Blad 10 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 dat straatmuziek en straattheater bijdragen aan een gezellige sfeer in de binnenstad; dat er in Leeuwarden geen sprake is van een structu reel aanbod van straatmuziek en straattheater; dat door het aanbieden van organisatorische onder steuning en een korte presentatiecursus amateurs de kans zullen grijpen optredens te verzorgen; dat een aanjaagsubsidie nodig is om dit project van de grond te krijgen, besluit eenmalig een bedrag van f 35.000,- beschikbaar te stellen aan SPL en Parnas om een seizoen lang een programma verzorgd door amateur-artiesten aan te bie den, waarbij de instellingen tevens de zorg hebben voor de materiële en organisatorische randvoorwaarden alsmede de cursus; aan SPL de opdracht te geven op zoek te gaan naar sponsoring om het project voor de toekomst te waar borgen; de hieraan verbonden kosten te dekken uit de Algemene Reserve (Dit is motie nr. 4.) De motie is mede-ondertekend door mevrouw üiterwijk Winkel namens de PAL/GroenLinks-fractie Mevrouw de voorzitter, ter afronding van de bespreking van nieuw-beleidsvoorstellen dienen we een voorstel in dat we in de commissie Welzijn en in de raad hebben aangekondigd. Het afgelopen jaar heeft de PvdA-fractie veel aandacht be steed aan het vrijwilligerswerk in Leeuwarden. Daar is uit eindelijk de nota "Onbetaald maar Onbetaalbaar" uit voort gekomen waarin een aantal aanbevelingen worden gedaan, die zijn ook in de commissie aan de orde geweest. Wat de ene aanbeveling betreft, heeft het college al een toezegging gedaan, namelijk om na te gaan of het mogelijk is een col lectieve verzekering af te sluiten voor de vrijwilligers. Een tweede aanbeveling, die we graag gerealiseerd zien, is de versterking van de Leeuwarder vrijwilligerscentraleIk zal volstaan met het voorlezen van de tekst van de motie: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 13 juni 2000; behandelde de Perspectiefnota Plus 2001; overwegende dat voor de vrijwilligerscentrale een belangrijke taak ligt op het gebied van beleidsontwikkeling, des kundigheidsbevordering, informatie en advies, belan genbehartiging en promotie van vrijwilligerswerk; Blad 11 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 dat voor de uitvoering van deze taken een betaalde beroepskracht bij de vrijwilligerscentrale noodzake lijk is; besluit structureel f 125.000,- beschikbaar te stellen om een betaalde beroepskracht toe te voegen aan de vrijwil liger scent rale; de daaraan verbonden kosten te dekken uit de algemene middelen (Dit is motie nr. 5.) De motie is mede-ondertekend door de heer Van Mourik namens de VVD-fractie, mevrouw Üiterwijk Winkel namens de PAL/GroenLinks-fractie en de heer Krol namens de CDA- fractie We ronden af met de bespreking van een onderwerp dat om verschillende redenen noodzakelijk aandacht vraagt: de re latie tussen burgers en gemeentebestuur. De samenhangende redenen voor die aandacht zijn de niet te negeren signalen uit de Leeuwarder samenleving over die relatie, het belang van onze eigen opvattingen op dat punt en het gegeven dat de verbetering van de relatie tussen burgers en bestuur een doelstelling is uit het Bestuursprogramma We proberen voortdurend en steeds opnieuw de invloed van burgers op beleid op een adequate manier in beleidsontwik keling op te nemen. In die zoektocht komen we twee hoofd problemen tegen. Het eerste probleem betreft de vraag hoe veel ruimte er is of moet zijn om met groepen burgers, die belang hebben bij invloed op bepaalde beleidsontwikkelin gen, tot overeenstemming te komen. Anders gezegd, het gaat om de vraag naar de grenzen van beïnvloeding. Bij de start van beleidsontwikkelingen en zeker bij de start van omvang rijke projecten worden die grenzen ook niet altijd voldoen de duidelijk vastgesteld en dat leidt tot valse verwachtin gen en dus teleurstelling. Teleurstelling en zelfs veront waardiging zijn overigens ook bij optimale duidelijkheid en optimale ruime mate van beïnvloeding niet te vermijden. Daar moeten politici en bestuurders mee leren leven. Dat er grenzen zijn aan inspraak is zeker, geen enkele po litieke organisatie zal dat ontkennen. Maar de vraag is vaak: waar liggen ze? Twee zeer actuele voorbeelden van be leidsontwikkeling geven aan dat het stellen van en onduide lijkheid over grenzen vaak bijdraagt aan weerstand onder burgers, namelijk de daklozenproblematiek en de stedelijke- verniewingsoperatie in Achter de Hoven/VegelinIn het eer ste geval is door een grote meerderheid in de raad welbe wust afgezien van inspraak op de locatiekeuze, waardoor burgers zich niet serieus genomen voelen. Dat effect was te verwachten maar is, ook door ons, als onontkoombaar beoor deeld. In het tweede geval is er veeleer sprake van ondui delijkheid over de grenzen van inspraak en dus beïnvloe-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 6