Blad 82
Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000
Er zijn van twee kanten voorstellen gedaan om betaald par
keren in het weekend en de avonduren in te stellen. Daar
staat het college sympathiek tegenover. Maar vindt u het
goed dat wij nog een keer opnieuw laten uitrekenen of ons
dat geld kost of oplevert? Wat er aan de orde is, is dat je
het vanuit een bepaald principe gewoon kunt doen, dat is
één. Het tweede is dat het denk ik goed is om nog een keer
opnieuw te ijken wat er toen aan kosten zijn opgevoerd.
Want uiteindelijk is het een kwestie van handhaving wat
waarschijnlijk de meeste kosten betekent. Ik denk dat het
verstandig is, nu het verzoek breder dan toen uit de raad
komt, om daar nog een keertje naar te kijken. In principe
zijn wij bereid om dat te doen, dat is geen probleem, dat
kan ook op korte termijn, alleen we denken wel dat het ver
standig is om even te kijken wat er onder de streep over
blijft
Dan zijn er nog enige vragen gesteld over Milieu.
Er zijn een tweetal moties ingediend door de D66-fractie,
waarvan het college van mening is dat die beide zouden moe
ten worden afgewezen.
Allereerst gaat het om de motie over afvalverwijdering bin
nenstad af te wijzen, dat is een onderdeel van een wat bre
der voorstel dat tot doel heeft om de afvalverwijdering in
de binnenstad op een hoger plan te brengen. Daarvan zegt de
D66-fractie dat zij het met een paar instrumenten daarin
niet eens is, bijvoorbeeld het ondergronds opslaan van pa
pier. Daar is een notitie over in voorbereiding, die krijgt
u binnenkort. Vandaag wordt niet principieel besloten om
dat onder de grond te doen, maar u besluit wel om geld be
schikbaar te stellen om die afvalverwijdering op een hoger
plan te brengen. De D66-fractie knoopt een aantal dingen
aan elkaar die naar ons idee niet aan elkaar te knopen
zijn. Als het gaat om de discussie over de staat van onder
houd, over de meest gewenste wijze van inzameling van af
valstoffen en over de afvalstoffenheffing, dan heb je het
als het ware over drie aparte issues die hier en daar na
tuurlijk wel op sommige onderdelen in elkaar haken, maar
die je ook afzonderlijk als het ware zou moeten bediscussi
ëren.
Wij zijn van mening dat die motie niet gesteund zou moeten
worden
Ten slotte vraagt de D66-fractie aan de raad om het voor
stel tot afvalscheiding en preventie af te wijzen. Dat
voorstel is inmiddels, als ik het goed heb, al inhoudelijk
in de commissie aan de orde geweest. Er is vorige week,
dacht ik, over gediscussieerd in de commissie. Daar waar de
commissie vrij breed het voorstel steunt, ziet het college
op dit moment geen aanleiding om dat voorstel nu af te wij
zen.
Wij stellen u voor om de motie niet te steunen.
Blad 83
Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000
De heer Bilker (weth.): Mevrouw de voorzitter, als het gaat
over inkomensondersteuning minima, dan is er door enkele
fracties de opmerking gemaakt dat zij daar vooralsnog wel
mee instemmen, maar zij willen een relatie leggen met nade
re beleidsvoorbereidingen omtrent armoedeval. Daarvan heeft
collega Hafkamp immers een toezegging gedaan dat er een no
titie onderweg is. Er is op dit moment een tweesporenbe
leid, dat is ten eerste dat wij het proces volgen en ten
tweede de inhoud.
Als het over het proces gaat, dan moeten er vragen worden
gesteld van wat is onze rol, wat is de rol van het Rijk en
wat zou de gemeente daarin kunnen ondernemen. Daar willen
wij heel duidelijk pro-actief in zijn. Maar het is natuur
lijk op dit moment zeer belangrijk te vernemen wat het Rijk
inhoudelijk als standpunt verwoordt, omdat daarbij instru
mentaria zullen worden ontwikkeld die repercussies hebben
voor de gemeentelijke overheid. Dus eerst moeten wij de
keuzes van het Rijk weten, maar als er zo snel mogelijk
uitgangspunten bekend worden, dan zal zeker het college
daar zo snel mogelijk pro-actief op reageren. Maar op dit
moment kunnen wij geen datum noemen, omdat niet bekend is
wanneer het Rijk er exact mee komt. Dat is aan één kant he
laas, maar aan de andere kant een feit.
Het tweede onderdeel van mijn portefeuille is Personeel en
Organisatie. Daar zijn nog een paar opmerkingen blijven
liggen die niet met moties te maken hebben, want daar kom
ik straks op terug.
De heer Boorsma heeft opmerkingen gemaakt omtrent de aan
dacht voor het gemeentelijke personeel. Hij heeft verwezen
naar een krantenbericht, de imagocampagne. Hij heeft ge
vraagd hoe het college tegenover de zorg van de Onderne
mingsraad voor het personeelsbeleid staat. Zoals u weet is
de WOR-bestuurder in regulier overleg met de OR en komen al
deze aspecten met de grootste regelmaat aan de orde. Aan de
andere kant moet ik zeggen dat het probleem van de krapte
op de arbeidsmarkt er natuurlijk wel is, maar nog niet in
een zodanige hoedanigheid dat Leeuwarden daar hele grote
problemen mee heeft, maar wij moeten de ogen niet sluiten.
Er is ook landelijk gezegd dat er een imagocampagne moet
worden gestart, door de VNG wordt dat voorbereid en binnen
noordelijk verband zal dat zelfs nog wat nader worden ge
specificeerd voor het noorden.
Daarnaast heeft de heer Boorsma nog een opmerking gemaakt
over de nota Personeelsbeleid. Dat wordt natuurlijk ook een
nota die daarop anticipeert. Wij hebben te maken met een
organisatie in beweging en een gemeentelijke organisatie
die in beweging is wil natuurlijk zeggen dat wij het hebben
over projectorganisatie, over mensen van buiten, mensen in
tern, het mobiliteitscentrum. Dat wil zeggen de gemeente
lijke overheid als organisatie kan niet statisch zijn,