Blad 72
Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000
De euro is naar gevraagd door de heer Boorsma. Het gaat om
een heleboel geld, dat ben ik met hem eens. Voor zover wij
het nu kunnen bekijken, lijkt het wel reëel. Na de vakantie
komen we met een totale onderbouwing. Dan kan de raad op
nieuw beoordelen of het teveel is.
De heer Stoker voor wat betreft de gedoogruimteIk heb een
paar keer gezegd dat de discussie over de gedoogruimte in
de raad terugkomt. De raad heeft dus alle ruimte om nog
haar standpunt daarover te formuleren.
Nog een opmerking naar de heer Krol. Er is vrij uitvoerig
gesproken over inspraak en luisteren naar burgers. Ik denk
dat de burgemeester daarop ingaat.
De heer Krol heeft ten aanzien van de dak- en thuislozen
gezegd: waar ik me zorgen over maak is het feit dat wij
niet kunnen garanderen dat er geen overlast komt. Naar aan
leiding van berichten daarover. Ik denk dat de uitspraak
van de heer Krol, 'ik wens de garantie dat daar nooit over
last komt, op wat voor manier dan ook'zonder af te spre
ken wat je onder overlast verstaat, te ver gaat. Ik denk
dat je je moet realiseren dat in een stad als die van ons
altijd hier en daar overlast is. Wij kunnen nooit garande
ren dat er helemaal geen overlast is, ook in dit geval
niet. De garantie, die de heer Krol vraagt, is een verkeerd
politiek signaal naar de burgers, vind ik.
Natuurlijk proberen wij er alles aan te doen om overlast te
beheersen en wij hebben ook naar burgers toe aangegeven hoe
dat zou kunnen, daar hebben we burgers ook voor nodig. Maar
de heer Krol zet net een toon waarvan ik denk, dat moet je
niet willen. (De heer Krol: Ik denk dat het signaal wat wij
afgeven zo moet worden opgevat, dat ik heb ik ook letter
lijk gezegd, dat wij nog steeds staan achter het besluit en
de procedureMaar we zorgen om hebben, dat is de overlast
die uiteraard optreedttot nu toe op de Tuinen, zo is dat
ook gezegd en waarvan de heer Bangma zei: ik kan u dat niet
garanderen. Dat beangstigt mij een beetje. Daarom vragen
wij aandacht voor dat probleemMij vragen het college niet
meer en niet minder dan om over dat onderwerp zo snel moge
lijk in de Commissie Meizijn met elkaar te spreken om er
voor te zorgen dat wij het nog beter oplossen dan de heer
Bangma voorsteltIk denk dat er maatregelen te bedenken
zijn waardoor ook de tegenstand van bewoners afneemt.) Die
maatregelen hebben we ook wel. Dat is prima.
De Voorzitter: De heer Krol en meerdere hebben gewezen op
de informatieavond ten aanzien van dak- en thuislozen, al
of niet verslaafden. Het was voor ons een hele moeilijke
situatie dat je mensen alleen maar kon uitleggen waarom er
een activiteitenvoorziening moest komen. Wat betreft de
Blad 73
Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000
openbare orde en veiligheidskant betekent dit dat dit moei
lijk uit te leggen is. De heer Bangma heeft letterlijk ge
zegd: 'ik kan u nooit garanderen dat er geen overlast zal
zijn'Dat kun je in een stad, zeker met dergelijke func
ties in een stad gecombineerd, per definitie nooit. Dat
willen burgers wel, maar het op nul zetten kan niet.
Wij waren die avond bijeen om in ieder geval vanuit de po
litie, maar ook vanuit mezelf, in het kader van openbare
orde en veiligheid, te proberen uit te leggen dat we deze
voorzieningen juist nodig hebben om de overlast te beheer
sen c.q. terug te dringen. Dan memoreer ik toch de raad aan
de uitspraak van de directeur van De Terp, die zei, 'beste
mensen als ik overlast heb, ik heb goeie afspraken met de
politie. Ik bel ze op en dan komen ze. Dan weten ze dat het
geen flauwekul is en heb ik echt overlast, dan staan ze ook
op de stoep'. Dus wat de heer Bangma in z'n algemeenheid
zei, dat gaat natuurlijk op. We wilden daar de mensen niet
voorhouden, dat er nooit en te nimmer overlast zal zijn.
Dat kunnen wij niet garanderen, als overheid niet, als po
litiechef niet, als burgemeester niet.
Waarom zijn we de hele operatie begonnen met de voorzienin
gen? Dat is nou juist om die overlast te gaan beheersen en
terug te dringen. Het is duidelijk dat als je een voorzie
ning hebt voor dertig mensen en er zitten op het heetst van
de dag 240 in, dan weet je zeker dat je overlast hebt. Niet
binnen maar dan zeker buiten.
Nu is er meteen annex de discussie daar over. Mevrouw Waan-
ders zei ook terecht, kunnen we niet over dat begrip 'in
spraak' breder een discussie voeren. Ik denk dat het goed
is dat we dat heel breed voeren. De SP-fractie zegt er wat
van, de D66-fractie heeft z'n terminologie. Wat ik uitdruk
kelijk wil zeggen is dat we het woord 'inspraak', ook wat
je wettelijk moet toestaan in het kader van ruimtelijke or
dening, en de steeds meer gebruikte terminologie van parti
cipatie, niet moeten verwarren. Nu recent waren we in een
situatie dat we het alleen, helaas, moesten hebben over in
formatie. Dat is uitleggen, uitleggen, uitleggen en dat is
als het gaat om de mensen waar het om gaat, zij krijgen dit
wel in de achtertuinen en anderen niet, een hele moeilijke
operatie. Er zal in de toekomst helaas wellicht misschien
een dergelijke situatie voorkomen waar het inderdaad van
belang is dat je afspreekt in welke situaties, met meer
tijd met elkaar die je ook gegeven is, je over die partici
patie gaat praten. Daarop moet je je concentreren.
Vervolgens, wat houdt inspraak in? Wat zijn de reglementen
die je met elkaar wilt aangaan? Ik wil u een brede discus
sie daarover toezeggen. We moeten die met elkaar zeker gaan
voeren. Maar ook de terminologie duidelijk stellen, zodat
ook de suggestie naar de mensen toe duidelijk is, wanneer
in het ene geval zus en wanneer in het andere geval zo. We
zitten immers in de raad voor de belangen van alle burgers.