Blad 100 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 Ik zal het nog een keer herhalen, maar wij hechten er toch zeer aan dat tijdens Perspectief ook bekend is en wij kun nen discussiëren over die effecten van de jaarrekening van het voorgaande jaar die in de Perspectiefnota verwerkt zit ten. Dat is dit jaar niet het geval, wij begrijpen ook de moeite die de wethouder heeft om het allemaal zo snel voor elkaar te krijgen, maar toch nogmaals van onze kant de zeer dringende vraag: doe al het mogelijke om voor elkaar te krijgen dat dat lukt, omdat dat de integrale afweging be vordert Ik ben geschrokken, en met mij de hele fractie, dat de sur veillance in de binnenstad gevaar loopt de komende tijd. De heer Van Mourik begon daar over, het was mij niet bekend en ik moet u zeggen dat ik daar behoorlijk van geschrokken ben. Er liggen toezeggingen rondom de nota 'Nee tegen ge weld' er zijn daaromtrent behoorlijk wat zorgen en het kan niet zo zijn dat wij aan dat belangrijk element gaan tor nen. Dus graag, mevrouw de voorzitter, uw extra inspanning op dat gebied om dat toch voor elkaar te krijgen. Tevens wil ik mij aansluiten bij de suggestie van de heer Van Mou rik om opnieuw te praten over cameratoezicht. Wij hebben ons daar reeds heel voorzichtig voor uitgesproken en wat ons betreft zullen wij daar van harte aan meedoen. Wat de structuurnota betreft hebben wij een motie ingediend om maximaal f 4 ton ter beschikking te stellen aan het col lege daarvoor. De wethouder komt met een voorstel om er niet een structuurnota van te maken, maar het wordt nu een schets. Het gebied wordt iets anders, het accent komt meer te liggen in de richting van de VVD-fractie en de wethouder zegt dat het niet goedkoper kan. Dat heeft er toe geleid dat wij in de fractie gezegd hebben dat wij op zich in kun nen stemmen met zo'n schets. Een schets suggereert toch dat het iets eenvoudiger wordt, het gebied hebben wij geen pro bleem mee, zoals dat wordt voorgesteld, maar wij blijven bij het maximale bedrag van f 4 ton. Wat betreft de motie, die over het welstandsbeleid is inge diend, die moeten wij zo verstaan, zo heb ik begrepen, dat het college die heeft overgenomen. Het college zegt als de raad dat graag wil, dan kan dat, maar bedenk wel dat er een moment kan aanbreken dat het college bij de raad kan komen om te vragen en voor te stellen daar toch iets meer voor te besteden, omdat een aantal zaken, zoals de raad zich dat voorstelt, niet lukken. Dat wachten wij af en wij zien op dat moment hoe wij daarmee om zullen gaan. Dan wil ik even extra stilstaan bij de motie over vereni gingen en clubs, zoals wij die hebben ingediend. Daar heeft het college volgens mij niet op gereageerd, kennelijk heeft Blad 101 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 zij dat vergeten en kan dat in tweede termijn. Maar laat ik het volgende daarover zeggen. Zoals het zich laat aanzien zal deze motie niet een meer derheid krijgen. Dat betreuren wij zeer, omdat datgene wat wij bedoelen, hulp bij calamiteiten bij verenigingen en clubs, bij bloeiende verenigingen soms, bij verenigingen die je eigenlijk niet kunt missen, tot nu toe niet geregeld is. Daar is officieel geen budget voor, het college heeft dat ook wel eens met zoveel woorden gezegd. Als je nu kijkt naar het preventief jeugdbeleid, het veiligheidsbeleid, de leefbaarheid in dorpen en wijken, dan zou zo'n fonds eigen lijk, vinden wij, vanzelfsprekend moeten zijn. Dan kom ik nu bij de moties, de moties die zijn overgenomen reageer ik niet op, waar wij voorstemmen, zal ik ook niet op reageren, maar daar waar wij wat opmerkingen over hebben en waar wij tegen zijn, zal ik over spreken. Motie nr. 4, 'Muziek op straat', wordt aangehouden tot de Cultuurnota. Daar zijn wij het wel mee eens, maar dat bete kent nog niet dat wij met dat voorstel uit de weg kunnen, wij zullen dat op dat moment op z'n merites beoordelen. Motie nr. 7, met betrekking tot de premiëring van kavels, daarvan zegt het college dit een goed idee te vinden, maar men was er niet voor. Ik kan mij dat niet zo goed voorstel len, omdat wij ons aansluiten bij de beleidsuitgangspunten die ook het college heeft opgeschreven in de memorie van antwoord, ik heb daar naar gerefereerd. Eigenlijk zou het college blij moeten zijn met zo'n beleidsondersteunende mo tie en een uitwerking van alles wat zij zelf heeft opge schreven Motie nr. 10, de bibliotheekvoorziening in Camminghaburen De wethouder heeft gezegd dat hij dit op zich heeft overge nomen, zij het dat het een summiere notitie wordt bij de behandeling van de Cultuurnota. Nu stel ik mij voor dat het op de manier kan gaan van: dat kost zoveel en dat vinden wij teveel en daarmee is het afgelopen. Ik zou het iets willen uitbreiden. Ik zou de wethouder willen meegeven in die kleine notitie (A4-tje) mee te nemen dat er een bestaande situatie is bij basisscholen, dat men heel wel bereid is om onderdak te verlenen aan een voorziening voor de bibliotheek en dat het dus niet zoveel hoeft te kosten als men veronderstelt, als men uitgaat van een dislocatie met alles er op en er aan. Dus kijk ook even naar de mogelijkheden die er liggen en waar wij bij aan kunnen sluiten, om op die manier een nu eenvoudige voorziening voor basisschoolleerlingen enigszins uit te breiden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 51