Blad 4 Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000 Het gaat in feite om twee bedrijven die op hetzelfde terrein naast elkaar een opslagsituatie hebben. Beide ondernemingen zijn voorzien van de juiste geldige vergun ningen. De ene vergunning is iets ouder dan de andere, de ene dateert van eind 1997 de andere van nog geen twee maanden. Zoals u wellicht weet is de gemeente in deze bevoegd gezag, maar toezichthouder is altijd, als het gaat om de opslag van zwaar vuurwerk, het Ministerie van Defen sie. Het Ministerie van Defensie heeft dan ook geadviseerd over de toekenning van die vergunningen. Bij deze vergun ningen, omdat het gaat om opslag en verwerking van gevaar lijke stoffen, behoort ook een rampenorganisatie, die natuurlijk op een zodanige manier in elkaar moet grijpen dat er voldoende adequaat en snel hulp verleend kan worden, daar waar dat noodzakelijk is. Van de kant van de ondernemingen gaat het om calamiteiten plannen, die beschikbaar en actueel moeten zijn. Van de kant van de brandweer gaat het hier om rampenaan valsplannen, zoals men dat noemt, die men niet alleen van deze ondernemingen beschikbaar heeft, maar ook van een aantal andere ondermeningen, die niet onder dezelfde categorie vallen, maar toch onder de categorie bedrijven die extra aandacht bij calamiteiten behoeven. Van de zijde van de gemeente gaat het om een geactualiseerd rampenplan De drie plannen, zoals die er liggen, zijn voldoende actueel. Het meest actueel is het gemeentelijk rampenplan, dat hebben wij onlangs vastgesteld. Er is ook uitgebreid, naar ons idee op dit moment en in voldoende mate mee geoefend. Niettemin is het wel zo, ook gegeven de situatie zoals die zich nu in Enschede heeft voorgedaan, dat wij ons een aantal activiteiten hebben voorgenomen. Activiteit 1 is nog eens extra kijken of de rampenplannen, de calamiteitenplannen en het brandweeraanvalsplan in voldoende mate op elkaar zijn afgestemd. Activiteit 2 is dat wij deze week een extra inspectie zullen uitvoeren bij de beide ondernemingen om ons nog eens opnieuw en gedetailleerd ervan te vergewissen dat de feitelijke situatie in overeenstemming is met de afgegeven vergunning Activiteit 3 is dat wij morgenmiddag met vertegenwoordigers van de wijkorganen van de omliggende wijken contact zullen hebben om hen, samen overigens met de directieleden van de beide ondernemingen, te informeren over de feitelijke stand van zaken. Wij menen er goed aan te doen om de informatie, die in de komende dagen over die activiteiten binnenkomt, via de vergaderingen van de Commissie Bestuur en Middelen aan u terug te koppelen. Wij denken daarmee u het meest actuele en ook accurate beeld te kunnen geven. Dat kunnen wij nu al, maar het is goed om daar nog een keer extra zorgvuldig naar te kijken. Blad 5 Verslag van de raadsvergadering van 15 mei 2000 Wij willen u voorstellen aanstaande woensdagavond in de Commissie Bestuur en Middelen daarop terug te komen en ook met de commissieleden het mogelijk verder bestuurlijk vervolg te bespreken. Dat geeft ons ook de gelegenheid om morgen in het college van burgemeester en wethouders nog een keer te kijken of er nog andere zaken aan de orde zijn die wij in het kader van het bieden van extra zekerheid zouden moeten organiseren. Wij zullen daarover de commissie woensdagavond informeren. Een zijpunt, maar ik denk ook goed voor u om te weten, is dat het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer inmiddels een landelijk onderzoek heeft ingesteld naar de situatie waarin ook de overige vuurwerkplaatsen zich bevinden. Aan dat onderzoek zullen wij uiteraard ook meedoen. De resultaten van dat onderzoek zullen wij, zodra die beschikbaar zijn, melden. Dat bete kent dus dat in de situatie waarin Leeuwarden zich bevindt, niet alleen wijzelf als bevoegd gezag in samenwerking met Defensie, die een adviserende rol heeft in specifieke vormen van opslag van vuurwerk, maar ook in het kader van ministerieel onderzoek, daar zorgvuldig en in voldoende mate naar gekeken wordt. Tenslotte nog dit, dat is een punt wat losstaat van de activiteiten die het college wil ondernemen. Ik vind het op deze plaats ook goed om onze erkentelijkheid uit te spreken aan de mensen, ambulancechauffeurs, mensen die in ME- verband zijn opgetreden en vanuit Fryslan afgelopen zater dag in Enschede hun werk hebben gedaan. Gaat u akkoord met dit voorstel. Dan kunnen wij woensdag avond in de commissie er verder over spreken. Punt 1 De Voorzitter: Aan de orde is het vragenhalfuurtje voor burgers De heer Schiphof: Ik wil het in het vragenhalfuurtje met u hebben over een groep mindervalide mensen in onze gemeente. Dan doel ik speciaal op de zogenaamde f 1.500,- regeling die nu bestaat, zodat de mensen met een lichamelijke handicap toch de deur uit kunnen en hun sociale contacten kunnen onderhouden. Die f 1.500,-, dat is gebleken, is te weinig voor de laatste jaren. Vanwege de extreem hoge benzineprijzen van de laatste tijd, die verhoging is nu al een jaar bezig, het wordt twee cent goedkoper en gaat vijf cent omhoog. Vooral voor deze mensen wil ik u vragen, burgemeester en wethouders en de leden van de raad, om een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 3