Blad 26 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 Het gaat hier om een andere wijze van toerekenen van f 120.000,die rechtstreeks aan de burgers zal worden doorberekend, middels de afvalstoffenheffing. De WD- fractie vindt dat met één jaarlijkse tariefronde moet wor den beslist over de hoogte van de verschillende tarieven en dat niet op ad hoe basis tot doorberekening van verschil lende posten moet worden besloten. Een lastenverhoging op deze wijze wijzen wij af. Dit heeft geleid tot de volgende motie die ik hierbij in dien "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 13 juni 2000; behandelende de Perspectiefnota; overwegende - dat het college bij de ombuigingen voorstelt om de lasten van de regiefunctionaris voor het afvalbeleid door te gaan berekenen in de afvalstoffenheffing; - dat dit een lastenverzwaring voor de burgers inhoudt, naast de nu al aangekondigde verhogingen van de af valstoffenheffingen voor de komende jaren en dat dit niet wenselijk is; besluit het genoemde voorstel van het college niet over te ne men; en gaat over tot de orde van de dag." De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer, de heer Krol namens de CDA-fractie en mevrouw Waanders namens de PvdA-fractie (Dit is motie nr. 15.) Daarnaast wordt voorgesteld om het pontje van de Prinsen tuin uit de vaart te nemen. Hier hebben we problemen mee. We zijn onze toeristische potenties aan het uitbouwen en de Prinsentuin speelt daarbij een cruciale rol. Er zijn pro blemen met betrekking tot de cofinanciering van het pontje omdat de huidige exploitant van de Koperen Tuin zijn ver plichtingen niet nakomt, maar de WD-fractie is van mening dat het pontje in de vaart moet worden gehouden totdat óf andere financieringsmogelijkheden zijn onderzocht, óf er sprake is van een nieuwe exploitant van de Koperen Tuin, waarmee wellicht wel zaken kunnen worden gedaan. Daarom dien ik hierbij de volgende motie in: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 13 juni 2000; behandelende de Perspectiefnota; overwegende - dat het college bij de ombuigingen voorstelt om het pontje bij de Prinsentuin niet langer in de vaart te Blad 27 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 houden omdat de cofinanciering door de exploitant van de Koperen Tuin feitelijk niet realiseerbaar is; - dat de Koperen Tuin wellicht binnen afzienbare ter mijn een andere exploitant zal kennen die wel belang zal hebben bij het meer toegankelijk maken en opti maal exploiteren van deze accommodatie en het optima liseren van het totale toeristische product van de gemeente Leeuwarden; - dat het derhalve wenselijk is dat de mogelijkheid blijft bestaan dat het pontje in de vaart blijft; besluit het college op te dragen te onderzoeken of het pontje in de vaart kan worden gehouden totdat zicht is ont staan op de definitieve nieuwe situatie met betrekking tot de exploitatie van de Koperen Tuin en op de bereid heid van de nieuwe exploitant om hieraan substantieel bij te dragen; en gaat over tot de orde van de dag." De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer, de heer Krol namens de CDA-fractie en mevrouw Waanders namens de PvdA-fractie (Dit is motie nr. 16.) Nieuw Beleid Ten aanzien van de voorstellen voor nieuw beleid heeft met name het Structuurplan voor de binnenstad de laatste weken voor de nodige discussie gezorgd. De voornaamste vrees die wij hebben is dat investeringsbeslissingen worden opgehou den, met alle risico's van dien, omdat er een lang proces van plannenmakerij in werking wordt gezet, dat vervolgens weer in bestemmingsplannen moet worden vertaald. Daar komt bij dat de effectieve speelruimte voor een plan op struc tuurniveau voor grote delen van de binnenstad als minder groot moet worden betiteld. Als de vergelijking wordt ge maakt met het plan uit 1974, dan is er sprake van een vol strekt andere situatie. Er moest toen terecht een trend breuk worden geforceerd met het kaalslagdenken uit de jaren 60 en de binnenstad moest in feite worden herontdekt. Het Structuurplan uit 197 4 is daarbij van onschatbare waarde geweest, waarbij de verwerking van dat Structuurplan in be stemmingsplannen overigens nog zo'n 10 tot 15 jaar heeft geduurd. Een dergelijke omslag hoeft nu gelukkig niet ge maakt te worden. Wij zijn met de binnenstad aan het schaven en aan het poetsen, maar over het gros van de hoofdfuncties zijn wij het wel eens. De belangrijkste discussie van de komende tijd zal gevoerd moeten worden via het Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan. Een gedeelte van de binnenstad, en u moet dan vooral denken aan de Voorstreek en aan het oos telijk gedeelte, met het gebied ten zuiden daarvan, leent zich misschien voor het vervaardigen van een integrale vi sie en daar zou wat ons betreft verder over gesproken kun-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 14