Blad 68 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 ken gedaan dat het hoger moet. Ook de accountant doet dat overigens niet. Die zegt, er is eigenlijk geen rationele sleutel voor wat het moet zijn, dus wij houden ons hier aan. Als de raad dat anders wil, dan horen wij dat. Dan is een terugkerend ritueel, de heer Krol spreekt daar over maar ook de heer Jacobse spreekt daar over, als het gaat om lastenverhoging. Zij zeggen: de gemeente Leeuwarden doet een aantal voorstellen die tot lastenverhoging leidt. Als wij over lastenverhoging praten, dan praten wij over de algemene lastendruk. Daar zijn landelijk keurig overzichten voor, daar zie je dat Leeuwarden daalt. De algemene lasten druk in Leeuwarden daalt. Ik denk dat dit heel erg mooi is, dat dat ook te danken is aan het feit dat de raad een zeer terughoudend beleid voert als het gaat om lastenverhoging. Dat is wat anders dan het kostendekkend maken van een aan tal tarieven, waarvoor wij in deze Perspectiefnota gevraagd hebben ook een principieel standpunt in te nemen. Twee voorstellen in onze Perspectiefnota hebben te maken met het kostendekkend maken van de tarieven. Dat zit in het OZB- verhaal, meeropbrengst OZB, waarvan het college heeft ge zegd, wij moeten - dat is ons wettelijk opgelegd - kosten maken om dit soort panden te taxeren. Die kosten kunnen wij terughalen. Wij blijven als college op het standpunt staan dat je dat vanuit het principe van kostendekkendheid zou moeten doen en we merken vervolgens wel als de raad zegt dat het niet moet, zoals nu in eerste instantie blijkt. Voor het tweede punt geldt hetzelfde. Ook vanuit dezelfde achtergrond, als je het kostendekkend wil, doe dat dan ook. Dit geldt voor de regiefunctionaris. Ik heb uitgelegd in de commissie dat als het gaat om kostendekkendheid er een aan tal kosten is, waarvan het Rijk de uitgangspunten formu leert, dat je die mag doorberekenen en een aantal die je niet mag doorberekenen. De regiefunctionaris is een voor beeld van kosten die je mag doorberekenen. Daarom heeft het college ook consequent doorgeredeneerd en dit voorgesteld. Moties over deze twee onderwerpen zullen wij als college niet overnemen. Twee fracties hebben een opmerking gemaakt over de Perspec tiefnota in termen van beleidscyclus. Ook ons streven is erop gericht de jaarrekening, dan met name de analyse van de jaarrekening, klaar te hebben voordat wij een Perspec tiefnota opstellen. Dat is de allermooiste volgorde die je kunt hebben. Je kunt alleen zeggen dat het ons tot nu toe niet gelukt is. Dat heeft te maken met de hele inhaalslag en tegelijkertijd de nieuwe acties op de Begroting, Per spectiefnota, enzovoort. Het is ons in de planning tot nu toe niet gelukt. Wij lopen wel in. Ieder jaar wordt het be ter. Ik kan ook niet garanderen dat het volgend jaar lukt. Ik zeg u toe dat wij het wel proberen. Ik denk dat wij op dit punt niet verder kunnen gaan. Het is nu zo dat wij in Blad 69 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 ieder geval de uitkomsten van de Rekening hebben voordat we Perspectief ingaan. Volgend jaar willen we, als het even kan, nog een stapje vlugger. Wij doen onze uiterste best en zullen proberen het voor elkaar te krijgen, maar echt ga randeren kan ik het op dit moment nog niet. (De heer Krol: Dat is vorig jaar exact op dezelfde manier zo toegezegd. Ik begrijp het wel een beetje. Maar aan de andere kant maken we wel gebruik van die voorlopige uitkomst van de Rekening bij Perspectief en voeren daar beleid mee. Het is van es sentieel belang dat het of voor of tegelijkertijd met Per spectief komt. Ik zou graag een toezegging van de wethouder willen dat dit volgend jaar ook gebeurtIk kan dit niet toezeggen, als ik niet weet of ik het kan waarmaken. Dat is een beetje het probleem. Het heeft met ambtelijke capaci teiten te maken. Het gaat niet om het bedrag dat overblijft op de Jaarrekening, maar het gaat om de analyse. (De heer Van Mourik: Het heeft er misschien mee te maken waar intern de prioriteit wordt gelegd. De wethouder zei zojuist een paar keer: wij hebben beschikking over die cijfers, wij willen eerst met betrekking tot Perspectief de nodige stuk ken zien. Ik heb gevraagd in mijn eerste termijn er voor te zorgen dat in ieder geval de openbare commissiebehandeling van de Rekening is afgehandeld voordat Perspectief wordt vastgesteld in de raad. Ik heb er bewust voor gekozen om dat niet in een motie te gieten, want nood breek wet op een gegeven moment. Maar ik zou me wel kunnen voorstellen dat de wethouder zegt, als blijkt dat het volgend jaar niet haalbaar of mogelijk is, of het zou die kant opgaan, dan zal ik bij het apparaat proberen in te steken dat op een gegeven moment het rekeningswerk prioriteit krijgt boven het perspectiefwerkAls u ziet waar we dit jaar staan, dan is dat wat de raad wil praktisch gelukt. Wat dat be treft lukt dat misschien volgend jaar ook. Het gaat mij met name om de analyse van de Rekening, om daar de consequen ties uit te trekken voor Perspectief en dat is een veel in gewikkelder verhaal. Dat is veel meer dan alleen het reke ningsresultaat bij wijze van spreken te bepalen. Dat is dus ingewikkeld. Het rekeningsresultaat, in feite lukt ons dat dit jaar wel, zal ons wellicht volgend jaar ook lukken. (De heer Van Mourik: Het gaat mij er ook om, als je kijkt naar de discussie in de beslotenheid van de Commissie van de Re kening, zoals die een paar weken geleden is gevoerd, dan blijkt ook dat bij het rekeningsresultaat voorstellen wor den gedaan voor nieuw beleid. Voorstellen die voor hetzelf de geld hier vandaag op tafel zouden hebben gelegen en die wij mee hadden gewogen ten aanzien van andere prioriteiten Op de manier waarop het nu gaat, wordt niet volledig open heid geboden, plus het feit dat je inhoudelijk geen opmer king meer over de Rekening kunt maken, omdat het rekenings resultaat vandaag al wordt bestemtIk begrijp heel goed wat de heer Van Mourik bedoelt. Ik denk dat we dat volgend jaar ook redden. Alleen het hele verhaal, de hele analyse,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 35