Blad 26 Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000 saai verband tussen, maar het zijn toch wel heel bijzondere tijden. Ik wil een paar dingen nog zeggen, tot slot. De grootste bedreiging voor lokale democratie is dat wij als raadsleden het contact met de burgers verliezen en ook in mijn ogen, dat er steeds meer sprake is van het moeilijk vinden van kader bij de politieke partijen. Elke partij, ook in deze zaal, heeft daar mee te maken. Maar politiek spreekt lang niet altijd meer tot de verbeelding, er is veel coalitie overleg vooraf en soms worden burgers ook niet serieus genomen. In die zin, de voorzitter heeft daar al even op geduid, verwelkom ik ook de initiatieven van de commissie Elzinga. Meer de dualisering, de verhouding tus sen raad en college wordt anders, de wethouders van buiten de raad. Maar daarmee is het niet alleen afgemaakt. Ik heb begrepen dat u daar binnenkort uitvoerige discussies aan gaat wijden. Het is niet afgemaakt met een mechanische ver andering, het zit ook in onszelf. En hoe gevoelig de mate rie misschien ook is, je kunt de mens bij bijvoorbeeld een locatieaanwijzing voor dak- en thuislozen en verslaafden niet met een kluitje in het riet sturen. Ik heb dat in de laatste commissievergadering gezegd, toen de commissie, op voorstel van het college overigens, zei: "Wij geven het mandaat aan het college, want anders is er toch geen goed garen mee te spinnen, want dan komen we er nooit uit"Ik heb toen gezegd en ik herhaal die woorden nog eens: "Een volwassen democratie en ook een raad die zichzelf volwassen noemt, moet zich kwetsbaar durven opstellen, die moet dat verhaal kunnen uitleggen aan de burgers" Raad van Leeuwarden, dat was wat mij betreft eentje in de categorie: eens maar nooit weer, en ik denk dat u daarbij wel een oppeppertje kunt gebruiken. Ik heb voor vanavond, straks bij de koffie, gekozen voor een oppeppertje. Ik vond het een heel goede inzet toen Addie Stoker, dacht ik, als eerste, toen we in deze zaal gingen vergaderen, bij de kof fie iets lekkers had. Ik heb vanavond voor u allemaal een oppeppertje, om u er aan te herinneren, uw taak serieus te nemen, om die burgers recht in de ogen te kunnen blijven kijken en dat verhaal uit te kunnen leggen. Een paar opmerkingen nog. De afgelopen 10 jaar, dat is gememoreerd, de eerste jaren crisisverschijnselen, jarenlange bezuinigingen, problemen die er waren met Harmonie, met Stadskantoor en ook wel het gevoel van "het is niks en het wordt ook nooit wat", een beetje dat Leeuwarder gevoel. Dat bewerkstelligde denk ik een soort versterking van die zelfonderschatting, wat wij Leeuwarders toch wel een beetje hebben. Dat moet niet. Wat dat betreft zijn de tweede helft van de jaren *90 stukken veranderd. De werkloosheid is gedaald, onze positie is nog steeds niet onomstreden, we moeten daar nog elke dag tegen aan. Dat betekent dat er geen plaats is, wat mij betreft, Blad 27 Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000 voor zelfgenoegzaamheid. De grote vragen zoals ik ze zie de komende maanden, de komende jaren ook, voor de Leeuwarder politiek zijn ook: hoe gaan we verder met de vormgeving, ook in Leeuwarden, van de multiculturele samenleving, hoe gaan we verder met die stedelijke vernieuwing, hoe gaan we verder met de aanpak van de werkloosheid en hoe gaan we ook vooral verder met de aanpak van het zinloos geweld. Zelf voorzitter, en dan sluit ik toch echt langzamerhand af, heb ik altijd geprobeerd een evenwicht te vinden in mijn werk tussen enerzijds het bestuurder zijn en ander zijds het volksvertegenwoordigende aspect. Wij waren, zoals ze dat in 1990 noemden en dat werd snel een platitude, kri tisch maar wel constructief. Dat wil zeggen, niet schreeu wen, wel argumenteren en vanuit een open en optimistische houding vooral toekomstgericht denken. Ik zal ook niet verbloemen dat het na de collegeperiode in 1998 voor mij heel moeilijk was om weer plaats te nemen in de bankjes. Ik heb dat toch uit volle overtuiging gedaan en ik kreeg er ook steeds meer plezier in, want ik had met Sietske Inberg een fantastisch nieuw evenwicht gevonden. Ik heb heel veel geleerd de afgelopen 10 jaar, hoe het wel en vooral hoe het niet moet. Je leert elk moment van je leven en je bent voortdurend op zoek naar het nieuwe even wicht. Mijn nieuwe evenwicht probeer ik te vinden tussen enerzijds het afstand nemen van, maar anderzijds ook het houden van die betrokkenheid. Daar ben ik hard mee bezig, dat is een moeilijke leerschool, dat is met vallen en op staan, maar het zal me waarachtig wel lukken. Ik dank die raadsleden die afgelopen weken belangstelling hebben getoond bij mijn ziekte, ik heb heel veel reacties gehad. Ik dank jullie ook allemaal voor je ontzettend leuke en aardige collegialiteit, het is gememoreerd, vaak Amarens ook, na de Commissie Welzijn, hoe vaak we het soms oneens waren in de commissie, in het Oranje Bierhuis, daar kon alles en daar was het inderdaad: "Waar bliven de nutsjes" en dan was het inderdaad even een pilsje en dan was het weer voorbij en dan praatten we soms heel lang. Bedankt voor deze collegialiteit. Het college van B&W, de burgemeester voor haar aardige woorden. Het college van B&W voor haar echte oprechte warme belangstelling de afgelopen maanden. Ik heb het zeer op prijs gesteld. Het ambtelijk apparaat, uiteraard, heb ik heel veel contac ten mee gehad de afgelopen jaren en of dat nou een bode was of een (senior)ambtenaar, dat maakt voor mij niks uit, voor mij zijn het ambtenaren. En tot slot mijn gezin. Het ga jullie allemaal heel goed, dank u wel. De Voorzitter schorst de vergadering om 20.55 uur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 14