat de aanvaardbaarheid ook groter zal zijn. De heer Stoker: Wij achten een plotseling aanwijzen van een locatie en daarmee het overvallen van betrokken burgers niet goed voor het imago van de Leeuwarder politiek. Ik vind dat bij de beantwoording daar te weinig over is gezegd. Dat zou voor ons toch zwaar moeten wegen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 23