Blad 4 4
Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000
niet collegepartijen, voorstellen voorstel NNS03, intensi
vering milieuhandhaving gewijzigd wel te honoreren.
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 13 juni 2000;
behandelende de Perspectiefnota;
overwegende
- dat het overtreden van milieuregelgeving grote gevol
gen kan hebben voor de leefomgeving voor de korte en
de lange termijn;
- dat controle op naleving en het handhavingsbeleid ter
zake in het algemeen een hoge prioriteit heeft;
besluit
- het voorstel Intensivering Milieuhandhaving (NN-SO-3)
te honoreren met dien verstande dat de voor 2000 toe
gekende incidentele formatieplaats structureel wordt
gemaakt en daar één formatieplaats gedurende twee
jaar aan toe te voegen;
- de effecten van dit besluit te evalueren in april
2002, opdat de uitkomst daarvan betrokken kan worden
bij Perspectief 2003."
De motie is mede-ondertekend door de heer Boorsma namens de
SP-fractie, de heer Stoker namens de GPV/RPF/SGP-fractie en
mevrouw Inberg namens de D66-fractie.
(Dit is motie nr. 25.)
Het beschikken over een dwanghaven is een must, wil je het
handhavingsbeleid geloofwaardig houden. Dat hoeft niet te
betekenen dat alle gemeente één moeten hebben. We roepen
het college op creatiever naar mogelijkheden te kijken.
Als het gaat om de facilitaire ondersteuning van B W.
hebben wij in de commissie gezegd dat wij daar nog niet he
lemaal voor waren. Na een gesprek met de burgemeester zijn
wij wel doordrongen zijn van de noodzaak van dit voorstel.
Internet, is een boeiend fenomeen, maar wij vragen ons af
of daar nu al zoveel in geïnvesteerd moet worden. Voorstel
NAZ9 heeft bij ons dan ook niet de hoogste prioriteit.
Dhr. Boorsma zal, mede namens ons, een motie indienen die
beoogt een nota het licht te doen zien over de toeganke-
lij kheid
We hebben, bij de behandeling van de subsidiëring Cambuur,
reeds aangekondigd ook geld vrij te willen maken voor ama
teurclubs, de heer Krol heeft die motie reeds ingediend.
De gegevens die nodig zijn om tot besluitvorming over te
gaan omtrent de kwaliteit van de openbare ruimte zijn voor
handen. Vandaar dat wij vinden dat die discussie nu maar
Blad 45
Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000
eens gevoerd moet worden en ook besluiten moeten worden ge
nomen. De accountant merkt op dat de onderuitputting veel
te hoog is. Mijn fractie stelt u dan ook voor om van die
onderuitputting f 1 miljoen te gebruiken voor en lastenver
hogingen tegen te gaan, zoals wij dat hebben aangegeven en
de rest van het bedrag, f 750.000,- te reserveren voor het
beleid rond BOR. Ook daarvoor heb ik een motie gemaakt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 13 juni 2000;
behandelende de Perspectiefnota 2001;
overwegende dat:
- er thans voldoende informatie is over het achterstal
lig onderhoud en het gewenste niveau van onderhoud;
- de accountant in zijn rapportage bij de jaarrekening
adviseert nu ook beleid te ontwikkelen op dit punt;
- de accountant in zijn rapportage bij de jaarrekening
constateert dat de post onderuitputting structureel
zo groot is, dat de politiek zich moet afvragen of
dit gewenst is;
besluit
- het college te verzoeken de discussie over het ge
wenste niveau van onderhoud voor te bereiden, zodanig
dat nog in 2001 met de uitvoering kan worden begon
nen;
- voor de uitvoering van dit beleid vooralsnog
f 750.000,- te reserveren en dit ten laste te brengen
van de onderuitputting."
De motie is mede-ondertekend door mevrouw Inberg namens de
D66-fractie en de heer Stoker namens de GPV/RPF/SGP-
fractie
(Dit is motie nr. 26.)
We zijn deze raadsperiode in alle openheid begonnen, alle
gekozen partijen mochten meepraten over het Bestuurspro-
gramma en er vond een open dialoog met de samenleving voor
ogen, en die vond ook plaats.
De laatste tijd zie je echter dat het college steeds vaker
in achterkamertjes met collegepartijen al een besluit voor
kookt. Ook zie je dat het college hier en daar niet meer
kiest voor de open dialoog op basis van argumenten, maar
zoals bij de keuze van de locatie voor dak- en thuislozen
voor het dictaat van de macht.
Deze veranderingen in de bestuursstijl betreuren we, en het
betekent ook dat de verhoudingen in de raad veranderen. Zo
zijn de niet-college partijen voor het eerst onderling bij
een geweest om reacties en wijzigingsvoorstellen, waar dat
kon, op elkaar af te stemmen.